Chapter 5E: Prefixes and Suffixes HSX

Prefixes and Suffixes
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Prefixes and Suffixes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goal

At the end of this lesson I know what prefixes and suffixes are.
I can correctly form and use prefixes and suffixes.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Find out the rule
Example A: Don't get me wrong, I like the idea that people want to visit my city. It's just that I absolutely dislike all the mess they leave behind.

Example B: He is this years intern. He is doing his internship at this company. 


Slide 3 - Tekstslide

Ask SS to read these 2 examples and what the differences are
like-dislike (dis- = not/the opposite)
play-replay (re- = again/back)

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
Letters die we VOOR het woord plaatsen
Ze veranderen de betekenis van het woord.

Voorbeelden: 
non- /un-/ im-/ il-/ in-/ ir-/ dis-
re-
mis-            

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze prefixes betekenden 'niet' of 'het tegenovergestelde'
non-             sense -> nonsense
un-               used -> unused
im-               possible -> impossible
il-                  legal -> illegal
in-                compatible -> incompatible
ir-                 responsible -> irresponsible
dis-             appear -> disappear

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Re- betekend 'opnieuw' of 'terug'
act -> react
play -> replay
turn -> return

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mis- betekend 'verkeerd' of 'niet'
place -> misplace
understand -> misunderstand

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je onthouden?

re- means?
mis- means?

Slide 9 - Tekstslide

re- means again/back
mis- means wrong/not
Suffixes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
Letters die we ACHTER een woord plaatsen
Ze veranderen de betekenis van het woord

Voorbeelden:
-er
-ing/ -ment
-ness

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
Om te praten over 'de persoon die de actie doet', plus -er 
teach -> teacher
rap -> rapper

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes

Om een werkwoord te veranderen in een zelfstandignaamwoord: plus -ing/ -ment
move -> movement
paint -> painting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
Om een bijwoord of bijvoegelijknaamwoord te veranderen in een zelfstandignaamwoord: plus -ness

friendly -> friendliness
sad -> sadness

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix/suffix

...proper
A
un-
B
im-
C
in-
D
dis-

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix/suffix

respect...
A
-less
B
-ible
C
-ful
D
-able

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix/suffix

...typical
A
a-
B
im-
C
un-
D
in-

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix/suffix

regular...
A
-ed
B
-ing
C
-al
D
-ly

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix/suffix

...sufficient
A
im-
B
un-
C
in-
D
a-

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix/suffix

...honour...
A
dis-
B
un-
C
-ible
D
-able

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je van het volgende woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)


......appear

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je van het volgende woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)

correct

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je van het volgende woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)


complete

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je van het volgende woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)

welcome

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In conclusion
Today's goals were:
At the end of this lesson I know what prefixes and suffixes are.
I can correctly form and use prefixes and suffixes.

Time to work:
29, 30, 31, 33, pages 74-77 done? work on your podcast for tomorrow or continue with the reading exercises!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

END

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies