Elk land dat internationale handeldrijft, heeft een betalingsbalans. Nederland exporteert in waarde meer dan het importeert. Hoe ziet de betalingsbalans van Nederland eruit?
A
De betalingsbalans vertoont een evenwicht.
B
De betalingsbalans vertoont een overschot.
C
De betalingsbalans vertoont een tekort.
D
Er is geen betalingsbalans.
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Elk land dat internationale handeldrijft, heeft een betalingsbalans. Nederland exporteert in waarde meer dan het importeert. Hoe ziet de betalingsbalans van Nederland eruit?
A
De betalingsbalans vertoont een evenwicht.
B
De betalingsbalans vertoont een overschot.
C
De betalingsbalans vertoont een tekort.
D
Er is geen betalingsbalans.
Slide 1 - Quizvraag
Wanneer nemen de buitenlandse valutareserves van een land af?
A
Als er meer wordt geëxporteerd dan geïmporteerd
B
Als er meer wordt geïmporteerd dan geëxporteerd
C
Als er meer kapitaalimport is dan export
D
Bij een positieve betalingsbalans
Slide 2 - Quizvraag
Lesdoelen
In deze les leer je het verschil tussen welvaart in enge en ruime zin, hoe welvaart gemeten wordt en hoe de Lorenz curve in zijn werk gaat.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Artsendichtheid gaat over...
A
Welzijn
B
Welvaart
Slide 12 - Quizvraag
Het BBP gaat over..
A
Welvaart
B
Welzijn
Slide 13 - Quizvraag
Voorbeelden van welvaart in ruime zin zijn.... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Gezondheid
B
Koopkracht hebben
C
Een huis hebben
D
Vrije tijd
Slide 14 - Quizvraag
Twee stellingen: 1. Vrijwilligers werk kan bijdragen aan de welvaart in ruime zin. 2. Hoe groter de welvaart in enge zin, hoe groter de welvaart in ruime zin.
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout
Slide 15 - Quizvraag
Waarom is welvaart in ruime zin niet meetbaar?
A
omdat welvaart in ruime zin meer dan alleen geld is.
B
Dat is het wel. Nederland is een rijk land.
C
Dat is het wel, aan alles hangt een prijs
D
Omdat de behoefte aan tijd en geld per persoon verschillen
Slide 16 - Quizvraag
Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens gelijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Bekijk deze Lorenzcurve.
Welke van de drie curves is die van een ontwikkelingsland? A, B of C?
A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C
D
de rechte lijn
Slide 18 - Quizvraag
Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%
Slide 19 - Quizvraag
Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar de rijkste 10% van de bevolking?
A
Ongeveer 30%
B
Ongeveer 40%
C
Ongeveer 50%
D
Ongeveer 70%
Slide 20 - Quizvraag
Stel: je tekent de Lorenzcurve van de volgende vijf inkomens: Pim € 60,- Memphis € 120,- Jolanda € 80,- Abir € 200,- Otto € 40,- Hoeveel % van het inkomen past bij de Lorenzcurve van bovenstaande vijf inkomens bij 60% van de bevolking?
A
12%
B
20%
C
36%
D
60%
Slide 21 - Quizvraag
Lesdoelen
In deze les leer je het verschil tussen welvaart in enge en ruime zin, hoe welvaart gemeten wordt en hoe de Lorenz curve in zijn werk gaat.
Slide 22 - Tekstslide
In welke mate is het lesdoel behaald?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%
Slide 23 - Quizvraag
Heb je nog vragen en/of onduidelijkheden?
Slide 24 - Open vraag
Huiswerk
Digitaal maken module 7 hoofdstuk 2 vraag 1 t/m 10.