§ 4.2 Rente- en geldhoeveelheidsbeleid

§ 4.2 Rente- en geldhoeveelheidsbeleid
Hoe kan de centrale bank de geldhoeveelheid beïnvloeden?

Kernwoorden:
- maatschappelijke geldhoeveelheid 
- monetaire expansie & direct en indirect beleid
- enkelvoudig en duaal mandaat
- liquiditeitsval

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§ 4.2 Rente- en geldhoeveelheidsbeleid
Hoe kan de centrale bank de geldhoeveelheid beïnvloeden?

Kernwoorden:
- maatschappelijke geldhoeveelheid 
- monetaire expansie & direct en indirect beleid
- enkelvoudig en duaal mandaat
- liquiditeitsval

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Maatschappelijke gelhoeveelheid
De centrale bank kan de maatschappelijke geldhoeveelheid op een directe en indirecte manier beïnvloeden. 

Meestal gebruiken we M1 voor maatschappelijke geldhoeveelheid: giraal en chartaal geld en direct opeisbare spaartegoeden in handen van het publiek.

Slide 3 - Tekstslide

Directe en indirecte vergroting maatschappelijke geldhoeveelheid
Directe vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid gebeurt door het opkopen van staatsobligaties. Dat gebeurt met geld dat nog niet tot de maatschappelijke geldhoeveelheid hoort. Als de obligatie is opgekocht, hoort het geld wel tot de maatschappelijke geldhoeveelheid. Er is dus sprake van monetaire expansie.

Slide 4 - Tekstslide

De indirecte vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid gebeurt door middel van aanpassing van de rente: de reporente

Dit valt onder monetair beleid.


Slide 5 - Tekstslide

De reporente is de rente die de banken betalen aan de centrale bank als ze daar geld lenen. Als deze rente daalt, wordt het voor banken aantrekkelijker om geld te lenen. Dit betekent dat ze meer geld ter beschikking hebben voor hun eigen klanten. Het aanbod van geld ............................. 
Bij gelijkblijvende vraag zal de rente .................................. Gezinnen gaan minder ...................................... en gezinnen en bedrijven gaan meer ................................. (M ....................). Consumptie en investeringen stijgen, dus .................................

Slide 6 - Tekstslide

De reporente is de rente die de banken betalen aan de centrale bank als ze daar geld lenen. Als deze rente daalt, wordt het voor banken aantrekkelijker om geld te lenen. Dit betekent dat ze meer geld ter beschikking hebben voor hun eigen klanten. Het aanbod van geld stijgt. Bij gelijkblijvende vraag zal de rente dalen. Gezinnen gaan minder sparen en gezinnen en bedrijven gaan meer geld lenen (M stijgt). Consumptie en investeringen stijgen 

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudig vs. duaal mandaat
De ECB heeft een zgn. enkelvoudig mandaat: de enige doelstelling is het in de hand houden van de inflatie. Er zijn ook centrale banken (zoals de FED) die een duaal mandaat hebben. Dat wil zeggen dat zij ook naar de stand van de conjunctuur moeten kijken en hun beleid eventueel daarop moeten aanpassen.

Slide 8 - Tekstslide

Liquiditeitsval
De liquiditeitsval ontstaat wanneer monetaire expansie niet meer effectief is. 

De rente is bijvoorbeeld zo laag dat een verdere verlaging van de rente geen zin meer heeft, want er wordt toch niet meer geleend of minder gespaard en de effectieve vraag zal niet stijgen. 

Slide 9 - Tekstslide

Ook opkopen staatsobligaties heeft geen zin, want de extra maatschappelijke geldhoeveelheid wordt niet gebruikt om uit te geven. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video