4.2 organismen ordenen

programma week 48.2
  1. Terugblik  - proefwerk
  2. Huiswerk bespreken 4.1
  3. bs 4.2 Ordenen van organismen
  4. Zelfstandig werken 
  5. Afsluiting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

programma week 48.2
  1. Terugblik  - proefwerk
  2. Huiswerk bespreken 4.1
  3. bs 4.2 Ordenen van organismen
  4. Zelfstandig werken 
  5. Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik - proefwerk

Slide 2 - Tekstslide

Verschil in leer - toepassing en inzichtvragen
Leervragen: je haalt het antwoord uit het boek / samenvatting.
Voorbeeld: Met welk nummer wordt het orgaan aangegeven waarin het embryo zich ontwikkelt? Antwoorden zijn kort
Toepassingvragen: je haalt de basis uit het boek / samenvatting maar past het toe op een vergelijkbare vraag.
Voorbeeld: Welke voorbehoedsmiddelen worden in 2013 minder gebruikt dan in 2003?
Inzichtvragen: je haalt de basis uit het boek / samenvatting deze kennis moet je gebruiken voor het oplossen van de vraag, het is een nieuwe situatie
Voorbeeld: Zaadcellen met een afwijkende vorm zijn minder beweeglijk dan normale zaadcellen. Wat kan hiervan het gevolg zijn?

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkelingen van het leven op aarde
4.1 Ontwikkeling van het 
leven op aarde

Slide 4 - Tekstslide

leerdoel
4.1.1 Je kunt een tijdbalk van het leven op aarde en een stamboom van organismen aflezen.



Sinds het ontstaan van de aarde zijn er allerlei soorten organismen ontstaan. Eerst ontstonden eencellige organismen. Hieruit hebben zich langzaam alle soorten ontwikkeld die wij nu kennen.

Slide 5 - Tekstslide

Stamboom van het leven.

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de stamboom van apen en halfapen. Klik op de afbeelding om deze te vergroten.
Met wie hebben de mensapen het meeste verwantschap?
A
halfapen
B
apen van de oude wereld
C
apen van de nieuwe wereld

Slide 7 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Doelstellingen
4.2.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
4.2.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Door te ordenen krijg je overzicht. Boeken in de bibliotheek staan op alfabet en verf in de bouwmarkt staat op kleur. Ook organismen kun je op basis van gemeenschappelijke kenmerken indelen in groepen.


Slide 10 - Tekstslide

Bij het ordenen verdeel je een verzameling in groepen met dezelfde kenmerk

Slide 11 - Tekstslide

Twee hoofdgroepen
Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe worden organismen   ingedeeld?

Op basis van celkenmerken  worden de verschillende  rijken ingedeeld.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Moeder = ezel      Moeder = paard

Slide 17 - Tekstslide

wat
Lezen en maken basisstof 4.2
Hoe
lees eerst de tekst van basisstof 4.2, maak daarna pas de vragen
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3) docent
Tijd
 15 minuten
Klaar
Opdrachten af? 

Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online

Niet af? --> huiswerk

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 19 - Tekstslide

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 20 - Sleepvraag

Welke rijken horen bij het domein eukaryoten?

Slide 21 - Open vraag

Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide