§4.5 Future Tense: Will / Shall / Be going to


Future Tense
Future Simple (will) vs be going to
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Future Tense
Future Simple (will) vs be going to

Slide 1 - Tekstslide

Will + hele werkwoord
1. Om een voorspelling te maken zonder bewijs
I think it will rain tomorrow.
2. Om een beslissing op het moment van spreken te maken
Don't get up, I will open the door.
3. Om iets te beloven of verzoeken
Will you help me? 
Yes, I promise I will help you tomorrow.
4. Toekomstige feiten (bijvoorbeeld hoe oud je wordt)
Tom will be fifteen years old next week.


Slide 2 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Vragen
Will + onderwerp + werkwoord
Will you help me?
Shall + I / we + werkwoord
Shall we go home soon?

Ontkenningen
Will not / won't + werkwoord
I won't  help you if you don't help me first

Slide 3 - Tekstslide

Shall
Je gebruikt het woord shall om een voorstel te doen vanuit de IK of WIJ persoon

Shall we go to the cinema today?
Shall I help you with your homework later?

Slide 4 - Tekstslide

Be going to + hele werkwoord
1. Om een voorspelling te maken met bewijs
Look at those clouds, it's going to rain
Trump isn't going to win the election, he's not popular enough.

2. Om te praten over eerder gemaakte plannen
I am going to play Xbox with my friends later.
He is going to get a new job.

Slide 5 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Vragen
Am/is/are + onderwerp + going to + hele werkwoord
Are you going to visit me later?
Is she going to win the match?

Ontkenningen
am not / isn't / aren't + going to + hele werkwoord
No I'm not going to visit you later.
No, she isn't going to win the match.

Slide 6 - Tekstslide

Samenvatting
  • * Voorspelling zonder bewijs --> will (not)
  • * Voorspelling met bewijs --> am/is/are going to
  • * Al eerder besloten --> am/is/are going to
  • * Nu terplekke besloten --> will (not)
  • * Voorstel, vraagzin & I of we --> Shall
  • Toekomstige feiten --> Will

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

I will help you tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 9 - Quizvraag

He will probably win the elections
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 10 - Quizvraag

Don't get up, I'll get the door for you
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 11 - Quizvraag

Will you let me know if I have higher than a 6.0 for my test?
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 12 - Quizvraag

I think it will rain tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 13 - Quizvraag

The weatherman says it's going to rain tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 14 - Quizvraag

What are you going to do for your birthday?
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 15 - Quizvraag

He's going to pass his exams, he studied for months!
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 16 - Quizvraag

I am going to meet my friends tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 17 - Quizvraag

Exercise 1
Complete the sentences
Type only the sentences between ‘  ’

Slide 18 - Tekstslide

I am tired. ‘..........(to cook) dinner today?’

Slide 19 - Open vraag

Are you free tomorrow?
- Sorry. ‘I.......... (to study) for the exam.’

Slide 20 - Open vraag

She can't play with you.
‘She ......... (to have) a shower.’

Slide 21 - Open vraag

What ............(you / to do) if you win the lottery?

Slide 22 - Open vraag

I think I ......... (always / to love) that woman.

Slide 23 - Open vraag

‘I...........(to buy) some food.’
Do you want to come with me?

Slide 24 - Open vraag

Did you speak to Sara?
- Oh,no!
‘I (to phone) her right now.’

Slide 25 - Open vraag

Can I have a glass, please?

‘I (to drink) some water.’

Slide 26 - Open vraag

Look at those clouds! ‘it (to rain) soon.’

Slide 27 - Open vraag

Manchester (probably / to win) the match.

Slide 28 - Open vraag

Exercise 2
Extra Practice
Practice more with will and be going to on the following website

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link