Prepositions of time (voorzetsels van tijd)

Noem een Engels voorzetsel..
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Noem een Engels voorzetsel..

Slide 1 - Open vraag

On

Gebruik je bij dagen en data.


They got married on September 2nd.

Karen plays football on Wednesdays.


Slide 2 - Tekstslide

in

Gebruik je bij maanden, jaartallen, seizoenen en dagdelen.


Handball practice starts in October.
The won an award in 1999.
The sun shines in summer.

Kim eats cornflakes in the morning.

Slide 3 - Tekstslide

in

Let op!

Het voorzetsel 'in' gebruik je bij dagdelen, maar niet bij het dagdeel 'nacht'.

in the morning

in the afternoon

in the evening

** at night **

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

The cat usually sleeps ___ night.

Slide 6 - Open vraag

My birthday is ____ May.

Slide 7 - Open vraag

Steven always plays football ___ the afternoon.

Slide 8 - Open vraag

We have a big test ____ Friday.

Slide 9 - Open vraag

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 10 - Open vraag

Wat kan ik extra oefenen?

Slide 11 - Open vraag