didactische ondersteuning les 4

Didactische werkvormen les 4 



Keuzedeel didactisch handelen basisonderwijs
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel didactische ondersteuningMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Didactische werkvormen les 4 



Keuzedeel didactisch handelen basisonderwijs

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorkennis ophalen

Slide 2 - Tekstslide

laat de studenten op een vel papier één woord opschrijven wat te maken heeft met het onderwerp. Gooi in het midden, iedereen pakt een 'sneeuwbal' op en voegt er een woord aan toe. Zo 3 of 4 keer. Daarna de ballen met elkaar bekijken en kijk wat er mist. 
Interactief.

wat weet je nog van de didactische werkvormen?
Vandaag
  1. Interactievormen
  2. Samenwerkingsvormen
  3. Spelvormen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactievormen
Bij interactievormen, ook wel discussievormen genoemd, worden situaties gecreëerd
waarbij leerlingen gesprekspartners zijn, dit kan onderling en/of in relatie tot
de docent. Het met elkaar praten of discussiëren staat daarbij centraal.
Interactievormen kunnen leerlingen helpen in situaties te functioneren waarin overleg, teamwork, gemeenschappelijke besluitvorming en dergelijke benadrukt
worden. Verder bieden ze de mogelijkheid om ervaringen, informatie en vragen uit
te wisselen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie in groepen op flappen
Groepjes van 5 leerlingen
1 gespreksleider en 1 notulist
Meningen worden kort en bondig opgeschreven
Ze worden in de klas opgehangen
En het wordt nabesproken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carrouseldiscussie
Een schriftelijke discussie in groepjes, naar aanleiding van stellingen.

Opdracht: schrijf op een papier een stelling, zet er een streep onder, geef je blad door aan de buurman/vrouw, totdat je je eigen blad weer terug hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alter ego methode
5 leerlingen in een kring en hebben discussie over een onderwerp

Achter elke leerling (EGO) zit een andere leerling, ofwel het geweten (ALTER EGO)

De ego's voeren het woord, ze mogen echter alleen zeggen wat met het geweten is afgesproken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie met open stoel
Gesprek tussen 2 of meer leerlingen waarbij elk van hen bereid is zijn eigen inzicht te vervangen door dat van een ander. Invloed van 'buitenstaanders' kan invloed hebben op het gesprek. 

Binnen cirkel voert discussie, daar is 1 lege stoel

Buitencirkel luistert mee en kan op open stoel gaan zitten, discussie moet dan meteen stoppen

De open stoel stelt 1 informatieve vraag stellen of ontbrekende informatie geven.

Er worden geen reacties gegeven en persoon gaat terug naar buitenkring

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De incident methode
Manier om intervisie te hebben

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klassengesprek
Gesprek tussen leerlingen, waarbij de nadruk ligt op persoonlijke ideeën of ervaringen

Groep niet groter dan 15, ongeveer 30 minuten, niet veel voorbereidingstijd, leerlingactiviteit is groot.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het open kringgesprek
Docent is op de achtergrond, grijpt alleen in als er iets mis dreigt te gaan. Bij gesloten kringgesprek heeft docent leiding.

Met welk doel kan dit worden ingezet?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interview
Soorten interviews:
  • Informatie interview
  • Opinie interview
  • Criteriumgericht interview (met START methode)
  • Reclame interview
  • blz. 183

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de incidentmethode?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zet je de de carrouseldiscussie in?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een open kringgesprek?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingsvormen
Bij samenwerkingsvormen, tegenwoordig vaak samenwerkend of coöperatief leren
genoemd, gaat het om gezamenlijke kennisontwikkeling. Met andere woorden, het
gaat om leren van, aan en met anderen; een vorm van leren in dialoog dus. Groepjes
leerlingen krijgen een duidelijk omschreven opdracht/leertaak met een gezamenlijk
doel. Ze ontwikkelen een werkwijze die tot een (efficiënte) oplossing van een
probleem of het beantwoorden van een vraag leidt. De primaire taak van de docent
is het organiseren en begeleiden van het proces.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen leren
Samenwerkend leren, klassenklimaat belangrijk; ze moeten samen willen werken en leren.

Klasbouwers en teambouwers
Blz. 295 tot 300

Lees de 10 verschillende varianten, schrijf in 2-tallen kort op wat elke variant betekent.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepswerk
Er is sprake van groepswerk als aan de meeste van 9 voorwaarden wordt voldaan, blz. 301. 

Het begint bij vormen van groepjes...

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier ken jij om groepjes te vormen in de klas?

Slide 21 - Woordweb

1-2-3-4-
kwartet
met poppetjes bijv, van alles één
of dezelfde bij elkaar.
tweetallen: touwtjes,  en wie de uiteinden heeft van een groepje hoort bij elkaar.
ansichtkaart in stukken knippen

zie verder:https://101werkvormen.nl/energizers/7-manieren-om-groepjes-te-maken/ https://101werkvormen.nl/energizers/7-manieren-om-groepjes-te-maken/



Projectwerk
Organisatie van een aantal lessen rond een bepaald thema

Kenmerken; 
  1. Maatschappelijke werkelijkheid
  2. Creativiteit leerlingen centraal
  3. Vakoverstijgend
  4. Proceskarakter

Buitenschoolse projecten, binnenschoolse projecten en miniprojecten binnen een vak

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je leuke projecten die je wel eens bent tegengekomen op school?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een doel van samen leren?

Slide 24 - Open vraag

in een kleine, heterogene groep op gestructureerde wijze samen werken aan een  leertaak met een gezamenlijk doel.
Leerlingen leren makkelijker, begrijpen info makkelijker en krijgen bepaalde vaardigheden beter en sneller onder de knie. 
Spelvormen
Bij spelvormen wordt ‘ervaringsleren’ benadrukt. Persoonlijke betrokkenheid, verwerking
en toepassing van kennis zijn centrale begrippen bij deze leerervaringen.
De gedachte erachter is dat kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes (competenties)
vanuit het spel in het dagelijks leven doorwerken.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollenspel
Sociodrama is een vorm van spontaan handelen onder in scene gezette omstandigheden. 

De stappen:
  1. Het leerdoel
  2. De spelsituatie
  3. Introductie van het rollenspel
  4. Instructie
  5. Spelen van het rollenspel
  6. Nabespreken en evaluatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Dramatiseren
Toneelstuk of verhaal spelen, met vaste tekst. Voorbereiding en spelanalyse is belangrijk. 

Op blz. 336 en 337 staan verschillende varianten, ken jij ze allemaal en heb je ze wel een toegepast in de klas?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ganzenbordspel
Een kaart/ bord met een parcours dat de spelers moeten afleggen. Leerlingen maken dit spel zelf. Met een eigen thema en als er op bepaalde vakjes gedobbeld wordt, horen er ook opdrachten kaartjes bij.

Bij welk vak en op welke manier kan je het
ganzenbordspel inzetten?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou er gebeuren - spel
De lokaalopstelling is in de kring.

Nodig: 'wat zou er gebeuren' kaarten met concrete vragen die aan sluiten bij de ervaringswereld van de kinderen.

1 leerling pakt de kaart en stelt de vraag aan de ander.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk zelf een 'wat-zou-er-gebeuren' kaart voor jou doelgroep:

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenningsmakingsspelen
Kennismaken met elkaar!

Samen doen!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Line up

De dag werd begonnen met een line up rond vragen als
- ga op een rij staan naar de tijd die je opstond;
- naar het aantal kilometers dat je van school woont;
- ervaring in het onderwijs/ mentoraat op deze school enz.

De begeleider interviewt de deelnemers tussendoor.

Doel: de deelnemers worden direct in actie gezet, moeten met elkaar overleggen en krijgen van elkaar zaken te horen die ze wellicht nog niet wisten. De begeleider leert op deze manier snel veel over de deelnemers. Hij geeft hun invloed en schept daarmee een prettige sfeer. 










Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoelendans
Deelnemers zitten in een kring; er is een stoel te weinig en dus staat er een deelnemer in het midden. De begeleider noemt criteria en als je daaraan voldoet neem je een andere plek. Degene die in het midden staat kan dan ook een stoel pakken waardoor iemand anders blijft staan.

- ieder met een bril;
- bruine schoenen;
- op de fiets naar school is gekomen;
- ieder die zijn huiswerk heeft gemaakt;
- het leuk vindt in deze les/ op deze school.











Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Knijpers
Iedere deelnemer krijgt vier knijpers en bevestigt die op zijn kleding. Dan gaan we knijpers van elkaar afpakken. Wie na een minuut het meeste knijpers op zijn kleding heeft, is de winnaar. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raadspelen
Leerlingen moeten een raadspel oplossen of een puzzel invullen. Het gaat meestal om feitenkennis en logisch nadenken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Land van Nogrnogi
In het land van Nogrnogi (spreek het uit als noger-nogie) is er geen water maar wel thee. Er zijn geen varkens, maar er is wel vlees. Je hebt er wel auto’s maar die auto’s hebben geen motor. Er is geen suiker, maar wel zout. Wat is dit voor een land?

Slide 38 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Als je goed naar de naam van het spel kijkt, begrijp je misschien al wat voor een land dit is: Nog-r-nog-i In het land van nogrnogi bestaan geen woorden waarin een R of een I voorkomen niet. De spelers moeten er achter komen waarom er bijvoorbeeld wel thee, maar geen koffie is in het land van Nogrnogi.
Ranonkeltje
Ranonkeltje, Ranonkeltje!
Alle spelers zitten in een kring. Je hebt 2 spelleiders nodig die het spel kennen (A en B). Je vertelt de spelers dat je met iemand door middel van telepathie kan communiceren. Om dit te bereiken heb je de beschikking over een toverspreuk. Als A deze spreuk uitspreekt moet iedereen wel stil zijn:
“Ranonkeltje, ranonkeltje, luister naar het eerste woord en geef hem of haar een hand die ik een hand zal geven”.
Hierna gaat B weg. A geeft nu iemand in de kring een hand, waarna B wordt teruggeroepen. Na aandachtig de kring te hebben rondgekeken, geeft B dezelfde speler een hand, als die A een hand heeft gegeven.


Slide 39 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Nadat de spreuk is uitgesproken, wordt er gewacht tot iemand uit de kring iets zegt. Dit is de speler die de hand zal krijgen. Hoesten en lachen tellen niet mee. Beide spelleiders weten dus welke speler een hand zal krijgen, dat is dus degene die als eerste iets zegt. Zorg er voor dat de spelers na de spreuk wel weer mogen praten, dit voorkomt zwijgen van iedereen!
Wat is het ganzenbord spel?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft het spelen van rollenspellen?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 werkvormen zijn jou het allermeest bijgebleven?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

volgende week 2 lessen in één
dus goed voorbereiden
lees hoofdstuk 5

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies