2.2 botten bewegen

Hoofdstuk 2: Bewegen
2.2 botten bewegen

Je leert hoe botten aan elkaar zitten, hoe een gewricht werkt en welke soorten gewrichten er zijn.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Bewegen
2.2 botten bewegen

Je leert hoe botten aan elkaar zitten, hoe een gewricht werkt en welke soorten gewrichten er zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2 botten bewegen
  • Je kan vier beenverbindingen beschrijven.
  • Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.
  • Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 3 - Quizvraag

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 4 - Sleepvraag


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm

Slide 6 - Quizvraag

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 7 - Quizvraag

Vier beenverbindingen
Vergroeiing: is vergroeid, kun je niet bewegen: bijv: heiligbeen
Naadverbinding: schedel
kraakbeen: ribben en borstbeen
Gewricht: zorgt voor de meeste beweging
 

Slide 8 - Tekstslide

vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 9 - Sleepvraag

De 3 gewrichten
  • Er zijn 3 soorten gewrichten
  • Met elk soort gewricht kun je een andere beweging maken.

  1. Kogelgewricht: zit in je schouder, je arm kan alle kanten op bewegen
  2. Scharniergewricht: verbinding tussen de ellepijp en opperarmbeen. Kan maar in 1 richting heen en weer bewegen
  3. Rolgewricht: verbinding tussen je spaakbeen en ellepijp. Rond draaien

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 11 - Quizvraag

Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
lijmverbinding
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 12 - Quizvraag

Welke beenverbindingen is 1
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 13 - Quizvraag

Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 1t/m 7 en 11, 12 en 13op blz.62 t/m 64

Slide 15 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Kraakbeenlaagje
  3. Gewrichtskapsel
  4. Gewrichtssmeer
  5. Gewrichtsbanden

Slide 16 - Tekstslide

Kies het juist antwoord:
"Bekijk de afbeelding. Hoe zitten de botten aan elkaar vast
bij de pijl?"
A
Door een naad
B
Door kraakbeen
C
Door een gewricht
D
Door een vergroeiing

Slide 17 - Quizvraag

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 18 - Quizvraag

Een gewricht bevat laagjes kraakbeen. Wat is een functie van deze laagjes kraakbeen?
A
Ze zorgen ervoor dat de botten niet slijten
B
Ze houden botten van een gewricht op hun plaats
C
Ze maken de botten van een gewricht buigzamer
D
Ze zorgen ervoor dat een gewricht kan bewegen

Slide 19 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. hoe wordt nummer 4 genoemd?
A
gewrichtsknobbel
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskom
D
gewrichtsbanden

Slide 20 - Quizvraag


Soort gewricht
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 21 - Quizvraag


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. kogel 2. draaiende
B
1. scharnier 2. heen en weer
C
1. rol 2. draaiende
D
1. draai-rol 2. heen en weer

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten maken
Maak opdracht 8, 9 en 10 en 14 t/m 17 op blz.63 t/m 65

Slide 23 - Tekstslide