Herhalingsles

Vandaag..
- oefentoets 
- quiz


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag..
- oefentoets 
- quiz


Slide 1 - Tekstslide

Welke drie standen had de standenmaatschappij in Frankrijk?
(Schrijf ook de nummers erbij)

Slide 2 - Open vraag

Wat was de Nationale Vergadering?
A
Een vergadering van de adel
B
Een vergadering van de geestelijkheid
C
Een vergadering van burgers

Slide 3 - Quizvraag

Waarmee begon de Franse Revolutie?
A
Belastingverhoging van de koning
B
Bestorming Bastille
C
onthoofding van de koning
D
vlucht Willem V

Slide 4 - Quizvraag

Stelling:
Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een vernieuwde grondwet.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.

Slide 6 - Sleepvraag

Door welke gebeurtenis kwam er een eind aan de vrijheid in Frankrijk?
A
De Franse revolutie
B
Napoleon
C
Afschaffing van de standenmaatschappij
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 7 - Quizvraag

Patriotten betekent letterlijk opkomen voor het vaderland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze vraag gaat over de revolutie in Nederland.

1 De patriotten grijpen in veel steden de macht.
2 De patriotten roepen de Bataafse Republiek uit.
3 De patriotten vallen met het Franse leger Nederland binnen.
4 De patriotten worden verjaagd.

Zet de bovenstaande 4 zinnen in de juiste tijdsvolgorde:


A
1 --> 4 --> 3 --> 2
B
4 --> 1 --> 3 --> 2
C
1 --> 3 --> 4 --> 2
D
4 --> 1 --> 2 --> 3

Slide 9 - Quizvraag

Het Koninkrijk Holland hoorde bij Frankrijk
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer was de Franse Tijd in Nederland?
A
1795-1813
B
1806-1813
C
1795-1806
D
voor 1795

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitspraak over de abolitionisten is juist?
A
De abolitionisten wilden de handel met Suriname afschaffen.
B
De abolitionisten waren voorstanders van de afschaffing van de slavernij.
C
De slavernij werd afgeschaft na protesten van Europese regeringen.
D
E De abolitionisten waren voorstanders van de slavernij.

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist?
''Met de komst van Napoleon werd de slavernij in Frankrijk afgeschaft''
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide