Unit 1 - England - Crossing borders

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

What did you notice?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Explanation: Possessive Adjectives
Possessive adjectives: 
1. Used to show that something belongs to someone.
2. Used before nouns.


This is my house!
He is her father.



I
you
he
she
it
we
they
my
your
his
her
its
our
their

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive Pronouns
My birthday
His birthday is after mine.
Your dog
Is that dog yours?
His CDs
Those CDs are his.
Her money
The money is all hers.
Its legs
Difference between its and it's
Our laptop
You can borrow ours.
Their friends
They introduced some friends of theirs.

Slide 8 - Tekstslide

We use the first row with possessive pronouns at the beginning of a noun phrase.
We use the second row without a noun following:
That is my coat. (coat is a noun)
That coat is mine. (no noun following)
The meaning is similar, but the words that follow (or don't) are different

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive adjectives & pronouns


Who remembers?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Possessive adj. + possessive pronouns

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies