Thema Grieken en Romeinen - Blok 4 Recreatie en toerisme

Blok 4 - Recreatie en toerisme 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 - Recreatie en toerisme 

Slide 1 - Tekstslide

Planning van deze les
1. Terugblik vorige les
2. Wat moet je kennen/kunnen?
3. Herhalen theorie hoofdstuk + oefenen
4. Maken oefentoets (voorbereiden SO)

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kennen/kunnen?
  1. uitleggen waarom mensen nu meer vrije tijd hebben dan vroeger.
  2. uitleggen waarom mensen meer geld besteden aan recreatie en toerisme dan vroeger.
  3. uitleggen wat het verschil is tussen recreatie en toerisme.
  4. voorbeelden van verschillende soorten accommodaties en attracties noemen.
  5. vertellen welke toeristen gebruikmaken van welke accommodaties en attracties.
  6. voorbeelden noemen van soorten vakanties.
  7. voordelen noemen van toerisme.
  8. nadelen noemen van massatoerisme.







Slide 3 - Tekstslide

Vrije tijd 
=De tijd die je overhoudt naast alles wat je moet doen (werk, school, huishouden, zorg)
Tegenwoordig meer vrijetijd dan vroeger:
Vroeger werkten mensen gem. 50 uur per week
tegenwoordig werken we gem. 28 uur per week 
Belangrijke reden --> Veel werk is overgenomen door machines, computers en andere apparaten. 



Slide 4 - Tekstslide

Recht op vakantie
Volgens de wet heeft iedereen recht op 4 weken vakantie per jaar, Kinderen op school 12 weken!





Slide 5 - Tekstslide

Wat is een belangrijke reden dat mensen nu meer vrije tijd hebben dan vroeger?

Slide 6 - Open vraag

Recreatie 
In hun vrije tijd doen mensen aan recreatie = alles wat je voor je plezier doet om je te ontspannen. 
Mensen hebben meer geld dan vroeger, er wordt dus meer uitgegeven aan recreatie.






Slide 7 - Tekstslide

Toerisme 
Toerisme is ook een vorm van recreatie. Toerisme is het reizen naar een plaats buiten je eigen omgeving. Omdat mensen meer vrije tijd hebben, reizen ze vaker en verder. Meestal blijven mensen daar dan ook overnachten.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen recreatie en toerisme?

Slide 9 - Open vraag

Toerisme in NL
Accommodaties=  Een voorziening waar je kunt overnachten als je op vakantie bent, bijvoorbeeld een camping of een hotel.

Attracties= Plaats waar mensen naartoe gaan om iets te beleven in hun vrije tijd, zoals musea, dierentuinen en pretparken. 

Nederlanders op vakantie in NL gaan vaak de natuur/rust opzoeken, buitenlandse toeristen gaan vaak op de steden en musea af. 

Slide 10 - Tekstslide

Noem 3 voorbeelden van attracties

Slide 11 - Open vraag

Noem 2 voorbeelden van accommodaties

Slide 12 - Open vraag

Op vakantie 
Lange en korte vakantie:
  • Meer dan 4 dagen is een lange vakantie

Actieve, passieve of een cultuur -vakantie:
  • Actief: mensen gaan dingen doen: ze gaan wandelen of fietsen.
  • Passief: mensen gaan vooral op reis om te luieren en uit te rusten, relaxen. 
  • Cultuur: mensen bezoeken steden, monumenten en musea.
Een combinatie kan ook!

Slide 13 - Tekstslide

Welke activiteit hoort NIET bij een actieve vakantie?
A
Mountainbiken in de bossen
B
Snowboarden in de bergen
C
Op het terras zitten in de stad
D
Kanoën in de Ardennen

Slide 14 - Quizvraag

Wat past bij een passieve vakantie?
A
Wielrennen
B
Bergbeklimmen
C
Snowboarden
D
Aan het strand liggen

Slide 15 - Quizvraag

Is dit een passieve of actieve vakantie?
A
Passief
B
Actief

Slide 16 - Quizvraag

Is dit een passieve of actieve vakantie?
A
Passief
B
Actief

Slide 17 - Quizvraag

Massatoerisme 
=Als veel toeristen tegelijk naar hetzelfde gebied gaan. In gebieden met massatoerisme is het erg druk en vol.

Slide 18 - Tekstslide

Voordelen toerisme:
Levert veel geld op

Zorgt voor werk
Nadelen toerisme:
veel transport van/naar bestemming kan slecht zijn voor het milieu. Ook het bouwen van hotels e.d. kan ten koste gaan van de natuur.

Verjagen oorspronkelijke bewoners/dieren.

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste voordelen van toerisme?
A
Het wordt gezellig druk in de plaatsen langs de kust
B
De mensen leren daardoor andere culturen kennen
C
Het levert werk en geld op
D
Het zorgt voor goede vriendschappen tussen landen

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn nadelen van massatoerisme?

Slide 21 - Open vraag

Maak zelfstandig de oefentoets
Gebruik de oefentoets om te leren voor het SO van volgende week. Ben je klaar? Lever je blad in bij mw. Haaker.

Slide 22 - Tekstslide