Grote verhalen 2

Grote verhalen les 2
Vandaag lezen we een verhaal dat we levensbeschouwelijk gaan onderzoeken: thema, boodschap, hoofdpersoon, dagelijks leven.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingBeroepsopleiding

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grote verhalen les 2
Vandaag lezen we een verhaal dat we levensbeschouwelijk gaan onderzoeken: thema, boodschap, hoofdpersoon, dagelijks leven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het thema van een verhaal?
A
Het thema van een verhaal is het belangrijkste van een verhaal.
B
Het thema van je verhaal is de persoon waar het verhaal over gaat.
C
Het thema van een verhaal is de eindconclusie.
D
Het thema van een verhaal is het hoofdonderwerp dat als het ware door je hele verhaal heen loopt.

Slide 2 - Quizvraag

geef een thema die je in een verhaal zou kunnen zien

Slide 3 - Woordweb

een thema in het scheppingsverhaal?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de boodschap van een verhaal?
A
Levensles of wijze les
B
Kerngedachte schrijver
C
Hoe gedragen mensen zich? Hoe moet je je gedragen?
D
Allemaal waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de boodschap van Adam en Eva?
A
Appels zijn gezond
B
Je moet luisteren naar iemand met gezag, de baas.
C
Je kan slangen niet vertrouwen
D
Je moet luisteren naar enge figuren.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de hoofdpersoon in een verhaal?
A
De hoofdpersoon is het leukste personage in een verhaal.
B
De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in een verhaal.
C
De hoofdpersoon "wint" altijd in het verhaal.
D
Over de hoofdpersoon wordt het meest geschreven.

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdpersoon/hoofdpersonen in het scheppingsverhaal.
A
Adam, Eva en de slang
B
Adam en Eva
C
God/Allah en de slang
D
Adam

Slide 8 - Quizvraag

noem een hoofdpersoon uit een ander religieus verhaal

Slide 9 - Woordweb

Wat bedoelen we met "Koppeling naar hedendaags leven" in een verhaal.
A
We proberen te begrijpen hoe de dingen in het verhaal verband houden met wat er nu in de echte wereld gebeurt
B
We maken een moderne variant van het verhaal (Assepoester verliest haar skateboard)
C
We zeggen hoe de dingen in het verhaal verband houden met wat er nu in de echte wereld gebeurt
D
De koppeling is de URL van het verhaal.

Slide 10 - Quizvraag

in 1 woord: de koppeling van Adam en Eva naar het moderne leven (denk aan het thema)

Slide 11 - Woordweb

Adam en Eva: welke koppeling naar het moderne leven kan je maken?
A
Je vader werd boos maar vergeeft je.
B
Je vader haalt je over om bier te drinken.
C
Je vader wordt boos en geeft je huisarrest.
D
Jij en je broer/zus eten een appel.

Slide 12 - Quizvraag

"Iedereen kon omvallen" (Toon Tellegen)
We lezen het verhaal "Iedereen kon omvallen" (zie Magister huiswerk).

Slide 13 - Tekstslide

"Iedereen kon omvallen" . Wat is de hoofdpersoon?
A
Walvis
B
Reiger
C
Eekhoorn
D
Kiker

Slide 14 - Quizvraag

welk thema heeft "Iedereen kon omvallen?"

Slide 15 - Woordweb

in 1 of 2 woorden: koppeling naar hedendaags leven

Slide 16 - Woordweb

in 2 of 3 woorden: wat is de boodschap van "Iedereen kon omvallen."?

Slide 17 - Woordweb