Havo5 hfst 9 Materialen

Havo5 hfst 9 Materialen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Havo5 hfst 9 Materialen

Slide 1 - Tekstslide

9.1 Materiaaleigenschappen

Slide 2 - Tekstslide

Macro- meso- en microniveau
Marcroniveau => denk aan kookpunt, oplosbaarheid en kleur

Mesoniveau => hoe zijn de deeltjes geordend t.o.v. elkaar in grotere moleculen of kristalstructuren. (denk aan ijs, ijs zet uit omdat het ijskristalrooster veel ruimte tussen de moleculen inneemt

Microniveau => op de deeltjesniveau, moleculen, atomen, ionen en welke chemische bindingen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Sterkte chemische bindingen
Ion-binding (zouten) is sterk
vanderwaalsbinding is bij kleine moleculen zwak maar
bij grotere moleculen zeker in samenwerking  met waterstofbruggen wordt de binding steeds sterker

Bij een sterkere binding neemt in het algemeen het smelt- en kookpunt toe. (macroniveau)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Zuivere stoffen hebben een smelt- en kookpunt
Onzuivere stoffen hebben een smelttraject en een kooktraject

Slide 7 - Tekstslide

Elektrische geleiding 
Een stof geleidt elektrische stroom wanneer er geladen deeltjes aanwezig zijn die zich vrij kunnen bewegen (microniveau)
Denk aan metalen (in het metaalrooster) 
Zouten gesmolten en in oplossing 
Moleculaire stoffen geleiden niet 
behalve: oplossing van zuren, grafeen  
Enige geleidbaarheid in kunststoffen verkrijgen kan door de kunststof te mengen met elektrisch geleidende stoffen, bijvoorbeeld grafiet of zilverpoeder.

Slide 8 - Tekstslide

Oplosbaarheid en waterbinding
Moleculaire stoffen die waterstofbruggen kunnen vormen lossen goed op in water = hydrofiel
Moleculen die geen waterstofbruggen kunnen vormen = hydrofoob
Sommige stoffen zijn zowel hydrofiel als hydrofoob zoals katoen. Katoen lost niet op maar kan wel waterstofbruggen vormen met water en kan daardoor water goed vasthouden.

Slide 9 - Tekstslide

Vervormbaarheid en hardheid
Metalen hebben in het algemeen een grote hardheid door hun metaalbinding. Dit is een sterke binding.
Vervormen van metaal is op microniveau verschuivingen in het metaalrooster.

Slide 10 - Tekstslide

Zouten zijn niet vervormbaar. De ladingen in het ionrooster kunnen zich niet verplaatsen zonder dat dezelfde lading bij elkaar in de buurt komen.
 => afstoting 

Het zout breekt

Slide 11 - Tekstslide

Kunststoffen 

Slide 12 - Tekstslide

Kunststoffen 
Kunststoffen met lange ketens hebben sterke vanderwaalsbindingen. (microniveau) daardoor is de kunststof hard en heeft het een hoog smeltpunt (macroniveau)
Wanneer de structuur van de kunst-
stof zo  wordt gemaakts dat er veel 
contact tussen de polymeerketens is
neemt de bindingssterkte toe (mesoniveau)

Slide 13 - Tekstslide

      Kunststoffen 
thermoplast       thermoharder
Weekmakers

Slide 14 - Tekstslide

Hoe worden de toenemende krachten van
een structuur van de polymeerketens
met meer rechte lijnen genoemd?

Slide 15 - Open vraag

Is dit een voorbeeld van een
metaalrooster of een ionrooster?
Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Mengsels
In homogene mengsels is elk deeltje van de opgeloste stof omgeven door moleculen van het oplosmiddel (microniveau)

In heterogene mengsel blijven er groepjes moleculen van een stof aan elkaar vastzitten.
emulsie bijv oliedruppels in water 
=> niet stabiel 
+ emulgator wel stabiel

Slide 17 - Tekstslide

9.2 Polymeren maken

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een polymeer
Een polymeer is een lange molecuul opgebouwd uit vele monomeren. 
Voorbeeld polyetheen

Slide 19 - Tekstslide

Hoe maak je een polymeer?

Additiepolymerisatie

Polycondensatie

Polyesters


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Uit welk monomeer
is PVC opgebouwd?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Polymerisaties
je hebt de additie polymerisaties en
je hebt de condensaties polymeresaties

We bekijken eerst een korte film.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

condensatie polymeren (ether)
1) alchol en alcohol tot ethers



Naamgeving ether
1 methoxybutaan

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

condensatie reactie
1) alkaanzuren en alcoholen tot esters


Slide 29 - Tekstslide

nog een ester
condensatiereactie tussen een alcohol en een zuur. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

polyesters 

Kan alleen gevormd worden wanneer de grondstoffen bestaan uit een di-alcohol en een di-zuur.
Bijvoorbeeld: 1,2-ethaandizuur en 1,2-ethaandiol of 1,3-propaaldiol

Slide 32 - Tekstslide

amide verbinding
Bij de condensatiereactie tussen een amine en een organische zuur ontstaat een amide:

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Paragraaf 3 Polymeren toepassen
Thermoplasten en thermoharders
Vulkaniseren van rubber
eigenschappen van polymeren

Slide 36 - Tekstslide

Thermoplasten
Lange polymeermoleculen die langs elkaar heen kunnen bewegen

Slide 37 - Tekstslide

Thermoharder
Polymeermoleculen verbonden met crosslinks
Blijft hard bij verhitten

Slide 38 - Tekstslide

Vulkaniseren van rubber
1840, Charles Goodyear .  Het werd vulkaniseren genoemd omdat zwavel  
gebruikt wordt.
Het effect: 
Niet plakkerig,
elastisch en zeer 
soepel.

Slide 39 - Tekstslide

Eigenschappen van polymeren
Polymeren opgebouwd uit zeer lange ketens hebben grote vanderwaalskrachten, zijn hard een hoog smeltpunt
met crosslinks nog steviger.

Weekmakers maken de verbinding tussen de polymeermoleculen zwakker. Weekmakers zijn kleine moleculen

Slide 40 - Tekstslide

UV-gevoelig en biogradeerbaar
Wanneer een polymeer uit dubbele bindingen bestaat zijn ze zeer UV-gevoelig.  Denk aan rubbere elastieken.

Polymeren met functionele groepen zijn biodegradeerbaar. Denk aan polyesters en polyamiden

Slide 41 - Tekstslide

Op mesoniveau wijzigen
Supervezels:

Wanneer polymeerketens netjes nast elkaar gelegd worden versterk je de vanderwaalskrachten. 

Slide 42 - Tekstslide

Paragraaf 3 Aan de slag

Lees de leerstof goed door.
Maak de vragen 20 tot en met 29

Slide 43 - Tekstslide

Paragraaf 4 Metalen en composieten
Metaal produceren
Legeringen
Composieten

Slide 44 - Tekstslide

Metalen produceren
Grondstof is erts. Een combinatie van verschillende stoffen waaronder metaaloxiden of metaalsulfiden
Redoxreactie erts laten reageren met C of H2 die als reductor dienen.
Erg onedelmetaal dan electrolyse nodig. Kost veel energie. Denk aan aluminium.



Slide 45 - Tekstslide

Legeringen
Mengsel van verschillende metalen

Andere eigenschappen verkrijgen
Vaak sterker omdat door gemengde metalen in het metaalrooster de rijen niet meer goed langs elkaar kunnen schuiven.

Slide 46 - Tekstslide

Composieten
Twee of meer verschillende materialen combineren
Bijvoorbeeld
Polymeren met glasvezel, koolstofvezels (nanotubes)
Gewapend beton
Chipszakjes

Slide 47 - Tekstslide

Paragraaf 4 Aan de slag

Lees de tekst in het leerboek goed

Maak 33 tot en met 36

Slide 48 - Tekstslide

Einde thema 9
Wat heb jij nog nodig om de leerstof goed te beheersen?
Goed nakijken en bespreken.
Extra oefenen?
Uitlegfilms?

Slide 49 - Tekstslide