1. Om een
voorspelling te maken
zonder bewijsI think it will rain tomorrow.
2. Om een beslissing op het moment van spreken te maken
Don't get up, I will open the door.
3. Om iets te beloven of verzoeken
Will you help me?
Yes, I promise I will help you tomorrow.
4. Toekomstige feiten (bijvoorbeeld hoe oud je wordt)
Tom will be fifteen years old next week.