In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Doel van de les
Achter de betekenis van moeilijke woorden komen
Volgorde in het verhaal herkennen
Details herkennen in de tekst
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij van Koningsdag?
Slide 2 - Woordweb
We lezen de tekst samen
Juf modelt, jullie modelen
Je onderstreept of arceert de moeilijke of onbekende woorden
We bespreken deze woorden en kijken hoe we achter de betekenis komen
Slide 3 - Tekstslide
In de 2e alinea vind je een zin met figuurlijk tekstgebruik. Welke zin is dit?
Slide 4 - Open vraag
Wie heeft Prinsessedag bedacht?
A
De ouders van prinses Wilhelmina
B
De hoofdredacteur van een krant
C
Prinses Wilhelmina zelf
D
De hoofdredacteur van een televisieprogramma
Slide 5 - Quizvraag
Lees de 2e alinea. Waarom liet Beatrix Koninginnedag niet op haar verjaardag vallen?
A
Omdat ze niet meer weet wanneer ze jarig is.
B
Omdat ze vlak na de kerstdagen jarig is.
C
Omdat ze niet van verjaardagen houdt
D
Omdat het op haar verjaardag vaak lekker warm weer is.
Slide 6 - Quizvraag
Hoe zag Koninginnedag eruit in de tijd van Koningin Juliana?
A
Er werden Koningsspelen gehouden op scholen.
B
De Koningin deed niets aan Koninginnedag.
C
De koningin reisde elk jaar naar een andere stad.
D
De Koningin bleef thuis en keek naar de burgers die langsliepen.
Slide 7 - Quizvraag
Waar of niet waar? 1. Op 30 april vieren we Koningsdag, want dan is de koning jarig 2. Prinses Wilhelmina is geboren op 31 augustus 1885 3. In de tijd van prinses Wilhelmina was Nederland erg verdeeld in verschillende groepen 4. De Dag van de Arbeid is niet zo belangrijk meer in Nederland
Slide 8 - Open vraag
Zet in de juiste volgorde: 1. Koning WA wordt koning en organiseert de Koningsspelen voor scholen. 2. Prinsessedag op 31-8-1885. 3. Koningin Juliana bedenkt het defilé. 4. Dag van de arbeid werd nog veel gevierd. 5. Koningin Beatrix viert Koningsdag niet op haar eigen verjaardag.
Slide 9 - Open vraag
Waar of niet waar? 1. De voorloper van Koninginnedag heette Prinsesjesdag 2. Voor de 2e WO waren alle Nederlanders voorstanders van het Koningshuis 3. Toen Juliana koningin werd, was er jaarlijks een defilé 4. Kinderen zongen een lied voor de juf van de school
Slide 10 - Open vraag
Stel je voor: De koninklijke familie komt in Hengelo voor Koningsdag. Welke activiteiten bedenk jij voor die dag?
Slide 11 - Open vraag
Koningin Beatrix
Koningin Wilhelmina
Koningin Juliana
Koning Willem Alexander
27 april
30 april
31 januari
31 augustus
Moeder
Zoon
Grootmoeder
Overgrootmoeder
Slide 12 - Sleepvraag
Wat heb je geleerd in deze tekst wat je voor deze les nog niet wist?