2FG, Grammar lesson; Much, many, little, few + intensifiers

Grammar
Much, many
A lot of, lots of
Little, few
Intensifiers
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammar
Much, many
A lot of, lots of
Little, few
Intensifiers

Slide 1 - Tekstslide

Today's class
  • Lesson goals
  • Instruction
  • Assignment in class
  • Question round
  • Workbook assignments iPad
  • Review

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goals
Aan het einde van de les kunnen jullie:
  • uitleggen wat het verschil is tussen: many & much, little & few.
  • uitleggen wanneer a lot of & lots of worden gebruikt.
  • intensifiers herkennen in een zin en vertellen wat hun functie is in een zin.

Slide 3 - Tekstslide

What do we know about
much & many from last year?
timer
2:00

Slide 4 - Open vraag

Much - uncountable
Many - countable

Slide 5 - Tekstslide

A lot of = lots of

Slide 6 - Tekstslide

Wat zou het geval zijn bij
(a) little & (a) few?
timer
1:00
A
Little is uncountable
B
Few is uncountable
C
Little is countable
D
Few is countable

Slide 7 - Quizvraag

(a) little & (a) few
(a) little
  • uncountable
  • We have little time left to catch the train.
(a) few
  • countable
  • A few of my friends are coming over for my birthday tonight.

Slide 8 - Tekstslide

Little does not mean ''klein'' in this case

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Choose the right answer to fit the sentence:
He is very popular. He has ... friends.
A
much
B
many
C
a lot of/lots of
D
few

Slide 11 - Quizvraag

Anne is very busy these days. She has ... free time.
A
a lot of/lots of
B
little
C
few
D
much

Slide 12 - Quizvraag

The museum was very crowded. There were too ... people.
A
much
B
many
C
little
D
few

Slide 13 - Quizvraag

I love pets. I have ... at home.
A
a little
B
many
C
a few
D
much

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Intensifiers
Versterkende bijwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Intensifiers
  • Zeggen iets over bijv. naamwoord, bijwoord of werkwoord.
  • Staan voor het woord waar ze iets over zeggen

Voorbeeld:
I am really bored; He is too busy to take the phonecall; She is very beautiful; This game is so incredibly difficult.

Slide 17 - Tekstslide

Give an example (voorbeeld) using an intensifier (so, such, too, really, very) in a sentence.
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

What to do now?
  • iPad assignments
  • Theme 2
  • Grammar J
  • Individually (zelfstandig)
  • Done? Study the vocabulary of theme 2 or go to freerice.com

Slide 19 - Tekstslide

Lesson Goals
Aan het einde van de les kunnen jullie:
  • uitleggen wat het verschil is tussen: many & much, little & few.
  • uitleggen wanneer a lot of & lots of worden gebruikt.
  • intensifiers herkennen in een zin en vertellen wat hun functie is in een zin.

Slide 20 - Tekstslide