In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ken jij bekende toeristische trekpleisters van Nederland..
Slide 2 - Woordweb
Welke leerdoelen bereik je in dit hoofdstuk
Je hebt kennis van de recreatieve en toeristische markt in Nederland
je leert de topografie van Nederland in jouw regio, de drie noordelijke provincies
Je hebt kennis van historie en andere aspecten van Nederland
Je weet wat het 'product' Nederland inhoudt
Je hebt kennis van de zakelijke markt in Nederland
Slide 3 - Tekstslide
Toerisme
Drie soorten:
Vakantie
Zakelijk toerisme
Bezoek aan familie of vrienden
Slide 4 - Tekstslide
Toerisme
Toerisme: Het reizen en verblijven op een plaats buiten je normale omgeving
Je bent volgens de UNWTO een toerist als je:
minstens 24 uur en niet langer dan een jaar ergens anders verblijft om redenen van vrijeteijdsbesteding, zaken en andere doeleinden die niet zijn verbonden met het uitoefenen van activiteiten die worden beloond vanuit de plaats die wordt bezocht
Slide 5 - Tekstslide
Soorten toerisme ' het reismotief '
Vakantie: op reis voor plezier, studie, bezoek van vrienden/familie, klimaat of cultuur(minstens 24 uur, niet langer dan een jaar)
Zakelijk toerisme: op reis voor je werk (minstens 24 uur, niet langer dan een jaar): bv. een congres of businesstrip
Slide 6 - Tekstslide
Soorten vakanties
Actieve vakantie
Strandvakantie
Stedentrip/citytrip
Religieuze reis
Cultuur reis
Medisch toerisme
Familiebezoek
Slide 7 - Tekstslide
Ben je wel eens op citytrip geweest?
Stedentrip: korte reis naar een grote stad Voorbeelden: Maastricht, Amsterdam, Florence, Londen, Barcelona, Lissabon of Parijs
Slide 8 - Tekstslide
Sinds 1960 is het aantal mensen dat op vakantie gaat gestegen. Dit komt door:
- meer vrije tijd - meer welvaart - meer mobiliteit
Slide 9 - Tekstslide
Toerisme wereldwijd
Toerisme groeit met 3,3 procent per jaar
1 op de 10 banen is in het toerisme
Toerisme is verantwoordelijk voor 5% van de CO2 uitstoot
Slide 10 - Tekstslide
Voordelen toerisme
Er kan veel geld mee worden verdiend
Zorgt voor veel banen
Omliggende bedrijven kunnen profiteren
Slide 11 - Tekstslide
Nadelen toerisme
Slecht voor de natuur en het milieu: CO2
Massatoerisme
Er wordt veel ruimte in het landschap ingenomen
Slide 12 - Tekstslide
Toerisme in Nederland
In Nederland verblijven jaarlijks 45 miljoen gasten: 25 miljoen binnenlandse toeristen
inkomend toerisme: 20 miljoen toeristen komen gemiddeld uit het buitenland naar Nederland toe elk jaar
Toerisme levert gemiddeld elk jaar 75 miljard euro op
650.000 mensen werken in Nederland in het toerisme
Slide 13 - Tekstslide
Toeristische attracties
- Iets waar je naartoe gaat om je te vermaken bv. op een dagje uit.
( wat is de attractie op de afbeelding?)
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeelden van Nederlandse attracties
Slide 15 - Woordweb
Recreatie
Recreatie: Elke activiteit die in de vrije tijd plaatsvindt
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat weet je nu?
Slide 18 - Tekstslide
Controle vragen
1. Wat is recreatie? 2. Wat is toerisme?
3. Noem de drie soorten toerisme.
4. Waarom is het aantal mensen die op vakantie gaan sinds 1960 gestegen? Noem drie redenen.
5. Noem drie soorten vakanties en noem er een voorbeeld bij.