Kinderarbeid les 2

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Thema 3: Kinderarbeid

 

Vandaag: 

- Uitleg opdracht 2 & aan de slag. 

- Evaluatie van de les 

- Huiswerk: Kijkvragen aflevering GENAAID.

Leerdoelen:

• Je kunt het verschil uitleggen tussen hoe kinderarbeid vroeger een rol speelde in Nederland en hoe we daar nu mee omgaan. 
  
  
• Je kunt uitleggen hoe kinderarbeid wereldwijd tot stand komt en blijft bestaan. 
  
  
• Je bent je bewust van welke producten jij koopt en wat de relatie is tot kinderarbeid.

Hoe ver ben je met het huiswerk?

Ik heb al het huiswerk gemaakt.

Ik snap sommige opdrachten niet.

Ik ben nog niet met de opdrachten bezig geweest.

Anders....

Wist je dat?...

• Wereldwijd 1 op de 10 kinderen tussen de 5 en 17 jaar oud werkt en bijna de helft daarvan jonger is dan 12 jaar. 
• In de armste landen 1 op de 5 kinderen werkt.
  
• In absolute aantallen Azië de meeste kindarbeiders heeft (1 op de 10)
  
  
• 59% van de kinderen in de landbouw werkt (dit zijn 98 miljoen kinderen).
  
• 32% van de kinderen in de dienstverlenende sector werkt.
  
• 7,2% van de kinderen in de industrie werkt.
  

Wat zijn oorzaken van kinderarbeid?

Oorzaken van kinderarbeid 

• Armoede
  
• Gebrek aan kennis
  
• Het ontbreken van goed onderwijs
  
• Slechte naleving van wetten die kinderen beschermen.
  

Wat doen de kinderen voor een werk?

Zwaar en uitputtend werk
Vaak in ongezonde en gevaarlijke omstandigheden (onder dwang)
Het werk is psychisch en lichamelijk schadend.

Denk aan:

• Werk op plantages
  
• Werk in mijnen,
  
• Werk in fabrieken,
  
• Werk als huisslaafje
  
• Werk in de prostitutie.
  

Kinderrechten 

• Ieder kind heeft rechten.
  
• Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties.
• Kinderrechten zijn afspraken
  die gemaakt zijn tussen 196
  landen in de wereld.

Kinderwetje van van Houten.

• Kinderwetje van van Houten (1874)
  
• In die tijd werkten veel kinderen in Nederland.
  
• De kinderwet verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de 12 jaar.
  
• Thuis werken mocht nog wel.
  
  
  
• 1901 = de leerplichtwet ingevoerd.
  
• In Nederland ben je tot je 16e jaar leerplichtig. 
  (mits je een havo-, vwo- of mbo2-diploma hebt)
  
• anders kwalificatieplicht tot 18.

Opdracht 2: 

Maak individueel een poster, folder of collage waarin je antwoord geeft op de vragen bij opdracht 2.

Je mag deze opdracht zowel digitaal als op papier maken. 

Als je de opdracht op papier maakt, zorg dan dat je een foto maakt en deze in het bestand plakt. 

Wat heb je tot nu toe gemaakt? Maak een foto van je collage / folder / mindmap

Leerdoelen bespreken:

• Je kunt het verschil uitleggen tussen hoe kinderarbeid vroeger een rol speelde in Nederland en hoe we daar nu mee omgaan. 
  
  
• Je kunt uitleggen hoe kinderarbeid wereldwijd tot stand komt en blijft bestaan. 
  
  
• Je bent je bewust van welke producten jij koopt en wat de relatie is tot kinderarbeid.

Kijkvragen

1. Hoe ziet een dag van een werknemer in Myanmar eruit?

2. Wat gebeurt er met de werknemers als er een ongemak voorkomt in de fabriek? (bijvoorbeeld; stroomuitval)

3. Wat vind jij van de manier waarop werknemers behandeld worden?

4. Wat vind jij van de werkdruk in de sweatshops?

5. Wat vind jij van de arbeidsomstandigheden in de sweatshops?

6. Vergelijk jouw werkomgeving met die van de werknemers in de sweatshops, wat is het grootste verschil?