In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H3: Warmte en energie
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling Rendement
10 min
LessonUp terugblik 3.1
10 min
Opzoekopdracht Warmtetransport
10 min
Uitleg Warmtetransport
10 min
Maken paragraaf 3.2
20 min
Lesafsluiting met LessonUp
10 min
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen:
Aan het eind van de les:
Weet je wat rendement is en kan je ermee rekenen
ken je de drie vormen van warmtetransport
Slide 3 - Tekstslide
Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte.
Het rendement is nooit 100%
Slide 4 - Tekstslide
Duurzaam energieverbruik
Rendement geeft aan hoeveel van de toegevoerde energie gebruikt wordt voor een nuttige energiesoort.
Slide 5 - Tekstslide
Rendement = Hoe goed ga jij om met je energie?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De branddriehoek bestaat uit
A
brandstof en ontbrandingstemperatuur
B
zuurstof, brandstof en water
C
ontbrandingstemperatuur, water en zuurstof
D
brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur
Slide 9 - Quizvraag
Welke voorwaarde uit de branddriehoek haal je weg als: je een brand met schuim blust.
A
zuurstof
B
brandbare stof
C
ontbrandingstemperatuur
Slide 10 - Quizvraag
Welke warmtebronnen zetten chemische energie om in warmte?
A
kampvuur
B
gasoven
C
elektrische kachel
D
strijkijzer
Slide 11 - Quizvraag
In brandstoffen zit ..... chemische energie
A
Wel
B
Geen
Slide 12 - Quizvraag
de eenheid van energie is Joule
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
500 Joule = ... kJ
A
5
B
50
C
0,005
D
0,5
Slide 14 - Quizvraag
De energie die de fietser en de elektromotor leveren, wordt gemeten in joules (J).
Hoeveel joule is 3,5 GJ?
A
3500 J
B
3 500 000 J
C
3 500 000 000 J
D
3 500 000 000 000 J
Slide 15 - Quizvraag
Verbrandingswarmte geeft aan hoeveel energie nodig is om een brandstof te verbranden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
De verbrandingswarmte heeft in de binas een eenheid van ...?
A
Energie per seconde
B
Joule per gram of cm3
C
Joule per uur
D
Joule per liter
Slide 17 - Quizvraag
v04) Wat is de verbrandingswarmte van steenkool?
A
29.000 J/g
B
16.000 J/g
C
2.900 J/g
D
1.600 J/g
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van deze centrale?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 21 - Quizvraag
Opdracht:
Beantwoord de volgende vragen en noteer in je boek op blz. 225:
- Welke vormen van warmtetransport zijn er?
- Leg uit hoe deze vormen van warmtetransport werken
- Geef een voorbeeld van elke vorm van warmtetransport
timer
8:00
Slide 22 - Tekstslide
Warmte of temperatuur
Warmte
Warmte is energie waarmee je de temperatuur kan veranderen.
Temperatuur
Temperatuur is een maat voor hoe warm of koud iets is.
Slide 23 - Tekstslide
Warmtetransport
WARMTE
Slide 24 - Tekstslide
Warmtetransport
Slide 25 - Tekstslide
Stroming
Warmte verplaatst zich door de beweging van een gas of vloeistof.
Een warme vloeistof of gas is lichter waardoor het opstijgt.
Er is een tussenstof nodig.
Het water zorgt ervoor dat elk deel van het eten in contact komt met de warmte, terwijl het tegelijkertijd voorkomt dat het eten te heet wordt op 1 plek en daardoor zal verbranden.
Slide 26 - Tekstslide
Warme lucht
Koude lucht
Slide 27 - Tekstslide
Geleiding
Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven naar een andere plaats.
De warmte gaat van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lage temperatuur.
Een stof die de warmte goed doorgeeft, is een geleider.
Een slechte warmtegeleider heet isolator.
Slide 28 - Tekstslide
Straling
Warmte verplaatsing door straling. Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit voorwerp warm.
Er is geen tussenstof nodig, het kan door een vacuüm.
Het kampvuur zendt zichtbare warmtestraling (licht) en onzichtbare warmtestaling (infraroodstraling) uit.
Slide 29 - Tekstslide
Straling
Het zilverfolie weerkaatst de straling waardoor de warmte bij de kampeerder blijft.
Slide 30 - Tekstslide
Straling
Elk voorwerp zendt straling uit. Des te hoger de temperatuur van het voorwerp des te hoger de stralingsenergie van de uitgezonden straling.