2MH unité 4

2MH Bijvoeglijk naamwoord
In deze opdracht gaan we oefenen met het bijvoeglijk naamwoord
Vul steeds de juiste vorm in. Kies uit niets, -e, -s of es achter het bijvoeglijk naamwoord
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2MH Bijvoeglijk naamwoord
In deze opdracht gaan we oefenen met het bijvoeglijk naamwoord
Vul steeds de juiste vorm in. Kies uit niets, -e, -s of es achter het bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

La grande fleur est __________ (rouge).

Slide 2 - Open vraag

Le __________ chien aboie fort. (petit)

Slide 3 - Open vraag

La __________ montagne est impressionnante. (grand)

Slide 4 - Open vraag

Le __________ vélo est rapide. (nouveau)

Slide 5 - Open vraag

La __________ maison est hantée. (petit)

Slide 6 - Open vraag

Les jeunes garçons sont __________ (fier)

Slide 7 - Open vraag

La mer __________ est calme. (bleu)

Slide 8 - Open vraag

La montagne est __________ (fantastique)

Slide 9 - Open vraag

La robe rouge est __________ (élégant)

Slide 10 - Open vraag

Le ciel est un peu __________ (sombre).

Slide 11 - Open vraag

La série était __________ (effayant)

Slide 12 - Open vraag

Le film est __________ (bon)

Slide 13 - Open vraag

Les filles sont __________ (intelligent)

Slide 14 - Open vraag

Le paysage rural est __________ (joli)

Slide 15 - Open vraag

La musique classique est __________ (calme)

Slide 16 - Open vraag

Le garçon est __________ .(français)

Slide 17 - Open vraag

La fille est __________ (français)

Slide 18 - Open vraag

Les garçons sont __________. (anglais)

Slide 19 - Open vraag

Les filles sont __________. (anglais)

Slide 20 - Open vraag

2MH het werkwoord 'aller'
In deze opdracht gaan we oefenen met het werkwoord aller.
Vul steeds de juiste vorm in. Kies uit: vais, vas, va, allons, allez en vont

Slide 21 - Tekstslide

J'espère que tu __________ bien.

Slide 22 - Open vraag

De mon côté, je __________ bien.

Slide 23 - Open vraag

Ce week-end, nous __________ au cinéma.

Slide 24 - Open vraag

Vous __________ voir le dernier film.

Slide 25 - Open vraag

Ensuite, on __________ au restaurant.

Slide 26 - Open vraag

Ils __________ au restaurant français?

Slide 27 - Open vraag

Elle __________ à la plage.

Slide 28 - Open vraag

Tu __________ aussi à la plage?

Slide 29 - Open vraag

Lucie __________ faire une randonnée.

Slide 30 - Open vraag

Nous __________ avec un guide.

Slide 31 - Open vraag

Je __________ à un concert en plein air.

Slide 32 - Open vraag

Tu __________ voir notre groupe préféré?

Slide 33 - Open vraag

2MH woorden
Als laatste opdracht oefenen we met een aantal woorden. Kies het juiste antwoord.

Slide 34 - Tekstslide

de slaapkamer
A
la cuisine
B
la chambre
C
la salle de bains
D
la chaise

Slide 35 - Quizvraag

de bushalte
A
l'immeuble
B
l'arrêt de bus
C
la station de métro
D
le centre-ville

Slide 36 - Quizvraag

het dorp
A
le magasin
B
la ferme
C
le village
D
l'ascenseur

Slide 37 - Quizvraag

dichtbij
A
de l'autre côté
B
tout près
C
depuis
D
il faut

Slide 38 - Quizvraag

zoeken

Slide 39 - Open vraag

daarna

Slide 40 - Open vraag

de deur

Slide 41 - Open vraag

de kleur

Slide 42 - Open vraag

de straat

Slide 43 - Open vraag

in

Slide 44 - Open vraag

op

Slide 45 - Open vraag

voor

Slide 46 - Open vraag

beau

Slide 47 - Open vraag

la chaise

Slide 48 - Open vraag

derrière

Slide 49 - Open vraag

exactement

Slide 50 - Open vraag