Quiz Theorie Havo jaar2
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De 3 belangrijkste dingen bij het ontwerpen van een gebouw zijn:
A
Cement, steensoort, vaklieden
B
Tekening, machines, doel
C
Bouwterrein, grond, gemeente
D
Functie, constructie, schoonheid
Slide 2 - Quizvraag
Een architect moet bij het ontwerpen rekening houden met de functie van het gebouw. Een ander woord hiervoor is:
A
Deel/overeenkomst
B
Praktisch/indeling
C
Gedeelde verdiepingen
D
Doel/ bestemming
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een depot?
A
een opslag voor kunstwerken
B
een erezaal
C
een tentoonstellingszaal
D
een archief
Slide 4 - Quizvraag
Een dak is een:
A
Dichtend deel
B
Dragend deel
C
Rustend deel
Slide 5 - Quizvraag
Een zuil is een?
A
Dragend deel
B
Dichtend deel
C
Rustend deel
Slide 6 - Quizvraag
Wat hangt er aan de hijskraan?
A
Dichtend deel
B
Dragend deel
C
Rustend deel
Slide 7 - Quizvraag
Exterieur =
A
de buitenkant van een gebouw
B
de binnenkant van een gebouw
C
het ontwerp van een tuin
D
de decoratie aan de buitenkant van een gebouw
Slide 8 - Quizvraag
De bouwstijl van Gaudi kan je herkennen aan:
A
Geometrische vormen
B
Organische vormen
Slide 9 - Quizvraag
Het Rietveld-Schroderhuis heeft organische of geometrische kenmerken?
A
Organische kenmerken
B
Geometrische kenmerken
Slide 10 - Quizvraag
Een andere woorden voor ruimtelijke/basis vormen zijn:
A
Abstracte vormen
B
Natuurlijke. grillige vormen
C
Grondvormen, basisvormen, geometrische vormen
D
2D vormen
Slide 11 - Quizvraag
De vorm van
het grondvlak is een
het grondvlak is een
A
Cirkel
B
Ovaal (elips)
C
Rechthoek
D
De cilinder heeft geen grondvlak
Slide 12 - Quizvraag
Het grondvlak van een kegel is een ...
A
cirkel
B
vierkant
C
parallellogram
D
driehoek
Slide 13 - Quizvraag
De grondvlak van deze piramide is een
A
Driehoek
B
Vierkant
C
Rechthoek
Slide 14 - Quizvraag
Het grondvlak is een...
A
vierkant
B
cirkel
C
rechthoek
D
driehoek
Slide 15 - Quizvraag
Pijler
Steunbeer
Spitsboog
Luchtboog
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is een architect?
A
Iemand die een huis bouwt
B
Iemand die een huis ontwerpt
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een maquette?
A
Een bouwtekening
B
Een gebouw op ware grootte.
C
Een andere naam voor architect.
D
Een gebouw in het klein op schaal.
Slide 18 - Quizvraag
Welk kenmerk is NIET typerend voor de gotiek
A
Gebrandschilderde ramen
B
Bouwen in de hoogte
C
Tongewelven
D
Spitsbogen
Slide 19 - Quizvraag
Is de kerk op de afbeelding een voorbeeld van de gotiek?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Glas in lood ramen is een kenmerk van:
A
Moderne architectuur
B
Gotische architectuur
C
Romaanse architectuur
D
Klassieke architectuur
Slide 21 - Quizvraag
Het Groninger museum is een voorbeeld van:
A
Gotische architectuur
B
Klassieke architectuur
C
Moderne architectuur
D
Romaanse architectuur
Slide 22 - Quizvraag
Het gebouw op de afbeelding is een voorbeeld van:
A
Klassieke oudheid
B
Moderne architectuur
C
Gotiek
D
organische architectuur
Slide 23 - Quizvraag
Civiele architectuur
Woningbouw
Geometrische vormen
Religieuze architectuur
Slide 24 - Sleepvraag
Elke moskee heeft een minaret. Een minaret is
A
een koepel op het dak
B
een gouden deur
C
een heel hoog raam
D
een torentje
Slide 25 - Quizvraag
Symbolische functie wil zeggen:
A
De uitstraling van een gebouw
B
De constructie van een gebouw
C
Waar is het gebouw voor bedoeld
D
De schoonheid van een gebouw
Slide 26 - Quizvraag
Het Groninger museum is een voorbeeld van:
A
Religieuze architectuur
B
Militaire architectuur
C
Civiele architectuur
D
Woningbouw
Slide 27 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van:
A
Militaire architectuur
B
Woningbouw
C
Religieuze architectuur
D
Civiele architectuur
Slide 28 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van:
A
Militaire architectuur
B
Woningbouw
C
Religieuze architectuur
D
Civiele architectuur
Slide 29 - Quizvraag
Kenmerken van Klassieke architectuur
A
Lijnen, vlakken, primaire kleuren
B
Fries, fronton, zuilen
C
A-symmetrische elementen, Spiegeling
D
Organische vormen, zadeldak, fundering
