1. De maatschappij verandert

Cultureel-mentale ontwikkelingen in 
Nederland na 1945


Paragraaf 1 De maatschappij verandert
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cultureel-mentale ontwikkelingen in 
Nederland na 1945


Paragraaf 1 De maatschappij verandert

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag
A. Lees par 1, maak een sv van par 1
 (zonder laptop, mag wel met oortjes, moet in stilte)
B. Uitleg over par 1

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Feitjes jaren 50:
  1. Roken was heel gewoon, iedereen rookte
  2. Moeders waren de hele dag thuis
  3. 48 urige werkweek (dus ook op zaterdag!)
  4. 1 x per week douchen
  5. Hele week in dezelfde kleding, weekend nette kleding
  6. Kostgeld
  7. Verkering .......? 

Slide 4 - Tekstslide

gezellig samen radio luisteren
lezen...

Slide 5 - Tekstslide

kerkbezoek
spelletjes

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Na de tweede wereldoorlog

Huizen in puin en getrouwde stellen moesten bij hun ouders blijven wonen.

Veel mensen "durfden" weer te trouwen en kinderen te krijgen.

Babyboomers!

Slide 8 - Tekstslide

De Wederopbouw lukt!

  • Nederland wordt opgebouwd met behulp van het Marshallplan (Amerika)


    Slide 9 - Tekstslide

    De Nederlandse regering

    Begon niet met huizen bouwen maar fabrieken herstellen

    Hierdoor zouden er meer banen komen en zou de export weer op gang komen

    Daarnaast kreeg Nederland de Marshallhulp van Amerika.

    Bestond uit geldleningen, grondstoffen, goederen en levensmiddelen.

    Slide 10 - Tekstslide

    De welvaart stijgt
    • Nederland wordt een consumptiemaatschappij (=mensen kopen spullen die ze eigenlijk niet nodig hebben)


      Slide 11 - Tekstslide

      Een auto, vakantie en een sigaar...
      ...wat een luxe!

      Slide 12 - Tekstslide


      Amerikanisering


      • De invloed van Amerika in Europa neemt niet alleen politiek toe: na de oorlog komen ook bedrijven als Coca Cola en Levi Strauss naar Nederland. 
      • Hierdoor nemen ook in het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld in de kleding of de muziek, veel Nederlanders Amerikaanse gebruiken over.
      • Dit heeft amerikanisering.
      De Amerikaanse acteur James Dean wordt vaak genoemd als rolmodel voor de opstandige tiener: vetkuif, spijkerbroek en roken. Niet alleen de Amerikaanse jeugd nam zijn uiterlijk (en gedrag) over. Ook de Nederlandse jongeren, die zijn films in kleur in de bioscoop konden bekijken, vonden hem 'stoer'. De ouders spraken er, uiteraard, schande van! Lang heeft James Dean niet van zijn succes kunnen genieten: op 24-jarige leeftijd kwam hij bij een auto-ongeluk om het leven.

      Slide 13 - Tekstslide

      Aan de slag
      • Lees par 1
      • Maak par 1
      • Beantwoordt de deelvragen
      • Leer par 1
      timer
      10:00

      Slide 14 - Tekstslide

      Leerdoelen

      Slide 15 - Tekstslide

      Aan de slag
      A. Lees par 1, maak een sv van par 1, leer de begrippen.
       (zonder laptop, mag wel met oortjes, moet in stilte)
      B. Uitleg over par 1

      Slide 16 - Tekstslide

      Welk woord hoort niet thuis in het rijtje
      1. puinruimen-babyboom-huizen bouwen-lage lonen
      2. wederopbouw-stijging welvaart-zuinig leven-wasmachine
      3. sociale controle van ouders-Amerikanisering-massacultuur-consumptiemaatschappij

      Neem voor je blz 88. Geef een definitie van informatiemaatschappij (in eigen woorden)

      Slide 17 - Tekstslide

      Slide 18 - Video

      Inleven (par 2)


      Als je een bron goed wil begrijpen is het belangrijk dat je je kunt inleven in de persoon over wie de bron gaat. Pas dan kan je goed begrijpen waarom deze persoon doet wat hij doet. 



      Slide 19 - Tekstslide

      Het is dan wel belangrijk dat je iets weet over de tijd en omstandigheid waarin deze persoon leefde. Stel jezelf vragen als deze:


      - Over welke tijd en plaats gaat het? 
      - Welke ideeën hadden de mensen toen?
      - In welke omstandigheden leefde de persoon?
       Bijvoorbeeld:
      • was de persoon rijk of arm?
      • had de persoon veel of weinig macht?
      • was er oorlog of vrede?
      Het is dan wel belangrijk dat je iets weet over de tijd en omstandigheid waarin deze persoon leefde. Stel jezelf vragen als deze:

       

      - Over welke tijd en plaats gaat het?
      - Welke ideeën hadden de mensen toen?
      - In welke omstandigheden leefde de persoon?
       Bijvoorbeeld:
      • was de persoon rijk of arm?
      • had de persoon veel of weinig macht?

      Slide 20 - Tekstslide

      Slide 21 - Video

      Het is dan wel belangrijk dat je iets weet over de tijd en omstandigheid waarin deze persoon leefde. Stel jezelf vragen als deze:


      - Over welke tijd en plaats gaat het? 
      - Welke ideeën hadden de mensen toen?
      - In welke omstandigheden leefde de persoon?
       Bijvoorbeeld:
      • was de persoon rijk of arm?
      • had de persoon veel of weinig macht?
      • was er oorlog of vrede?
      Het is dan wel belangrijk dat je iets weet over de tijd en omstandigheid waarin deze persoon leefde. Stel jezelf vragen als deze:

       

      - Over welke tijd en plaats gaat het?
      - Welke ideeën hadden de mensen toen?
      - In welke omstandigheden leefde de persoon?
       Bijvoorbeeld:
      • was de persoon rijk of arm?
      • had de persoon veel of weinig macht?

      Slide 22 - Tekstslide

      1. Leer en maak  par 1 (=HW)
      2. Oefen de vaardigheid in par 2

      Slide 23 - Tekstslide

      Aan de slag
      • Lees par 1
      • Maak par 1 (eventueel par 2)
      • Beantwoordt de deelvragen
      • Leer par 1
      timer
      10:00

      Slide 24 - Tekstslide

       filmpjes
      - filmpje 1 ; armoede  en Amerikanisering in de jaren 50
      - filmpje 2: Andere tijden, de jaren 50

      Slide 25 - Tekstslide

      Slide 26 - Video

      Slide 27 - Link