Les 1 Behoeften, middelen en goederen

Algemene economie
08 economie
Mevrouw Roerink (RRNK)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VeehouderijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Algemene economie
08 economie
Mevrouw Roerink (RRNK)

Slide 1 - Tekstslide

Kirsten Roerink

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Prinsjesdag

Slide 4 - Woordweb

Wat weten jullie nog van economie van jullie vorige school?

Slide 5 - Tekstslide

Behoeften, middelen en goederen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  De student weet wat Behoeften zijn en hoe die opgesplitst zijn, te weten basisbehoeften (primaire behoeften), overige behoeften (secundaire behoeften) zijn en hoe die worden gesplitst in normale secundaire behoeften en luxe behoeften.
  • De student weet wat middelen zijn en hoe die inzetbaar zijn.
  • De student kent de verschillende soorten goederen, te weten vrije goederen, schaars goed, verbruiksgoederen/niet-duurzame goederen, gebruiksgoederen/duurzame goederen.

Slide 7 - Tekstslide

Behoeften
  • Basisbehoeften (primaire behoeften)
Wat heb ik nodig om te overleven?
  • Overige behoeften (secundaire behoeften)
    - Normale secundaire behoeften
    - Luxe secundaire behoeften
  • Het gebruiken van behoeften noemen we consumeren


Slide 8 - Tekstslide

Noem een ander voorbeeld dan een al eerder genoemde primaire behoeften en secundaire behoeften.

Slide 9 - Open vraag

Wat vind jij belangrijk, waar geef jij het meeste geld aan uit? Geef ook aan of het een primaire of secundaire behoefte is.

Slide 10 - Open vraag

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Televisie
Bed
Groente
Auto
Opleiding
Benzine

Slide 11 - Sleepvraag

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 12 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Welke middelen kunnen jullie nog meer bedenken?

Slide 13 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.
Vrije goederen hoeft niks voor opgeofferd te worden zoals lucht
Schaars goed moet tijd, ruimte of geld voor opgeofferd worden
Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee, zoals een fiets.
Verbruiksgoederen raken op, zoals voedsel of shampoo.

Slide 14 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Slide 15 - Tekstslide

Producten
Goederen en diensten noem je producten.

Als we over producten praten, kunnen dit dus zowel goederen als diensten zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 17 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 18 - Quizvraag

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 19 - Quizvraag

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 20 - Woordweb

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 21 - Sleepvraag

voorbeeld vrije goederen

Slide 22 - Woordweb

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 23 - Quizvraag

Begrijp je alles wat er net is uitgelegd?
(100 is alles, 0 is niks)
0100

Slide 24 - Poll