Verkleinwoord

Pak je leesboek
en ga lezen.
timer
15:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek
en ga lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spelling 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De inhoud
Lezen
Uitleg verkleinwoorden
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkleinwoorden



Lesdoel: Ik kan verkleinwoorden goed spellen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinwoorden
Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandige naamwoorden. 
In de Nederlandse taal worden erg vaak verkleinwoordjes gebruikt.

Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord HET

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechts zie je de verkleinwoorden.
Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?
Doel: je weet wat een verkleinwoord is.

Slide 7 - Tekstslide

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je
De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.
Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus
koning


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje
koninkje 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat: je maakt de opdrachten over verkleinwoorden
Hoe: zelfstandig / samenwerkend (fluistertoon)
Hulpmiddel: je reader, de docent 
Tijd: 25 minuten
Uitkomst: antwoorden in je schrift
Klaar?: kijk je antwoorden na, werk verder, lezen of maak een ander vak. 
timer
25:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Wat is een verkleinwoord?
Hoe schrijf je een verkleinwoord?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies