MS en Korsakoff 11VD

Overzicht module 
verdieping VVT - verpleegkunde
Per lesonderwerp staan de leerdoelen op BB.
Ons schema:

We behandelen niet ieder leerdoel in de les. Zorg dat je op de hoogte bent van de leerdoelen en deze voor jezelf kan afvinken.
Toets is op 9 mei!! 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Overzicht module 
verdieping VVT - verpleegkunde
Per lesonderwerp staan de leerdoelen op BB.
Ons schema:

We behandelen niet ieder leerdoel in de les. Zorg dat je op de hoogte bent van de leerdoelen en deze voor jezelf kan afvinken.
Toets is op 9 mei!! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- laatste gedeelte palliatieve zorg
- MS
- Korsakoff


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve Sedatie
Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-
= Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase
- continue sedatie
- kortdurend of intermitterend (bv `s nachts)
Doel is het verlichten van lijden dmv verlagen van bewustzijn 
Bij ondraaglijk lijden door onbehandelbare (refractaire) symptomen
- arts bepaald vanuit professionaliteit of een symptoom onbehandelbaar is
- randvoorwaarde; het overlijden wordt binnen 1-2 weken verwacht 

Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-draaglast cliënt/mantelzorg, lichamelijke uitputting)


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht palliatieve sedatie
• Psychosociale zorg voor cliënt/bewoner en naasten.
• Voorlichting geven over sedatie, aan zowel cliënt/bewoner en naasten als overige hulpverleners en betrokkenen over afspraak diepe sedatie? of mogelijkheid om wakker te worden.
• Afspraken maken over 'afscheid' nemen
• Assisteren arts bij sedatie
• Verpleegtechnisch handelen - subcutane toediening (Midazolam via vlindernaald) intermitterend of via pomp
• Evaluatie comfort cliënt/bewoner 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is bij palliatieve sedatie sprake van euthanasie
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Continue sedatie versus euthanasie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie
Opzettelijk levensbeëindigende handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek.
 
Zorgvuldigheidseisen arts:
  •  Vrijwilligheid bij de patiënt
  •  Herhaald en weloverwogen verzoek
  •  Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Een andere arts moet geraadpleegd zijn (SCEN)
  •  Arts moet melding maken, regionale toetsingscommissie zal toetsen of er zorgvuldig is     gehandeld
Als hieraan niet wordt voldaan is Euthanasie strafbaar



 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je benoemt, legt uit en beargumenteert:

  • De meest voorkomende verpleegproblemen bij zorgvragers met een neurologische aandoening (NAH en MS)
  • De bijbehorende verpleegkundige doelen en interventies op basis van klinisch redeneren
  • Hoe je een zorgvrager kunt ondersteunen en begeleiden bij de persoonlijke zorg en zelfredzaamheid
  • Welke disciplines een bijdrage kunnen leveren aan de zorg
  • Hoe je in de zorg samenwerkt met mantelzorg en vrijwilligers
  • welke patiëntenvoorlichting van belang is bij onderzoek en behandeling en hoe je deze voorlichting afstemt op de doelgroep onder andere rekening houdend met de culturele achtergrond
  • Wat het doel en het belang is van domotica voor deze zorgvragers en benoemt een aantal voorbeelden
  • Wat veiligheidsrisico's zijn met betrekking tot de zorgvrager, zijn naasten en zorgverleners
  • Op welke wijze je een aantal veel voorkomende risico's kunt signaleren en voorkomen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MS
- Wat is het?
- Gevolgen?
- Verpleegkundige zorg

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de symptomen bij MS

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen MS
  • Moeheid: ernstige, langdurige vermoeidheid
  • Oogproblemen: pijn in je ogen, verminderd zicht, en dubbel of wazig zien
  • Spraakproblemen: mindere concentratie, traag denken, moeilijk woorden kunnen vinden of onduidelijk spreken
  • Tintelingen: branderig of koud gevoel, tintelingen of juist een doof gevoel
  • Coördinatie: spraakstoornis, duizeligheid en trillingen (vooral in je handen)
  • Problemen met plassen: incontinentie, blaasontsteking of vaker moeten plassen
  • Problemen met poepen: verstopping, incontinentie of diarree
  • Seksuele problemen: door lichamelijke of psychische klachten
  • Pijn in je gezicht
  • Cognitieproblemen: moeite met concentreren en leren
  • Gevoel: tintelingen, koude handen en voeten, gevoelsstoornissen (koud en warm voel je niet meer); een brandend gevoel komt ook vaak voor

Bekijk ook het hoofdstuk 4.12 - aandachtspunten Verpleging en begeleiding - Boek gehandicaptenzorg 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een symptoom van multiple sclerose kan zijn het hebben van spraakstoornissen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Spraakproblemen: mindere concentratie, traag denken, moeilijk woorden kunnen vinden of onduidelijk spreken
Multiple sclerose is een ziekte waarbij aanvalsgewijze abnormale elektrische ontladingen in het centrale zenuwstelsel optreden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij multipele sclerose kan er een tijdelijke vermindering van de klachten van de ziekte optreden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Rouwproces Kübler Ross 
Zie sleepvraag volgende dia

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouwproces Kübler Ross
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
Woede
Ontkenning
Marchanderen
Verdriet en depressie
Aanvaarding

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorg bij MS
Aandachtspunten begeleiding
GHZ 4.12
Boek staat online - edition


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Bedenk in tweetallen welke veel voorkomende risico's je tegen kan komen bij MS

Werk er 1 uit volgens de PES
+ doel + interventies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korsakoff
- wat is het?
- gevolgen?
- verpleegkundige zorg

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij Korsakov is er een te kort aan
A
Vitamine C
B
Vitamine B12
C
Vitamine B1
D
Vitamine

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wernicke-encephalopathie is een acute levensbedreigende aandoening met verwardheid en loopstoornissen. De diagnose wordt vaak gemist en leidt zonder behandeling bij 20% van de zorgvragers tot de dood. Oorzaak is een ernstig tekort aan thiamine, vitamine B1, meestal door overmatig alcoholgebruik. Ook extreem ernstige ondervoeding kan dit tekort veroorzaken. De behandeling bestaat uit hoge doseringen thiamine, waarna de meeste symptomen binnen enkele dagen tot weken verdwijnen. Soms blijven de loopstoornissen bestaan.

Slide 25 - Tekstslide

Alcoholmisbruik en vitamine B1-tekort
Een ernstig tekort aan vitamine B1 heeft grote gevolgen, omdat het in alle weefsels nodig is voor het omzetten van koolhydraten, vetten en eiwitten in energie.

In de lever van gezonde mensen is een reservevoorraad opgeslagen die voldoende is voor 4 tot 6 weken.

Wie dus helemaal geen vitamine B1 meer binnenkrijgt, komt pas na ongeveer 4 tot 6 weken in de problemen.

In de tijd van Sergei Korsakov werd het syndroom regelmatig gezien bij ernstige ondervoeding, bij zwangere vrouwen die veel braakten, bij ernstige diarree, en bij allerlei andere aandoeningen van het spijsverteringskanaal. 1/3 van de gevallen werd hierdoor veroorzaakt, terwijl er in 2/3 van de gevallen sprake was van ernstig alcoholmisbruik. 

Tegenwoordig wordt het syndroom van Korsakov in Nederland bijna alleen nog maar gezien bij alcoholverslaafden omdat we de rest kunnen behandelen.


Andere factoren:
• een verminderde resorptie van vitamine B1, als gevolg van beschadiging van het spijsverteringskanaal door chronisch alcoholgebruik
 • een verminderde opslag van vitamine B1 in de lever, als gevolg van levercirrose of andere vormen van leverbeschadiging door alcoholgebruik
 • een toegenomen verbruik van vitamine B1, omdat bij de verbranding van alcohol meer van dit vitamine nodig is dan bij een normale voeding.
Waarschijnlijk zijn er ook nog een aantal erfelijke factoren waardoor sommige mensen sneller een syndroom van Korsakov ontwikkelen.

Waarom krijgt 2 tot 5% van de ernstig aan alcohol verslaafde mensen een gebrek aan vitamine B1?

Slide 26 - Open vraag

Waarom krijgt 2 tot 5% van de ernstig aan alcohol verslaafde mensen een gebrek aan vitamine B1?
Meestal is er sprake van een combinatie van factoren: zelfverwaarlozing, langdurig slecht eten, frequent braken en uiteindelijk het volledig stoppen met eten.
Dat sommige alcoholisten stoppen met eten, is niet verwonderlijk. Alcohol is een rijke bron van calorieën en remt de eetlust. Niet alleen de toegevoegde suiker, maar ook de alcohol zelf wordt in ons lichaam verbrand en omgezet in energie. Als gevolg daarvan kan de dagelijkse calorieënbehoefte door alcoholhoudende dranken gedekt worden en verdwijnt het hongergevoel.
Bij alcoholisten die enkele weken niet meer eten, ontstaat er een ernstig tekort aan vitamines en mineralen. Het tekort aan vitamine B1 leidt meestal als eerste tot problemen. Deze zijn overigens niet alleen het gevolg van een verminderde opname van vitamine B1 door de slechte 4 voeding.
Wat zijn de belangrijkste kenmerken?

Slide 27 - Open vraag

Geheugenstoornissen en het organiseren van hun gedrag

Slide 28 - Tekstslide

De symptomen die bij het syndroom van Korsakov voor (kunnen) komen zijn in een aantal hoofdgroepen in te delen:
Geheugen- en oriëntatiestoornissen
Plannings- en gedragsstoornissen
Neurologische Symptomen
Overige lichamelijke symptomen
Uitleg volgt op de volgende dia’s

Slide 29 - Tekstslide

Anterograad = onvermogen tot inprenten (van recente gebeurtenissen) Ze hebben problemen met het leren en onthouden van wat ze meemaken. Dit is de meest voorkomende amnesie.
Retrograad = betrekking tot tijd vóór het voorval. Herinneringen van minstens 10 tot 25 jaar geleden. Omdat het verlies aan recente herinneringen echter veel ernstiger is, valt het verlies van oude herinneringen niet zo goed op.
Temporisatieproblemen = uitstellen van zaken
Confabulaties =het opdissen van een verhaal dat grotendeels is opgebouwd uit verzonnen feiten om bijv. leegtes in de herinnering op te vullen
Perseveratie= het steeds herhalen, het voortduren van een handeling, nadat de prikkel hiertoe heeft opgehouden.
Er kan sprake zijn van een retrograad geheugenverlies, dat zelfs soms enkele decennia teruggaat (tot wel 25 tot 30 jaar)

De geheugenstoornissen kunnen omschreven worden als problemen met het geheugen voor het wie, wat, waar en wanneer.
Korsakovpatiënten zijn nog wel in staat om simpele taken te leren, maar wanneer ze het geleerd hebben en van wie, weten ze niet.
Confabuleren wordt vaak genoemd als een belangrijk kenmerk van mensen met een Korsakovsyndroom.
Korsakovpatiënten weven gebeurtenissen van vroeger in hun huidige bestaan in, maar zij verzinnen vrijwel nooit nieuwe omstandigheden of gebeurtenissen.
Een gevolg van het Korsakovsyndroom is het gebrek aan inzicht in de oorzaak en betekenis van hun toestand (ziekte-inzicht).

Slide 30 - Tekstslide

Door plannings- en gedragsstoornissen komen patiënten niet makkelijk tot het nemen van initiatieven. Dit kan leiden tot apathie of tot sociaal minder wenselijk gedrag, bijvoorbeeld onverschilligheid ten opzichte van de omgeving, decorumverlies en slechte lichamelijke verzorging.
In de acute fase (Wernicke) is vaak impulsiviteit, agressiviteit en verlangen naar alcohol te zien, later vooral apathie en gebrek aan interesse in de omgeving.
Faalangst doordat ze steeds vergeten waar hun plek s en dat leidt tot inactiviteit.
Andere Symptomen:
Stoornissen in het driftleven
Apathie
Depressiviteit
zelfredzaamheidsproblematiek
Decorumverlies
Afname van abstract en symbolisch denken

Slide 31 - Tekstslide

Op neurologisch gebied:
Nystagmus (oogbevingen, bij ongeveer 16%)
Polyneuropathie (spierzwakte door beschadiging van de motorische zenuwvezels), waardoor stoornissen ontstaan in de houding, het lopen en de bewegingen. Bij ongeveer 80% wordt dit waargenomen.
Andere stoornissen:
stoornis in de tastzin en het ervaren van pijn en temperatuur.

Slide 32 - Tekstslide

Door het alcoholgebruik zijn er vaak beschadigingen aan lever, alvleesklier, darmen en maagslijmvlies.
Ook kunnen hart- en vaatziekten optreden.
Tevens zijn patiënten met het Korsakovsyndroom vaak stevige rokers, wat tevens tot allerlei complicaties als o.a. COPD kan leiden.

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken zien jullie terug in dit filmpje?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige zorg
Empathisch direct benaderen wil zeggen: je kunt je als medewerker inleven in de belevingswereld van de cliënt, je sluit aan bij zijn gevoelens, denkwijze en achtergrond en laat dat ook zien. Medewerkers die zich de empathisch directieve benadering eigen hebben gemaakt, zijn in staat zodanige aanwijzingen te geven dat ze het gedrag van de bewoner/cliënt met Korsakov sturen. Niet door bevelen te geven, maar door met invoelende, sturende aanwijzingen.

Vaak wordt het 5K model ingezet; Kort, Concreet, Consequent, Continu en Creatief
Boek VVT-2 1.4 bijzondere zorgcategorieën 

Slide 35 - Tekstslide

Het 5 K-model
Kort: Informatie moet kort en bondig worden overgebracht. Hierbij wordt slechts één onderwerp tegelijk behandeld.
(K)Concreet: Abstracte situaties en taalgebruik zijn moeilijk te bevatten. Daarom is het beter zo concreet mogelijk bij het hier en nu van de cliënten aan te sluiten. Door de situatie zichtbaar te maken, worden cliënten tot handelen uitgenodigd.
(K)Consequent: Het opnemen van informatie is een moeizaam proces. Opdrachten moeten eenduidig worden gegeven en verschillende begeleiders moeten in vergelijkbare situaties zo identiek mogelijk handelen. Dit biedt duidelijkheid en houvast voor de cliënt.
(K)Continu: Regelmaat is belangrijk. Doordat de cliënt zich niet van zijn of haar eigen tekortkomingen bewust is, kan hij of zij die ook niet overzien of compenseren. Hierin ligt een belangrijke taak voor de begeleiders. Zij moeten hun werk naadloos op elkaar afstemmen.
(K)Creatief: De begeleiders benaderen de cliënt op een creatieve manier. Dit geldt ook voor het oplossen van problemen.
Zorgvrager heeft zich bevuild. Hoe reageer je? (intentie verschonen)

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies