In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Module 8 Professionele ontwikkeling
1 Deskundigheid
op peil houden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat continue professionele ontwikkeling is
je kunt beschrijven wat het belang is van een leven lang ontwikkelen
Je kunt uitleggen wat de redenen zijn voor een leven lang leren
Je kunt benoemen wat formeel en informeel leren is
Je kunt uitleggen wat het verband is tussen wetenschappelijk onderzoek en je beroepsuitoefening
Je kunt toelichten wat het belang is van e-learning voor je beroepsuitoefening
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeelden
Werken aan je professionele ontwikkeling kan dmv:
vaktijdschriften lezen
cursussen volgen
intervisie
studie
Slide 3 - Tekstslide
CPO
= continue professionele ontwikkeling
Elke activiteit kan bijdrage aan het vergroten van kennis en vaardigheden/ kwaliteit van zorg.
Proactieve houding; zelf actie ondernemen om te ontwikkelen.
Slide 4 - Tekstslide
Leven lang leren waarom belangrijk?
Slide 5 - Woordweb
Leven lang leren
Werkveld verandert
werkzaamheden veranderen
nieuwe apparatuur
nieuwe behandelmethodes
nieuwe eisen
Slide 6 - Tekstslide
Welk motief heb je om te leren?
Slide 7 - Woordweb
Motieven om te leren
Hangen samen met:
Eigen (professionele) ontwikkeling
voldoen aan de normen
loopbaanmogelijkheden
Slide 8 - Tekstslide
Verpleegkundige voldoen aan de volgende eisen:
Ingeschreven staan in BIG register
Onderschrijven van de beroepscode V&V
Per 5 jaar deelnemen aan ten minste 184 uur deskundigheidsbevorderende activiteiten (geaccrediteerde cursus die voldoet aan vooraf gestelde kwaliteit)
Slide 9 - Tekstslide
Voldoen aan de normen
Na afstuderen voldoen aan: de beroepsnorm deskundigheidsbevordering verpleegkundigen.
Je hebt deskundigheidsbevorderingsplicht
Slide 10 - Tekstslide
Bevoegd en bekwaam
Bevoegd: 'g' van 'mag ik dit' (heb ik genoeg opleiding om dit te mogen doen?)
Bekwaam: 'k' van 'kan ik dit' (heb ik genoeg kennis en vaardigheden om dit te kunnen doen?)
Slide 11 - Tekstslide
Vormen van leren
Formeel leren
deelnemen aan geplande activiteiten
Informeel leren
ongeplande, meer terloopse activiteiten, spontaan, onbewust leren
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van informeel leren?
A
Klinische les
B
samen met collega's problemen oplossen
C
meekijken met een collega
D
vragen stellen aan een meer ervaren collega
Slide 13 - Quizvraag
EBP
Evidence Based Practice
gebaseerd op gegevens, bewijs en kennis uit wetenschappelijk onderzoek
Je maakt gebruik van het beste bewijsmateriaal (evidence)
van het onderzoek van dat moment, en dat je beslissingen neemt en handelingen uitvoert (practice)
Slide 14 - Tekstslide
Blended- en e learning
e-learning = online cursus
Blended learning = combinatie van online en persoonlijke of klassikale training
Slide 15 - Tekstslide
Herhaling
Slide 16 - Tekstslide
CPO activiteiten zorgen ervoor dat je deskundigheid op peil blijft
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Door een leven lang leren zorg je ervoor dat je werk steeds meer routine wordt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Kritisch kijken naar wat je ziet gebeuren op je werk is een vorm van informeel leren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
E learning is vooral geschikt voor het aanleren van vaardigheden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Een geaccrediteerde cursus voldoen aan een vooraf gestelde kwaliteit
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
2. Deskundigheidsbevordering in de praktijk
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat het belang is van deskundigheidsbevordering in de zorg
Je kunt uitleggen wat supervisie, intervisie en intercollegiale toetsing inhouden
Je kunt samenvatten wat de meerwaarde is van het bijwonen en organiseren van een themabijeenkomst
Slide 22 - Tekstslide
Bij- en Nascholing
Bijscholing= scholing die je volgt na je beroepsopleiding bedoeld om je vakbekwaamheid te vergroten
Nascholing= bedoeld om de kennis die je vroeger geleerd hebt bij te houden of weer op te frissen
Slide 23 - Tekstslide
Supervisie
= samen met iemand anders kritisch naar jouw manier van werken kijken.
De ander heeft een coachende rol= supervisor
Slide 24 - Tekstslide
3 fasen supervisie
Oriëntatiefase; kennismaking, kijken of het 'klikt'
Werkfase; inzicht krijgen in manier van werken en de manier waarop je verschillende situaties en problemen aanpakt.
Afronding; eindgesprek, je hebt het erover wat je van de supervisie hebt geleerd
Slide 25 - Tekstslide
Intervisie
= overleg met collega's, je probeert elkaars deskundigheid te vergroten en de kwaliteit van het werk te verbeteren. Vaak gebeurd dit aan de hand van een casus
Slide 26 - Tekstslide
Intercollegiale toetsing (ICT)
Bij ict kijkt een collega met je mee hoe jij handelt, zodat jij je professionele handelen in de praktijk van alledag kunt verbeteren.
Verschil intervisie en ict: na ict volgt er vaak een beoordeling bij intervisie niet. Bij ict gaat het vooral over het vak het eigen handelen.
Slide 27 - Tekstslide
Themabijeenkomst
Bij een themabijeenkomst komen mensen bij elkaar die allemaal geïnteresseerd zijn een hetzelfde onderwerp.
Doel: informatie opdoen of ervaringen uitwisselen
Slide 28 - Tekstslide
Themabijeenkomst bijwonen
Van belang dat je actief meedenkt en meedoet. Voorbereiden is belangrijk.
Succes van een themabijeenkomst is vooral afhankelijk van de inzet van de deelnemers.
Slide 29 - Tekstslide
Themabijeenkomst organiseren
Bij een themabijeenkomst organiseren bedenk je van te voren wat je wilt doen, hoe je dat gaat aanpakken en met welke middelen je dat gaat doen.
Slide 30 - Tekstslide
Herhaling
Slide 31 - Tekstslide
Je werkgever kan je verplichten om een bijscholing te volgen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Bij supervisie kijk je met iemand anders kritisch naar je eigen functioneren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Intervisie is een vorm van intercollegiale toetsing
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Een themabijeenkomst is geschikt om een grote groep medewerkers tegelijk de informatie te geven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
3. Werkbegeleiding
Leerdoelen:
Je kunt omschrijven hoe het opleidingsstelsel voor verpleegkundige in de zorg eruit ziet
Je kunt beschrijven wat de fasen zijn bij het geven van werkbegeleiding
Je kunt uitleggen wat het OOTT-model inhoudt
Je kunt benoemen wat de aandachtspunten zijn bij het geven van werkbegeleiding
Slide 36 - Tekstslide
Een ander woord voor supervisie is werkbegeleiding