2.2 Iedereen evenveel?

2.2 Iedereen evenveel?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Iedereen evenveel?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Inkomensverdeling

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg §2.2
  • Zelfstandig aan het werk 
  • Terugblik les van vandaag

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je: 
  1. Waarom er inkomensverschillen zijn
  2. Wat een Lorenzcurve is
  3. Hoe je een Lorenzcurve afleest

Slide 5 - Tekstslide

Op een schaal van 1 tot 100, waarbij Bill Gates op 100 staat. 
Hoe rijk denk je dat de gemiddelde Nederlander is?

 Geef een getal van 1 tot 100 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Is het inkomen van iedereen gelijk? 
Waardoor ontstaan inkomensverschillen? 

Slide 8 - Tekstslide

Cumulatief  % inkomen
Cumulatief % huishouden
Om te laten zien hoe groot de inkomensverschillen zijn, gebruiken we de Lorenzcurve. 

Op de horizontale as het cumulatieve percentage huishoudens

op de verticale as het cumulatieve percentage inkomens

De lorenzcurve begint altijd bij (0,0) want 0% van de huishoudens verdient 0% van het inkomen 

Lorenzcurve

Slide 9 - Tekstslide

volkomen gelijke inkomensverdeling 
Als de inkomens volkomen gelijk verdeeld zijn, zal iedereen evenveel krijgen
Werkelijke verdeling
Hoe groter de inkomensverschillen, hoe boller de lorenzcurve verloopt.
Cumulatief % huishouden
Cumulatief  % inkomen
Lorenzcurve

Slide 10 - Tekstslide

Dus: 
Er zijn verschillende oorzaken voor inkomensverschillen. 
Denk hier bij aan: 
  • Het soort werk dat je doet
  • Hoeveel uur je werkt
  • Het niveau van je opleiding
  • Schaarste verschillen in beroepen bijv. Topsporters

Slide 11 - Tekstslide

Hoe lees je een Lorenzcurve af? 
Hoeveel procent van het totale inkomen wordt verdiend door de 70% huishoudes met de laagste inkomens? 

Hoeveel procent van het totale inkomen wordt verdiend door de 70% huishoudens met de hoogste inkomens? 
Cumulatief % huishouden
Cumulatief  % inkomen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Huiswerk
Maken voor de volgende les: 
2.6 t/m 2.11 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je: 
  1. Waarom er inkomensverschillen zijn
  2. Wat een Lorenzcurve is
  3. Hoe je een Lorenzcurve afleest

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 2.2.2; Is de hoogte van je inkomen belangrijk?

nakijken 2.7 tot en met 2.11

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 2.2.2; Is de hoogte van je inkomen belangrijk?
Pak je schrift erbij en geef antwoord op de volgende vragen;

Wat houdt welvaart in volgens jou?
Wanneer ben jij gelukkig?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welvaart: geeft aan hoeveel behoeften iemand kan bevredigen.

Hoe meer behoeften je kunt bevredigen hoe hoger je welvaart.Normaal gesproken dus hoe meer geld en tijd (=middelen) iemand heeft hoe hoger de welvaart.

Zelfvoorziening: zelf maken/doen wat je nodig hebt

Slide 20 - Tekstslide

Welvaart in enge en ruime zin

  • Welvaart in ruime zin:   inkomen, geluk, gezondheid -> moeilijk te meten
  • Welvaart in enge zin:   welvaart in geld uitdrukken ->
    te meten met het BBP (Bruto binnenlands product)

Slide 21 - Tekstslide

Een wereld van verschil
Welvaartsindicatoren
- BBP per hoofd van de bevolking
- Lorenzcurve
- HDI: Human development index
- Big mac index 



Slide 22 - Tekstslide

Welvaart en het BBP
BBP = het Bruto Binnenlands Product
             dit is de totale productie van bedrijven en 
             overheid in een land

De welvaart in enge zin wordt gemeten door het BBP te delen door het aantal inwoners = BBP per inwoner. 

Slide 23 - Tekstslide

De Big Mac-index :
hoeveel hamburgers krijg je voor $ 50

Slide 24 - Tekstslide

Andere benaderingen van welvaart
Men is zich steeds bewuster dat het BBP niet genoeg zegt over de status van een land. Andere benaderingen steken de kop op, zo ook het Bruto Nationaal Geluk (gross national happiness, GNH).



Slide 25 - Tekstslide

Indicatoren voor welvaart
in ruime zin
Dit bewustzijn heeft er toe geleid dat er ook indicatoren bedacht zijn om welvaart in brede zin  uit te kunnen drukken en landen met elkaar te vergelijken. Zo heb je:
  • de HDI (Human Development Index)
  • en het groene BBP 

Zie voor beide ook het boek




    Slide 26 - Tekstslide

    HDI (Human Development Index)
    Een ranglijst van landen in de mate van welvaart. 
    Indexgetal tussen de 0 en 1. 

    HDI meet méér dan het bbp, denk aan:
    • Levensverwachting
    • Onderwijs
    • Het bbp zelf (dit is dus ook een onderdeel van de HDI)

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Tekstslide

    Aan de slag
    Maak opdracht 2.12 t/m 2.14. Bestudeer daarbij nogmaals de tekst van 2.2.2 in je boek.

    Klaar?
    Leer alle begrippen en zorg dat je alle
    vragen hebt gemaakt

    Slide 29 - Tekstslide