§1.1 Kopen is kiezen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

§1.1 Kopen is kiezen

Klas 3ec6

Aan het einde van de les..

Begrippen:

• Prioriteiten stellen
• Primaire/basisbehoeften en secundaire behoeften
• Consumeren
• Goederen en diensten
• Schaarse goederen 
• Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

Prioriteiten stellen

• Dus: behoeften zijn onbeperkt!
• We moeten kiezen wat het belangrijkste is.....
• .... dat noemen we prioriteiten stellen

Primaire behoeften 
ook wel basisbehoeften

Secundaire behoeften 
ook wel luxe behoeften

consumeren

Als je in je behoeften voorziet, ben je aan het consumeren. 

Diensten

Wanneer je een ander persoon betaald om iets voor jou te doen, consumeer je een dienst.

Diegene doet iets voor jou in ruil voor geld. 

Een dienst is niet tastbaar. 

Goederen & Diensten

Goederen

Diensten

Schaarse goederen 

Schaarse goederen moeten gemaakt worden. Wat is hier een schaars goed?

Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

Verbruiksgoederen worden maar 1 keer gebruikt of kunnen opraken. Bijv. brood, zeep, kaas, tandpasta enz.

Duurzame gebruiksgoederen

Duurzame gebruiksgoederen = producten die een lange tijd mee gaan. (langer dan een jaar) 

Schaarse goederen:

Dit zijn goederen die

Maken

H1.1 opdrachten 1 t/m 6 + rekentrainer van paragraaf 1. 

Wat is een secundaire behoefte?

1. Brood
2. Scooter
3. een jeans
4. verwarming in huis

Wat zijn secundaire behoeften?

1. Deze heb je nodig om te leven.
2. Dit zijn de luxe behoeften.

wat zijn gebruiksgoederen?

1. een appel
2. benzine
3. een pen
4. computer

Wat zijn vrije goederen?

1. Zeewater, zonlicht, wind
2. Brood, melk, boter
3. Ipad, Iphone, Macbook

wat is geen primaire behoefte

1. een boterham
2. een tv
3. een huis om in te wonen
4. goede schoenen

Verbruiksgoederen kan je ...

1. Eén keer gebruiken
2. Meerdere keren gebruiken
3. Twee keer gebruiken
4. Niet gebruiken

Wat is consumeren?

1. Kleding kopen
2. Je behoefte vervullen door iets te kopen.
3. Een verzekering afsluiten.
4. Een sprookje vertellen.

Wat is het verschil tussen schaarse goederen en vrije goederen?