Brief 1: Schule + Sprachmittel 1 u. 2
6. Zeg dat je niet weet of je gaat, omdat je sinds gisteren hoofdpijn hebt.
7. Je vertelt dat je ook duizelig bent.
8. Vertel dat je morgen en volgende week toetsen hebt: een mondeling en een schriftelijke toets.
9. Vertel iets over je rooster (Stundenplan): hoe veel lesuren, hoe lang een les duurt, hoeveel pauzes op een dag.
10. Vraag aan je vriend(in) hoe het met hem/haar op school gaat: studeert hij/zij hard? Wat zijn zijn/haar lievelingsvakken? Wat voor vakkenpakket heeft hij/zij?
11. Vraag aan je vriend(in) om snel terug te schrijven.