In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Examenopgaven met procenten
Gebruikte examens Economie VMBO TL/GL:
2017 tijdvak 1 en tijdvak 2
2016 tijdvak 1 en tijdvak 2
Slide 1 - Tekstslide
Gebruik de tabel hiernaast. Bereken hoeveel procent van de werknemers van de supermarkt van Hanna jonger is dan 21 jaar. Schrijf je berekening op.
Slide 2 - Open vraag
In de afbeelding wordt de gemiddelde prijsopbouw van een glas bier weergegeven.
Bereken hoeveel procent van de consumentenprijs van een glas bier naar de overheid gaat. Schrijf je berekening op.
Slide 3 - Open vraag
De overheid wil de inkomstenbelasting gaan verlagen. Daardoor zal Jan Modaal er € 69 netto per maand op vooruitgaan. Jan Modaal gaat er in inkomen daarom netto per maand 3,2% op vooruit.
Bereken in twee decimalen het nieuwe maandelijkse netto-inkomen van Jan Modaal. Schrijf je berekening op.
Slide 4 - Open vraag
Gebruik de informatie hiernaast. Vanaf 1995 is de Nederlandse export naar deze Oost-Europese landen enorm gegroeid.
Bereken de procentuele groei van de export naar deze Oost-Europese landen in de periode 1995-2015. Schrijf je berekening op.
Slide 5 - Open vraag
De omzet van Randstad groeide in 2015 ten opzichte van 2014 met 4% tot € 16,64 miljard. De omzet in de Verenigde Staten (VS) is elk jaar 25% van de totale jaarlijkse omzet van Randstad.
Bereken de omzet van Randstad in de VS in 2014. Schrijf je berekening op.
Slide 6 - Open vraag
Eind 2015 heeft de Centrale Bank van de Verenigde Staten (VS) de officiële rente verhoogd met 0,30 procentpunt. De extreem lage rente was 0,20% en is verhoogd tot 0,50%.
Bereken de procentuele stijging van de officiële rente in de VS eind 2015. Schrijf je berekening op.
Slide 7 - Open vraag
Bereken de procentuele toename van de geregistreerde werkloosheid in het eerste kwartaal van 2013 ten opzichte van het eerste kwartaal van 2012. Schrijf je berekening op.
Slide 8 - Open vraag
Uit het ‘Now’-onderzoek blijkt dat jongeren in de OECD-landen vergeleken met Nederlandse jongeren, relatief lange werkdagen maken. Werkweken van 66 uur per week zijn geen uitzondering. De Zuid- Koreaanse jongere werkte 2.090 uur per jaar, dat is 420 uur meer dan de gemiddelde jongere in de OECD-landen. De Nederlandse jongere werkte gemiddeld 1.336 uur per jaar.
Bereken hoeveel procent de Nederlandse jongere minder werkte dan de gemiddelde jongere in de OECD-landen. Schrijf je berekening op.
Slide 9 - Open vraag
Optimistische economen zijn ervan overtuigd dat Nederland, mede dankzij de technologische ontwikkelingen, weer in een groeifase zal belanden. Zij wijzen op de spectaculaire toename van het aantal online winkels in de detailhandel. Het totaal aantal werknemers in de detailhandel is in 2013 gelijk aan 505.010 personen. Dat is 11% van de totale werkgelegenheid in Nederland. Bereken de omvang van de totale werkgelegenheid in personen voor het jaar 2013 in Nederland. Schrijf je berekening op.
Slide 10 - Open vraag
De Belastingdienst ontving in 2015 in totaal € 5,5 miljard aan MRB. Het grootste deel daarvan (€ 3,85 miljard) is het Rijksbedrag. Het overige deel gaat naar de provinciale overheid.
Bereken hoeveel procent van de MRB in 2015 naar de provinciale overheid gaat. Schrijf je berekening op.