221122 grammatica §3 + thema C §3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom M1e! 

Planning van vandaag:

1. Mededelingen
2. Herhaling grammatica §1 (+ havo uitleg)
3. Start grammatica §3 (uitleg en opdrachten)
4. Pauze
5. Thema on/off  §3
6. Leerdoelen check
7. Toets bespreken

Pak vast je schrift en een pen!

Brochure

Brochure

Planning tweede periode:

Grammatica

Woordsoorten: §1, 3, 5 en 7

Zinsdelen: §2, 4, 6 en 8

Themalessen

Thema C: on/off

Fictie (boek lezen)

Toetsen tweede periode:

Grammatica

SO - 6 december (1x)

PW - in de toetsweek (2x)

Themalessen

Vlog - rond 12 december

(Moet 'voldaan' zijn.)

Fictie (boek lezen)

De vorige les:

Ik kan werkwoorden in een zin herkennen.

Ik kan zelfstandig werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen en benoemen.

Schrijf alle werkwoorden op en benoem of het een hww of zww is:

1. Wat heb jij gedaan?
   
   
2. President Biden heeft gisteren in het Witte Huis een verklaring getekend.

Is het onderstreepte woord een werkwoord?

1. Op het balkon zitten veel spinnen.
   
   
2. Mijn katten spinnen heel hard als ik hen aai.

Planning van vandaag:

1. Mededelingen
   
2. Herhaling grammatica §1 (+ havo uitleg)
   
3. Start grammatica §3 (uitleg en opdrachten)
   
4. Pauze
   
5. Thema on/off §3
   
6. Leerdoelen check
   
7. Toets bespreken

Leerdoelen

Ik kan zelfstandig naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Grammatica §3 (blz. 204)

Zelfstandig naamwoorden

Mensen, dieren, dingen, planten, gevoelens, namen.

Je kan er een lidwoord (de, het, een) voorzetten.

Noteer de zelfstandig naamwoorden:

1. Mijn ouders hebben gisteren een puppy gekocht.
2. Dit weekend ben ik naar Amsterdam geweest.
3. Die auto voor de deur ziet er duur uit.
4. Vanwege een ongeluk met de fiets, ben ik vandaag iets later op school.

Lidwoord (lw)

Hoort ALTIJD bij een zelfstandig naamwoord. En komt dus nooit alleen voor.

De, het = bepaald lidwoord (blw)

een = onbepaald lidwoord (olw)

Noteer de lidwoorden en benoem of het een olw of blw is:

1. Mijn ouders hebben gisteren een puppy gekocht.
2. Dit weekend ben ik naar Amsterdam geweest.
3. Die auto voor de deur ziet er duur uit.
4. Vanwege een ongeluk met de fiets, ben ik vandaag iets later op school.
5. Het was erg leuk gisteren!

Leerdoelen

Ik kan zelfstandige naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Grammatica §3 (blz. 204)

 Maak opdracht 1 t/m 4

We bespreken straks opdracht 3.

Pauze

Planning

1. Mededelingen
   
2. Herhaling grammatica §1 (+ havo uitleg)
3. Start grammatica §3 (uitleg en opdrachten)
4. Pauze
5. Thema on/off §3
6. Leerdoelen check
7. Toets bespreken

Thema C: on/off (blz. 160)

Je leert verbanden leggen tussen fictie en werkelijkheid.

Thema C: on/off (blz. 160)

We lezen en maken opdracht 1 en 2 samen.

Lesafsluiting

Ik kan zelfstandige naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Je leert verbanden te leggen tussen fictie en werkelijkheid.

Planning

1. Mededelingen
   
2. Herhaling grammatica §1 (+ havo uitleg)
3. Start grammatica §3 (uitleg en opdrachten)
4. Pauze
5. Thema on/off §3
6. Leerdoelen check
7. Toets bespreken

Toets bespreken