Les 5: Religieuze subculturen (klaar)

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUUR

Periode 1 - les 5
Religieuze subculturen

Slide 2 - Tekstslide

Let in deze les goed op de tijd!

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Benoemen door leerlingen:
- normen en waarden
- dominante cultuur

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Onze ideeën (A)
Discriminatie/tolerantie/pluriforme samenleving (?)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...kan je benoemen wat een religieuze subcultuur is. (R)
...kan je beschrijven dat er verschillende meningen zijn over religie. (T1)
...kan je benoemen welke verschillende religieuze subculturen er zijn in Nederland. (T1)
...kan je je eigen mening hierover vormen. (T2/I)
...hoe groot de rol is van religie in Nederland. (T1)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Religie en cultuur
Ongeveer 45% van de Nederlanders heeft een religie. Religie is een ander woord voor geloof
Deze geloven zie je terug in de Nederlandse maatschappij.
Religie
Een ander woord voor geloof of godsdienst. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor geloof?
A
Religie
B
Atheïst
C
Islam
D
Godsdienst

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Religies in Nederland
Meer dan de helft van de Nederlanders (ongeveer 58%) geeft aan atheïst of agnost te zijn. De drie grootste religies in Nederland zijn: het christendom, de islam en het jodendom. 
atheïst
Iemand die niet in een god geloofd.
agnost
Iemand die geloofd in de wetenschap. Als de wetenschap bewijst dat god bestaat, dan bestaat god. Hij/zij heeft geen overtuigde mening van het wel óf niet bestaan van een god (hogere macht). 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de Nederlanders is niet gelovig?
A
Minder dan 20%
B
Ongeveer 30%
C
Meer dan 50%
D
Meer dan 75%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat er in verschillende regio's in Nederland verschillende religies de boventoon voeren. Vertel over de Bible Belt en de regio's waar mensen niet geloven. 
In Nederland zelf heb je ook verschillende subculturen binnen het christendom: katholiek, Nederlands hervormd (protestants), regeformeerd, Calvinist, Luthers, etc. etc. etc.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Vertel over de verdeling van mensen die naar de kerk gaan. 
Onderverdeling tussen de verschillende kerken. 
Vraag aan leerlingen wat 'andere gezindte' zouden kunnen zijn... > Joods, Hindoe, Boedhist, Taoïst, etc.
Is het christendom in Nederland tegenwoordig een dominante cultuur of subcultuur volgens jou?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je het jodendom en de islam terug in de Nederlandse samenleving?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarden, normen en gewoonten
Christendom
Jodendom
Islam
Gebedshuis
Kerk
Synagoge
Moskee
Feestdagen
Kerstmis, Pasen, Hemelvaart
Pesach, Jom-Kippoer
Offerfeest, Suikerfeest
Kleding
Ketting met een kruisje
Keppeltje
Hoofddoek, nikab

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jodendom
Christendom
Islam
Gebedshuis
Synagoge
Kerk
Moskee
Feestdagen

Pesach
Jom-Kippoer
Kerstmis, Pasen, Hemelvaart
Eid al-Fitr
Eid al-Adha
Symbolen en accessoires 
Ster van David, 
Keppeltje
Kruis, rozenkrans
Halve maan en ster, Hijab
Boek
Tenach (Oude Testament)
Bijbel
Koran
Abrahamitische geloven

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hindoeisme
Boeddhisme
Sikhisme
Gebedshuis
Mandir
Tempel, klooster
Gurdwara
Feestdagen

Diwali,
Holi-Phagwa
Magha Puja, Vesakha Puja
Verjaardagen van goeroe's
Symbolen en accessoires
Ohm-symbool,
bindi
Het Dharma-Chakra wiel
Dastar, Kirpan
Boek
Veda's
Tripitaka
Gurū Granth Sāhib
Dharmische geloven

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tolerant met elkaar...
Met verschillende religies in Nederland gaan de meeste mensen tolerant met elkaar om. Ze accepteren dat mensen anders kunnen zijn dan zichzelf. 
Maar is dat zo?

Tolerant
De bereidheid om andere mensen anders te laten denken en handelen. (Een ander woord hiervoor is verdraagzaamheid.)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 20 - Video

Bekijk samen met leerlingen deze video en start een OLG (onderwijs leergesprek).
- Hoe ga jij om met andere religies?
- Heb jij vrienden met een andere religie?
- eventueel zelf een vraag toevoegen...
00:17
Hoe ga jij om met andere religies?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:36
Waar heeft deze mevrouw moeite mee?
A
Dat veel geloven voor vrede zorgen.
B
Dat veel geloven voor oorlog zorgen.
C
Dat er veel gelovigen zijn.
D
Dat er te weinig gelovigen zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:11
Welk geloof heb jij?
Vind je het belangrijk dat anderen in jouw vriendengroep ook geloven?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:42
Vind je het belangrijk dat een werkgever rekening houdt met geloof?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:54
Hoe tolerant ben jij tegenover andere geloven?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Religieuze subcultuur
  • Tolerant

  • Atheïst
  • Agnost

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Aan de slag

Slide 30 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Begrippen
           uit deze les

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Titel kan hier geplaatst worden.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies