Les 4 Herhaling methodisch werken en 4 domeinen

Herhaling methodisch werken en 4 domeinen
BO2109/ Z2109
GWZ
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herhaling methodisch werken en 4 domeinen
BO2109/ Z2109
GWZ

Slide 1 - Tekstslide

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 2 - Quizvraag

Voorbereiden en evalueren horen bij methodisch werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Door methodisch te werken blijven kosten laag terwijl de kwaliteit van zorg hoog is.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Methodisch werken draagt bij aan het voorkomen van onnodige handelingen
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het voordeel aan methodisch werken
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alles stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
de product en procesevaluatie

Slide 6 - Quizvraag

Het zorgleefplan zorgt voor
A
methodisch werken
B
kostenefficiënt werken
C
meer levenskwaliteit bij de zorgvrager
D
afstemming met andere disciplines

Slide 7 - Quizvraag

Het uitgangspunt van het zorgleefplan is:
A
de arts
B
de zorgvrager
C
de verpleegkundige
D
de zorginstelling

Slide 8 - Quizvraag

zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan zijn ongeveer hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

wanneer zet je een zorgleefplan in?

A
zet je in bij iedereen
B
doen ze alleen in een ziekenhuis.
C
zet je alleen in bij speciale veranderingen.

Slide 10 - Quizvraag

In stap 1 gegevens verzamelen spreken we over een Anamnese, wat betekend dit?
A
Een gesprek met de arts
B
Een gesprek met de zorgvrager
C
Een online intake
D
Een schriftelijke overdracht

Slide 11 - Quizvraag

WAT ZIJN DE 4 DOMEINEN VAN ZORG
A
Lichamelijk welbevinden, Woon en leefsituatie, Participatie, Mentaal welbevinden
B
Woon en leefsituatie, mantelzorgers, contact met verpleegkundigen, contact met artsen
C
Sociale contacten, contact met disciplines, Huisartsen zorg, woon en leefsituatie

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk domein hoort dagbesteding?
A
Lichamelijk welbevinden en gezondheid
B
Mentaal welbevinden en autonomie
C
Woon- en leefomstandigheden
D
Participatie

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk domein hoort zich thuis voelen?
A
Lichamelijk welbevinden en gezondheid
B
Mentaal welbevinden en autonomie
C
Woon- en leefomstandigheden
D
Participatie

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk domein hoort stemming?
A
Lichamelijk welbevinden en gezondheid
B
Mentaal welbevinden en autonomie
C
Woon- en leefomstandigheden
D
Participatie

Slide 15 - Quizvraag

Bij welk domein hoort medicijngebruik?
A
Lichamelijk welbevinden en gezondheid
B
Mentaal welbevinden en autonomie
C
Woon- en leefomstandigheden
D
Participatie

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
Lees de casus en verdeel  in domeinen
Maken e-learnings  1 &3
Klaar? Samenvatting/mindmap hoofdstuk 1 en 2

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 18 - Open vraag

Wat kan de volgende keer beter?

Slide 19 - Open vraag

Wat ging goed deze les?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide