Vitale Functies

Vitale functies
Ademhaling en bewustzijn
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitale functies
Ademhaling en bewustzijn

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud

  • Ademhalingsstelsel
  • Het observeren van de ademhaling
  • Bewustzijn controleren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen waarom het belangrijk is om de ademhaling te controleren
  • Je weet hoe je de ademhaling moet controleren
  • Je weet hoe je het bewustzijn moet controleren

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de vitale functies?

Slide 4 - Open vraag

De vitale functies zijn:
  • Ademhaling
  •  Bewustzijn 
  • Circulatie (hartslag & bloeddruk) 
  • Lichaamstemperatuur

Slide 5 - Tekstslide

De longen
Luchtpijp
Bronchïen
Longblaasjes

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de route van de ademhaling?

Route van buiten naar binnen

Neus

-->
mondholte

-->
keelholte (pharynx)

-->
strottenhoofd (larynx)

-->
Luchtpijp (trachea)

-->
Longblaasjes (alveoli)

<--
eindvertakking (eindbronchiool)
<--
kleine luchtpijpvertakking (bronchi)
luchtpijpvertakking (bronchioli)
<--
Luchtpijptak (bronchus)
<--

Slide 9 - Tekstslide

Hoe gaat het inademen?
A
Luchtstroom naar binnen, ribben gaan omlaag, longen worden groter, middenrif omhoog
B
Luchtstroom naar buiten, ribben gaan omhoog, longen worden groter, middenrif omhoog
C
Luchtstroom naar binnen, ribben gaan omhoog, longen worden groter, middenrif omlaag
D
Luchtstroom naar binnen, ribben naar beneden, longen worden groter, middenrif omlaag

Slide 10 - Quizvraag

Hoe gaat het uitademen?
A
Luchtstroom naar buiten, ribben naar beneden, longen worden kleiner, middenrif omhoog
B
Luchtstroom naar buiten, ribben omhoog, longen worden kleiner, middenrif omlaag
C
Luchtstroom naar buiten, ribben naar beneden, longen worden groter, middenrif omlaag
D
Luchtstroom naar buiten, ribben omhoog, longen worden kleiner, middenrif omhoog

Slide 11 - Quizvraag

Borst en buikademhaling 
Borstademhaling                                        Buikademhaling
Inademen:                                                      Inademen:
Borst & ribben omhoog                            Middenrif omlaag
Longen worden groter                        Longen worden groter

Uitademen:                                                    Uitademen:
Borst & ribben omlaag                            Middenrif omhoog
Longen worden kleiner                       Longen worden kleiner

Slide 12 - Tekstslide

Observatiepunten

Slide 13 - Tekstslide

Normale ademhaling
  • bij volwassenen 14 tot 18 maal per minuut
Een hoge ademfrequentie komt voor bij
  • aandoeningen van longen en luchtwegen;
  • hartafwijkingen;
  • koorts;
  • lichamelijke inspanning;
  • emotie.

Een lage ademfrequentie komt voor
  • in slaaptoestand en rusttoestand;
  • na het gebruik van slaapmiddelen.

Frequentie

Slide 14 - Tekstslide

Diepte en gelijkmatigheid

Een oppervlakkige ademhaling komt voor bij:
  • Aandoeningen van de ademhalingsorganen (astma, hyperventilatie)
  • Sommige hart- en vaatziekten.(hartfalen)


Een diepe ademhaling komt onder andere voor:
  • Na het gebruik van slaapmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Ritme
Geluid
Rochelend, piepend, snurkend

Slide 16 - Tekstslide

Kussmaul-ademhaling

  • Een regelmatige, diepe ademhaling.
  • Het komt voor bij bewusteloosheid door een verhoogd bloedsuikergehalte

Slide 17 - Tekstslide

Cheyne-Stokes-ademhaling


  • Een onregelmatig en ongelijkmatig ademhaling.
  • Het is een in diepte toenemende ademhaling, die geleidelijk oppervlakkiger wordt, waarna een kortere of een langere adempauze volgt.
  • Komt voor bij mensen die op sterven liggen.

Slide 18 - Tekstslide

OPDRACHT:
Ademhaling observeren
Ga in je subgroep de ademhaling bij elkaar observeren aan de hand van het Vilans protocol.
  • 1 iemand is de zorgvrager
  • 1 iemand is de verzorgende
  • 1 iemand is de observeerder (vilans protocol nodig)


Hierna draai je door zodat iedereen elke rol heeft gehad. Als je met z'n tweeën bent is de zorgvrager ook de observeerder.
Jullie krijgen hiervoor 10 minuten de tijd.

Slide 19 - Tekstslide

OPDRACHT:
Bewustzijn
1. Hoe controleer je het bewustzijn bij een zorgvrager? 

 

2. Zoek op welke stappen je moet nemen om het bewustzijn van een zorgvrager te controleren. Doe dit individueel en in stilte. 

Je krijgt hiervoor 5 minuten de tijd

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Lesdoelen behaald?
  • Je kan uitleggen waarom het belangrijk is om de ademhaling te controleren
  • Je weet hoe je de ademhaling moet controleren
  • Je weet hoe je het bewustzijn moet controleren

Slide 22 - Tekstslide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 23 - Tekstslide

Vitale functies - 
Lichaamstemperatuur 

Slide 24 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?

  • Theorie lichaamstemperatuur
  • Koorts
  • Verschillende meters

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer wordt
gewicht geobserveerd?

Slide 26 - Woordweb

Warmteproductie

De lichaamstemperatuur wordt geregeld
 vanuit twee temperatuurcentra. Deze 
bevinden zich in de tussenhersenen 
en in de hersenstam.

 Het lichaam produceert warmte door de 
verbranding van voedingsstoffen in de cellen.

Slide 27 - Tekstslide

Warmte verlies
via de huid (dit gebeurt via uitstraling en transpiratievocht)

via de uitademingslucht

met de uitscheiding van urine en ontlasting

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Normale lichaamstemperatuur

  • Normaal waarde 36-37,5
  • 's Morgens lager dan ‘s avonds (stofwisseling)
  • Na inspanning lichaamstemperatuur hoger (39 graden)



Een afwijkende temperatuur is een symptoom dat iets niet in orde is.

Slide 30 - Tekstslide

Koortsverschijnselen
  • temp > 38
  • Koud, rillerig, bleke gelaatskleur
  • Voelt warm aan, blosjes op de wangen
  • Transpireren
  • Algehele malaise
  • Koude rilling bij snel oplopende koorts

Slide 31 - Tekstslide

Oorzaken Koorts
Weefsel beschadigd door
  • micro-organismen: infectie
  • ongeluk
  • chemische stoffen, verbranding


Hogere verbranding
  • inspanning
  • te sterke schildklierwerking

Nuttig:

helpt opruimen
vervelend, maar in principe niet schadelijk.


Schadelijk bij:
HEEL hoge temp (>42°)

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht



  • Benoem de voor- en of nadelen!
  • Welke voorzorgsmaatregelen neem je?
  • Waar gaat je voorkeur naar uit en waarom?
  • Welke methode pas je toe bij welke doelgroep?
Maak dit in 2 tallen. Je krijgt hiervoor 10 minuten.

Manieren om de temperatuur te meten: rectaal (rectum)
axillair (oksel), oraal (mond), femoraal (lies), Intra-auraal/ tympanisch (oor), voorhoofd of slaap.

Slide 33 - Tekstslide

Soorten Thermometers
Analoge thermometer 

Infrarode digitale thermometer

Digitale of elektronische thermometer 

Slide 34 - Tekstslide

Observaties bij Koorts
  • Huid (kleur, transpiratie)
  • Bewustzijn
  • Ademhaling
  • Pols
  • (Bloeddruk)



Bijzonderheden:
Koude rilling bij snel oplopende koorts

Slide 35 - Tekstslide

  • Rust
  • Juiste omgevingstemperatuur
  • Geen fel licht
  • Voeding
  • Vocht
  • Hygiëne
  • Medicatie

Verzorging bij koorts 

Slide 36 - Tekstslide

  • koele kleding, koele omgeving
  • niet te veel lagen
  • huid afspoelen
  • koele dranken
  • voldoende drinken (water en zout!)
  • vochtbalans in de gaten houden
  • eventueel koortsremmende medicijnen (bv. paracetamol)

Maatregelen bij koorts 

Slide 37 - Tekstslide

Welke complicaties kunnen bij koorts voorkomen

Slide 38 - Open vraag

Koude rilling en zijn verloop
Bij een snelle, acute temperatuurstijging, kan de zogenaamde koude rilling optreden.

 OPDRACHT:


Zoek in stilte de verschillende fasen van 
koude rilling en de bijbehorende 
verschijnselen ervan

Slide 39 - Tekstslide

Fase 1: Koudestadium
De zorgvrager rilt van de kou, ligt te klappertanden en ligt te schudden in bed.

Fase 2: Warmtestadium
Er is sprake van een acute temperatuurstijging. De zorgvrager is onrustig en angstig.

Fase 3: Transpiratiestadium
De zorgvrager gaat sterk transpireren, waarbij de lichaamstemperatuur daalt. De zorgvrager heeft een bleke gelaatskleur, een snelle pols en het klamme zweet staat op zijn voorhoofd.

Slide 40 - Tekstslide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 41 - Tekstslide

Vitale functies - circulatie

Slide 42 - Tekstslide