Maatwerkweken: les 14 fictie

Nederlands 
Periode 1 - fictie 

Oefenen voor de toets 

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Periode 1 - fictie 

Oefenen voor de toets 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Begrippen toepassen in het verhaal
Begrippen toepassen in gedichten

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Leg uit wat voor soort eind dit verhaal heeft.
  • Wat is de vertelde tijd in dit verhaal?
  • Leg uit of dit verhaal chronologisch is opgebouwd.
  • Leg uit of dit verhaal een dystopie is.
  • Leg uit of dit verhaal een feelgoodverhaal betreft.
  • Noem vier flashbacks in dit verhaal.
_________________________________________________________
  • Beschrijf de ontwikkeling van de personage.
  • Leg uit of dit een science fiction verhaal is.
  • Beschrijf de stijl van dit verhaal.
  • Uit hoeveel verhaallijnen bestaat dit verhaal?
  • Beschrijf de verschillende verhaallijnen.
  • Noem vier vooruitwijzingen. 

Slide 3 - Tekstslide

Gesloten of open eind? Waarom?
Nadat de prins en prinses getrouwd waren kregen zij twee kinderen, een jongetje en een meisje. Op een dag moest de prins, die inmiddels koning was geworden voor zaken het land uit. Doornroosje bleef achter met haar twee kinderen en haar schoonmoeder.

Slide 4 - Tekstslide

Welk begrip hoort er bij de situatie?
Dit is nou juist een wereld waar jij absoluut niet in wil leven. Er zijn een heleboel akelige, vervelende kenmerken.

Je kan hier bijvoorbeeld denken aan een samenleving waarin de overheid veel geweld gebruikt en je dus bijna niks zelf mag doen of een samenleving met veel ziekte en criminaliteit

Slide 5 - Tekstslide

Welk begrip hoort er bij de situatie?
Na de dood van hun moeder heeft hun vader opeens een piepjonge vriendin. Na zijn vertrek voelt de oudste zus, Phee, zich verantwoordelijk voor het gezin. Het leven rondom haar heen gaat door, maar zij heeft het gevoel dat haar leven stilstaat. Dan komt Quinn Mitchell, haar vaders zakenpartner, met een interessante uitdaging, die ze graag aanneemt. Ze had er echter niet op gerekend dat hij verliefd op haar zou worden…

Slide 6 - Tekstslide

Welk begrip hoort er bij de situatie?
The Test is een korte, maar krachtige novelle die je aan het denken zet over migratie. In een Black Mirror-achtige sfeer krijg je een inkijkje in de psyche van de mens. Sylvain Neuvel geeft je een rauwe blik op een eventuele toekomst. In slechts honderd woorden wist hij mij compleet van de kaart te brengen. Ik ga dit boek zeker nog eens opnieuw lezen en aan ontzettend veel mensen aanbevelen. Een mindfuck en eye-opener ineen. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het rijmschema van dit gedicht?
Het lezen van kinderboeken, dat vind ik fijn
vooral met zo’n verhaal waarin in verdwijn
Uren en uren kan ik naar de letters staren,
de mooiste verhalen, die wil ik bewaren
elk nieuw verhaal is voor mij een goudmijn

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit of dit gedicht begin-, midden- of eindrijm bevat.
Door het gebruik van dit woord
Hoor je hoe het begin van de zin rijmt
Boeken zijn er in allerlei soorten en maten
Zoeken tussen alle soorten is zo fijn

Slide 9 - Tekstslide

Noteer het rijmschema
Een kinderboek lees ik elke dag
soms met een traan, soms met een lach
daarna schrijf ik online een verslag
hopelijk gaan jullie dan ook overstag

Slide 10 - Tekstslide

Welk soort rijm herken je in dit gedicht?
Een kinderboek lees ik elke dag
soms met een traan, soms met een lach
daarna schrijf ik online een verslag
hopelijk gaan jullie dan ook overstag

Slide 11 - Tekstslide

Noteer het rijmschema
Heppie

Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?

Slide 12 - Tekstslide