Quiz China - par. 1, 2 en 3

China
3 havo
H5 - China
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

China
3 havo
H5 - China

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kan het dat China beschikt over grote hoeveelheden fossiele brandstoffen en aardmetalen?
A
China heeft heel veel verschillende mijnen
B
China heeft een groot continentaal plat
C
China ligt op verschillende plaatgrenzen
D
China heeft veel magma dat zorgt voor aarmetalen

Slide 2 - Quizvraag

Waar wonen de meeste Chinezen?
A
Oost China
B
West China

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor zijn mensen vooral naar het oosten van China gaan verhuizen?
A
Door de komst van buitenlandse bedrijven
B
Door het gunstige klimaat
C
Door gezinsmigratie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een afstotingsfactor van West-China?
A
Vele landbouwgronden
B
Veel ouderen
C
Gebergten en woestijn
D
Te warm klimaat

Slide 5 - Quizvraag

De sneeuwgrens is:
A
De grens waarboven het altijd sneeuwt
B
De grens waaronder het nooit sneeuwt.
C
Grens waarboven de sneeuw nooit blijft liggen.
D
De grens waarboven de sneeuw altijd blijft liggen.

Slide 6 - Quizvraag

In China is het inkomen in het binnenland even hoog dan het inkomen in het binnenland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

China wint veel fossiele brandstoffen door schachtbouw. Als ze onvoldoende eigen voorraad hebben ...
A
verplaatsen ze fabrieken naar plaatsen waar wel voldoende is
B
exporteren ze voorraden van andere landen
C
moeten de oeigoeren wat harder werken in hun kampen
D
importeren ze voorraden van andere landen

Slide 8 - Quizvraag

Stijging van het aantal bejaarden in een bevolking
Wegspoelen van de vruchtbare bovenlaag van de bovem
Mensen die geen vaste woonplaats hebben en rondtrekken met vee
Bedrijf met vestigingen in meerdere landen
Vergrijzing
Megastad
Overbegrazing
Siniseren
Multinational
Bodemerosie
Nomaden

Slide 9 - Sleepvraag

Het continentaal plat is het gedeelte van het continent dat onder water staat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een wereldstad en een megastad verschillen van elkaar doordat ...
A
een megastad veel groter is dan een wereldstad.
B
megasteden alleen in arme landen liggen en wereldsteden alleen in rijke landen.
C
wereldsteden ook hoofdstad zijn.
D
een wereldstad ook een belangrijke functie heeft voor een deel van de wereld.

Slide 11 - Quizvraag

In China wordt veel gebruik gemaakt van kolen omdat
A
Kolen goedkoop geïmporteerd kunnen worden
B
China zelf veel mijnen heeft en het dus goedkoop is
C
India is dichtbij en daar zijn de kolen heel goedkoop

Slide 12 - Quizvraag

De rivieren in China stromen van oost naar west

A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meest gekke dat je tot nu toe hebt gehoord over China?

Slide 14 - Woordweb