Toetstraining economie hfdst. 4 en 5

Toetstraining PTA hfdst 4 en 5
  • Begrippen hoofdstuk 4
  • Begrippen hoofdstuk 5
  • Sommen hoofdstuk 4 en 5

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toetstraining PTA hfdst 4 en 5
  • Begrippen hoofdstuk 4
  • Begrippen hoofdstuk 5
  • Sommen hoofdstuk 4 en 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen hoofdstuk 4
  • De drie sectoren waarin arbeid en productie plaatsvindt: agrarische sector - industriële sector -dienstverlenende sector
  • Arbeidsovereenkomst en collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
  • Arbeidsmarkt
  • Brutoloon en nettoloon
  • Beroepsbevolking
  • Registreren UWV bij werkeloosheid
  • Minimumloon


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen hfdst. 5
  • Productiefactoren: arbeid, natuur, kapitaal
  • Arbeidsintensieve productie
  • Bedrijfskolom
  • Mechanisatie en automatisering
  • Inkoopprijs, Verkoopprijs en consumentenprijs
  • Btw
  • Afzet/ omzet/inkoopwaarde omzet/brutowinst en nettowinst
  • Bedrijfskosten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules en berekeningen
  1. Brutoloon berekenen (nettoloon + (sociale premies + loonbelasting)
  2. Percentage van de beroepsbevolking berekenen (deel/geheel x 100)
  3. Stijging van het inkomen berekenen in procenten(nieuw-oud/oud x 100)
  4. Verkoopprijs berekenen (verkoopprijs= inkoopprijs + brutowinst)
  5. Omzet berekenen (afzet x verkoopprijs)
  6. Brutowinst berekenen (omzet - inkoopwaarde omzet)
  7. Nettowinst berekenen (brutowinst- bedrijfskosten)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldsom 1: brutoloon berekenen
Het nettoloon van Sammy is € 1.600 per maand. Hij betaalt maandelijks € 120 aan
 belasting en € 125 aan sociale premies.
 Bereken het bruto weekloon van Sammy.


Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking
Brutoloon= nettoloon= (sociale premies +loonbelasting)
1600 + 120 +125= 1.845
1.845 x 12= 22.140,- per jaar
22.140/52 - 425,76 per week (brutoloon)
Voorbeeldsom 2: Percentage berekenen
In een land zijn 5000 inwoners werkzaam en 250 inwoners zijn op zoek naar een baan.
Hoeveel procent van de inwoners is werkloos?

Slide 6 - Tekstslide

Uitwerking
Deel/geheel x 100
250/5000 x 100
Voorbeeldsom 3: stijging berekenen
Sammy wordt binnenkort 18 jaar geworden, dan gaat hij €32,02 per dag verdienen. 
Hij verdient nu nog €27,80 per dag.
Hoeveel procent stijgt zijn loon?

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking
Nieuw-oud/oudx100
€32,02-€27,80= €4,22
4,22/27,80= 0,15
0,15 x 100= 15,2% stijgt zijn loon
voorbeeldsom 4: verkoopprijs berekenen
Amin koopt een scooter in voor € 1.250,-. De brutowinst is 57% van de inkoopprijs.
 Bereken de verkoopprijs.

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking:
1250/100 x 57 = 712,50
1250 + 712,50= 1962, 50 (verkoopprijs)
Voorbeeldsom 5: Omzet berekenen
Parfumerie Huygens verkoopt exclusieve parfums.
Gisteren zijn er 25 verkocht (afzet) voor €65,- per stuk.
Bereken de omzet (opbrengst verkopen)

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking
25 x €65 = €1625,-
Voorbeeldsom 6 en 7 bruto-/nettowinst berekenen.
De parfumerie verkoopt 15 flessen parfum voor €55,- per stuk.
De inkoopprijs van de parfum is €35,-
De bedrijfskosten zijn €125,-

  1. Bereken de brutowinst.
  2. Bereken de nettowinst.

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking:
Brutowinst= omzet-inkoopwaarde omzet
Omzet= (15 x 55) 825
Inkoopwaarde omzet=(15 x 35)525
brutowinst=825-525= 300

Nettowinst= brutowinst- bedrijfskosten
Nettowinst = 300-125= 175
Samenvatting
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Brutowinst =verkoopprijs - inkoopprijs

Omzet = afzet x verkoopprijs
Inkoopwaarde omzet = afzet x inkoopprijs
Brutowinst= omzet - inkoopwaarde omzet
Nettowinst= Brutowinst- bedrijfskosten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies