Verkleinwoorden

Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Maak het verkleinwoord:
Film

Slide 3 - Open vraag

Klein
A
Kleintje
B
Kleinpje
C
Kleinse
D
Kleine

Slide 4 - Quizvraag

Maak Het Verkleinwoord:
Huis
A
Huiskje
B
Huispje
C
Huisje
D
Geen van allen

Slide 5 - Quizvraag

Verkleinwoorden
Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandige naamwoorden. In de Nederlandse taal worden erg vaak verkleinwoordjes gebruikt.

Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord HET

Slide 6 - Tekstslide

Makkelijk toch?

Slide 7 - Tekstslide

Verkleinwoorden
De meeste verkleinwoorden maak je door -je achter het zelfstandig naamwoord te zetten
huis - huisje
kind - kindje
stok - stokje

Slide 8 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Van zelfstandig naamwoorden kun je ook verkleinwoorden maken. 


het pad - het paadje
de beweging - het beweginkje

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is het verkleinwoord van paraplu?

Slide 11 - Open vraag

Check-out

  • Wat is het verkleinwoord van vliegtuig ?
  • Wat is het verkleinwoord van kano ?

Verwijswoorden

Slide 12 - Tekstslide

Dit was onze presentatie

Slide 13 - Tekstslide