Thema 2 Organen en cellen oefentoets

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat is nummer 1?

1. Celwand
2. Cytoplasma
3. Vacuole
4. Celmembraan

Je kunt chromosomen nooit zien.

1. Waar, zelfs onder een microscoop niet.
2. Niet waar, want je ziet ze als een cel zich gaat delen.

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA
DNA is verbonden met?

1. Basen paren
2. Gen
3. Allelen paren
4. Chromosomen

Wat is nummer 6?

1. Celkern
2. Celmembraan
3. Voedingsvacuole
4. Cytoplasma

Deze cellen zorgen voor groei en herstel.

1. Gespecialiseerde cellen
2. Stamcellen
3. Rode bloedcellen
4. Witte bloedcellen

Wat is nummer 2?

1. Cytoplasma
2. Celwand
3. Celmembraan
4. Celkern

Welk deel is een orgaan?

1. Hoofd
2. Skelet
3. Tong
4. Wimpers

Wat is nummer 3?

1. Vacuole
2. Plastiden
3. Cytoplasma
4. Celmembraan

Je ziet hier?

1. Een dochter cel en een moeder cel
2. Twee dochtercellen
3. Twee moeder cellen
4. Twee plastiden

Zijn dit allemaal erfelijke eigenschappen?

1. Ja zeker
2. Nee helemaal niet
3. 1 en 3 wel, 2 niet
4. 1 en 2 wel, 3 niet

In de stengel van een plant kunnen bladgroenkorrels zitten.

1. juist
2. onjuist

Het aantal chromosomen in de cel van de rups en van de vlinder

1. van de rups minder dan van de vlinder
2. van de rups meer dan van de vlinder
3. van de rups hetzelfde aantal als van de vlinder
4. een rups of vlinder heeft geen chromosomen

Welke erfelijke informatie (DNA) hebben de nieuwe dochtercellen van een mens?

1. De helft van de moedercel
2. Geheel nieuw DNA anders dan de moedercel
3. Precies hetzelfde DNA als de moedercel
4. de helft van de moedercel en de helft van de vadercel

Wat is de eerste stap bij celdeling?

1. Cytoplasma aanmaken
2. Chromosomen kopiëren
3. De cel delen
4. dochtercellen maken

Hoeveel chromosomen
heeft een dochtercel van een mens?

1. 46
2. 23
3. 48
4. 24

2 Leerlingen doen een uitspraak over celdeling
Koen zegt: Alle dochtercellen hebben na een gewone celdeling dezelfde informatie

Joost zegt: Alle dochtercellen hebben dezelfde informatie als de moedercel

1. Alleen Koen heeft gelijk
2. Alleen Joost heeft gelijk
3. Koen en Joost hebben beiden gelijk
4. Koen en Joost hebben beide geen gelijk

Bij celdeling is de juiste volgorde:

1. celdeling - dochtercellen - plasmagroei - kerndeling
2. dochtercellen - plasmagroei - kerndeling - celdeling
3. kerndeling - celdeling - dochtercellen - plasmagroei
4. Cellen delen niet

Welke van de volgende organen behoort tot het verteringsstelsel?

1. het hart
2. de holle ader
3. de lever
4. het ruggenmerg

Wat bevindt zich in de celkern?

1. De belangrijkste eiwitten
2. Bladgroenkorrel
3. DNA
4. Vacuole

WAT IS CELMEMBRAAM

1. STEVIG LAAGJE OM DE CEL HEEN
2. DIKKE VLOEISTOF DIE BESTAAT UIT WATER MET OPGELOSTE STOFFEN
3. REGELT ALLES WAT IN DE CEL GEBEURT
4. STEVIG LAAGJE OM DE CELWAND

In veel cellen zit een celkern, de functie van deze celkern is:

1. zorgen voor stevigheid
2. zorgen voor fotosynthese
3. regelen van alles wat er in de cel gebeurt
4. zorgen voor transport

DIERLIJKE EN PLANTAARDIGE CELLEN HEBBEN CELKERN

1. WAAR
2. NEE ALLEEN PLANTAARDIGE CELLEN
3. NEE ALLEEN DIERLIJKE CELLEN
4. ALLEBEID NIET

PLANTAARDIGE CELLEN HEBBEN DELEN DIE DIERLIJKE CELLEN NIET HEBBEN. Welke?

1. VACUOLE, PLASTIDEN, CELKERN
2. VACUOLE, PLASTIDEN, CELWAND
3. VACUOLE, CELWAND, CELMEMBRAAM
4. VACUOLE, CELMEMBRAAM, CELWAND

DE 4 BASEN VORMEN PAREN MET

1. A MET C EN T MET G
2. A MET G EN T MET C
3. A MET T EN C MET G

VOLGENS PIM KUN JE IN DE CELLEN VAN HET SPERMA VAN DE STIER CHROMOSOMEN ZIEN. HEEFT HIJ GELIJK?

1. JA WANT CHROMOSOMEN ZIJN ALTIJD ZICHTBAAR
2. JA WANT DE CELLEN IN HET SPERMA VAN DE STIER HEBBEN CHROMOSOMEN
3. NEE WANT CHROMOSOMEN ZIJN ALLEEN ZICHTBAAR ALS DE CEL DEELT
4. NEE WANT DE CELLENIN HET SPERMA VAN DE STIER HEBBEN GEEN CHROMOSOMEN

BABY’S VAN MOEDERS DIE VEEL ROKEN EN DRINKEN, WORDEN VAAK GEBOREN MET EEN LAGER LICHAAMSGEWICHT DAN ANDERE BABY’S

1. DIT LAGERE LICHAAMSGEWICHT IS EEN ERFELIJKES EIGENSCHAP
2. DIT IS GEEN ERFELIJKE EIGENSCHAP

Wat is de functie van stengels

1. transport van stoffen
2. stevigheid geven aan de plant
3. transport en stevigheid
4. water opnemen

Wat is de middenrif