In deze les zitten 129 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
De klok
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
A
2 uur
B
3 uur
C
4 uur
D
5 uur
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Open vraag
A
Half 9
B
Half 10
C
Half 11
D
Half 12
Slide 7 - Quizvraag
A
Half 4
B
Half 5
C
Half 6
D
Half 7
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Open vraag
A
20 over 9
B
kwart voor 4
C
20 voor 9
D
kwart over 4
Slide 11 - Quizvraag
A
20 over 8
B
8 over 20
C
20 voor 8
D
8 voor 20
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Open vraag
A
3 over 11
B
11 over 3
C
4 over 11
D
3 voor 11
Slide 16 - Quizvraag
A
Kwart over 8
B
17 voor 3
C
17 voor 2
D
17 over 3
Slide 17 - Quizvraag
Hoe laat is het?
6 uur
A
B
C
D
Slide 18 - Quizvraag
Hoe laat is het?
half 11
A
B
C
D
Slide 19 - Quizvraag
Hoe laat is het?
09:00
A
5 uur
B
7 uur
C
Half 9
D
9 uur
Slide 20 - Quizvraag
Hoe laat is het?
08:30
A
Half 8
B
Half 9
C
Half 7
D
8 uur
Slide 21 - Quizvraag
Hoe laat is het?
half 9
A
B
C
D
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Open vraag
Hoe laat is het?
A
kwart voor 4.
B
kwart over 3.
C
kwart over 4.
D
kwart voor 3.
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Open vraag
Hoe laat is het?
A
6u30
B
5u30.
C
5u00
D
6u00
Slide 29 - Quizvraag
Wat doe je wanneer?
Slide 30 - Sleepvraag
klokrekenen.be
Slide 31 - Link
digitale klok
Slide 32 - Tekstslide
Analoge klok
Digitale klok
Slide 33 - Tekstslide
Analoge klok
Digitale klok
Slide 34 - Tekstslide
Sleep de analoge klokken naar de digitale klokken
Slide 35 - Sleepvraag
Analoge klok
Digitale klok
Slide 36 - Tekstslide
Hoe laat is het?
06:30
A
09:02
B
09:10
C
02:09
D
21:10
Slide 37 - Quizvraag
Hoe laat is het?
06:30
A
04:45
B
04:09
C
16:45
D
16:09
Slide 38 - Quizvraag
Hoe laat is het?
06:30
A
23:39
B
11:39
C
23:41
D
11:41
Slide 39 - Quizvraag
Hoe laat is het? Schrijf digitaal
Slide 40 - Open vraag
Hoe laat is het? Schrijf digitaal
Slide 41 - Open vraag
Hoe laat is het? Schrijf digitaal
Slide 42 - Open vraag
Schrijf digitaal Het is 8 uur 's morgens
Slide 43 - Open vraag
Schrijf digitaal Het is 6 over 7 's morgens
Slide 44 - Open vraag
Schrijf digitaal Het 2 voor 12 's middags
Slide 45 - Open vraag
Schrijf digitaal Het is half 10 's avonds
Slide 46 - Open vraag
Hoe laat is het op de klok?
A
Twintig voor zeven
B
Kwart na zeven
C
Half acht
D
middernacht
Slide 47 - Quizvraag
schuif de klokjes bij elkaar die hetzelfde uur hebben.
15:25
10u45
06:00
19u30
half acht
kwart voor elf
zes uur
vijven
twintig over drie
Slide 48 - Sleepvraag
klokrekenen.be
Slide 49 - Link
Deel 2:
Vraagstukken: de klok
Slide 50 - Tekstslide
Meneer Aaron vertrekt om kwart over 7 naar school. Hij doet er 25minuten over met de fiets. Om hoe laat komt hij aan?
Hij komt aan om
Slide 51 - Sleepvraag
Evelien is om 09:23 in het Centraal Station in Antwerpen. Over 22 minuten vertrekt haar trein naar Brussel. Wanneer vertrekt de trein?
A
09:35
B
09:45
C
09:55
D
10:15
Slide 52 - Quizvraag
Mevr. Imke vertrekt om 6u45 met de auto naar school. Zij moet 55minuten rijden tot aan de parking. Daarna moet zij nog 5minuten wandelen tot aan school.
Hoelaat komt Mevr. Imke aan op de parking?
Hoelaat komt Mevr. Imke aan op school?
Slide 53 - Sleepvraag
aankomst parking: 6u45 + 55min = 7u40
wandelen tot aan de school: 7u40 + 5min = 7u45
Slide 54 - Tekstslide
Olivier gaat naar de cinema. Hij vertrekt om 21:45. Hij moet 15 minuten wandelen en dan 5 minuten wandelen. Hoelaat is hij er?
Slide 55 - Open vraag
Hoelaat ben je in Mechelen
Slide 56 - Open vraag
Hoeveel minuten zit je op de trein?
A
25 minuten
B
12 minuten
C
54 minuten
D
18 minuten
Slide 57 - Quizvraag
Hoeveel minuten moet je wachten in Gent-Sint-Pieters
A
52 minuten
B
68 minuten
C
34 minuten
D
16 minuten
Slide 58 - Quizvraag
www.computermeester.be
Slide 59 - Link
Deel 2: de regel van 3
Slide 60 - Tekstslide
10u10 - 32min. = 9u38
9u38 - 5min.= 9u33
Olivier moet om 9u33 vertrekken.
Slide 61 - Tekstslide
Voorbeeld:
Hoeveel kosten 3 broden?
Slide 62 - Tekstslide
Meneer Bart kijkt 2 uur televisie per dag. Hoeveel uur televisie kijkt hij op per week?
A
14 uur
B
15 uur
C
16 uur
D
17 uur
Slide 63 - Quizvraag
Meneer Bart kijkt 14uur televisie per week.
Slide 64 - Tekstslide
Mevrouw Katrien eet elke week 21 boterhammen. Hoeveel boterhammen eet zij per dag?
A
1 boterham
B
2 boterhammen
C
3 boterhammen
D
4 boterhammen
Slide 65 - Quizvraag
Mevrouw Katrien eet elke dag 3 boterhammen.
Slide 66 - Tekstslide
Meneer Aaron fietst naar school. Hij legt 2km af in 10minuten.Hoeveel km fietst hij op 1uur?
A
5km
B
10km
C
12km
D
15km
Slide 67 - Quizvraag
Meneer Aaron fietst 12km op 1 uur.
Slide 68 - Tekstslide
Meneer Bart maakt een fietstocht. Hij fietst 125km op 5uur tijd. Hoeveel km fietst meneer Bart op 3uur tijd?
A
25km
B
50km
C
75km
D
100km
Slide 69 - Quizvraag
Meneer Bart fietst 75km op 3uur.
Slide 70 - Tekstslide
De snelste route om van Antwerpen naar Luik te gaan is 150km lang. Als we deze weg tegen 90km/uur afleggen, hoelang zijn we dan onderweg?
A
1 uur 30 minuten
B
1uur 40 minuten
C
1 uur 50 minuten
D
2 uur
Slide 71 - Quizvraag
We zijn dan (100minuten ofwel) 1 uur en 40minuten onderweg.
Lindsay en Lien moeten elk 15 ballonnen opblazen voor de verjaardag van Mario. Jan, Tom en Arend willen Lindsay en Lien helpen. Hoeveel ballonnen moeten ze elk opblazen?
A
3 ballonnen
B
4 ballonnen
C
5 ballonen
D
6 ballonen
Slide 75 - Quizvraag
Ze moeten elk 6 ballonnen opblazen.
Slide 76 - Tekstslide
Sofie rijdt tegen 40km/uur naar Parijs. Ze vertrekt om 13uur en komt aan om 21uur. Hoelang is ze onderweg als ze tegen 80km/uur rijdt?
A
4 uur
B
4 uur 30min
C
5 uur
D
5 uur 30min
Slide 77 - Quizvraag
Sofie is 4uur onderweg als ze 80km/uur rijdt.
Slide 78 - Tekstslide
Als Sofie om 13uur vertrekt richting Parijs tegen 80km/uur. Hoe laat komt zij dan aan?
A
14 uur
B
15 uur
C
16 uur
D
17 uur
Slide 79 - Quizvraag
Sofie komt om 17 uur aan in Parijs.
Foto slide 40
Slide 80 - Tekstslide
Hoe ver ligt Parijs van Antwerpen?
A
300 km
B
310 km
C
320 km
D
330 km
Slide 81 - Quizvraag
Parijs ligt 320km van Antwerpen.
Slide 82 - Tekstslide
Hoe laat is het?
11:30
A
Half 12
B
kwart over 11
C
kwart voor 11
D
Half 11
Slide 83 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
11 uur
B
7 uur
C
10 uur
D
12 uur
Slide 84 - Quizvraag
Hoe laat is het?
09:30
A
B
C
D
Slide 85 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
kwart over 8.
B
kwart voor 8.
C
kwart voor 9.
D
kwart over 9.
Slide 86 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
kwart over 3.
B
kwart over 2.
C
kwart voor 3.
D
kwart voor 2.
Slide 87 - Quizvraag
Hoe laat is het?
05:00
A
5 uur
B
kwart voor 5
C
6 uur
D
Het is 5 uur 30
Slide 88 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
kwart over 8
B
kwart over 9
C
kwart voor 9
D
kwart voor 8
Slide 89 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
half 6
B
half 9
C
kwart over 6
D
kwart voor 6
Slide 90 - Quizvraag
Hoe laat is het?
06:00
A
B
C
D
Slide 91 - Quizvraag
Hoe laat is het op deze klok?
A
12:00
B
02:00
C
14:00
D
16:00
Slide 92 - Quizvraag
Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
16:30
B
4:30
C
15:30
D
3:30
Slide 93 - Quizvraag
Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
15:30
B
12:35
C
3:30
D
0:35
Slide 94 - Quizvraag
Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
10:50
B
11:50
C
22:50
D
21:50
Slide 95 - Quizvraag
Klokken
analoge klok en digitale klok
Slide 96 - Tekstslide
3. Hoe laat ?
Je hoort de verschillende tijden. Kies A of B (blz. 68)