Bezittelijk voornaamwoord Frans

Het bezittelijk voornaamwoord
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het?
Mijn broer - mijn zus - jou huis - onze auto


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1 uitzondering! Bij enkelvoud met klinker of stomme h, altijd mannelijke vorm gebruiken. -> mon amie  

Slide 4 - Tekstslide

C'est .... (mijn) mère
A
mon
B
ma
C
mes
D
ta

Slide 5 - Quizvraag

C'est (jouw) père?
A
ton
B
mon
C
ta
D
ma

Slide 6 - Quizvraag

Non, c'est (zijn) mère.
A
son
B
ta
C
ses
D
sa

Slide 7 - Quizvraag

1 uitzondering! Bij enkelvoud met klinker of stomme h, altijd mannelijke vorm gebruiken. -> mon amie  

Slide 8 - Tekstslide

Ons/jullie/hun

Slide 9 - Tekstslide

C'est (onze) père.
A
nos
B
votre
C
notre
D
leur

Slide 10 - Quizvraag

C'est (jullie) mère?
A
votre
B
leur
C
notre
D
vos

Slide 11 - Quizvraag

Ce sont (jullie) enfants?
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 12 - Quizvraag

1 uitzondering! Bij enkelvoud met klinker of stomme h, altijd mannelijke vorm gebruiken. -> mon amie  

Slide 13 - Tekstslide

1. (hun) père.
2. (onze) frère.
3. (jullie) parents.

Slide 14 - Open vraag

Hoe komt het op de toets?
Op de toets worden woorden uit het hoofdstuk gebruikt. Leer daarom de woordjes met het juiste lidwoord erbij. 

Let op! Van woorden die meervoud zijn (als je aan het eind bijvoorbeeld een -s ziet) maakt het niet uit of ze mannelijk of vrouwelijk zijn! 

Slide 15 - Tekstslide