Linking words 2

2B
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2B

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
Weten we:
- Wat linking words zijn en wat ze doen.
- Welk linking word in de zin moet.

Slide 2 - Tekstslide

Linking words

Slide 3 - Tekstslide

Linking words

Linking words help you to understand a sentence.
Linking words help you to write correct English sentences.

Linking words zijn dus belangrijk!!
We gaan de betekenis leren & het gebruik oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoorden
Ik hou van pizza en ik hou van friet.

Hij gaat naar school maar hij heeft geen zin.

Ze heeft pijn omdat ze van haar fiets is gevallen.


Slide 5 - Tekstslide

Linking words
Are words that connect two sentences to each other.

example
I am going home. I am going to eat pizza.
I am going home and I am going to eat pizza.

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende soorten
toevoeging: and, also, too

tegenstelling: but, however, although

oorzaak/gevolg: because, since, so

voorbeelden geven: such as, for example

Slide 7 - Tekstslide

I have to write a letter, ...... our computer is broken.
A
in fact
B
but
C
when

Slide 8 - Quizvraag

I have to write a letter, but our computer is broken
We use but to contradict what we where saying.

Slide 9 - Tekstslide

Sofie likes to use Instagram....... she uses Snapchat.
A
because
B
when
C
and

Slide 10 - Quizvraag

Sofie likes to use instagram and she uses Snapchat.
We use and to add extra information.

Slide 11 - Tekstslide

I bought a new phone....... I dropped my old phone on the floor
A
if
B
because
C
always

Slide 12 - Quizvraag

I bought a new phone because i dropped my old phone on the floor.
We use because to give a reason why we did something.

Slide 13 - Tekstslide

Page 90

Slide 14 - Tekstslide

Is het leerdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll