Kinderarbeid 3.8

Kinderarbeid
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo, vwoLeerjaar 2,5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kinderarbeid

Slide 1 - Tekstslide

Wie van jullie werkt?
Welk werk doe je?
Hoeveel uur in de week doe je dat?

Slide 2 - Tekstslide

Mag JIJ werken in Nederland?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen hoe kinderarbeid vroeger een rol speelde in Nederland en hoe we daar nu mee omgaan. 

  • Je kunt uitleggen hoe kinderarbeid wereldwijd tot stand komt en blijft bestaan. 

  • Je bent je bewust van welke producten jij koopt en wat de relatie is tot kinderarbeid.

Slide 4 - Tekstslide

Wist je dat?...
  • Wereldwijd 1 op de 10 kinderen tussen de 5 en 17 jaar oud werkt en bijna de helft daarvan jonger is dan 12 jaar. 
  • In de armste landen 1 op de 5 kinderen werkt.
  • In absolute aantallen Azië de meeste kindarbeiders heeft (1 op de 10)

  • 59% van de kinderen in de landbouw werkt (dit zijn 98 miljoen kinderen).
  • 32% van de kinderen in de dienstverlenende sector werkt.
  • 7,2% van de kinderen in de industrie werkt.

Slide 5 - Tekstslide

Kinderrechten 
  • Ieder kind heeft rechten.
  • Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties.
  • Kinderrechten zijn afspraken
    die gemaakt zijn tussen 196
    landen in de wereld.




Slide 6 - Tekstslide

De industriële revolutie 
  • Belangrijke uitvindingen: stoommachines, stoomtrein 
  • Ontstaan van fabrieken.
  • Veel mensen uit de dorpen trekken naar de stad om in de fabrieken te werken. 
  • Ook kinderen moesten werken. De lonen van hun ouders waren laag. Ze moesten dus geld verdienen voor het gezin.
                                  

Slide 7 - Tekstslide

Veel kinderen werkten in de textielindustrie.

Slide 8 - Tekstslide

Kinderwetje van van Houten.
  • Kinderwetje van van Houten (1874)
  • In die tijd werkten veel kinderen in Nederland.
  • De kinderwet verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de 12 jaar.
  • Thuis werken mocht nog wel.


  • 1901 = de leerplichtwet ingevoerd.

  • In Nederland ben je nu tot je 16e jaar leerplichtig.
    (mits je een havo-, vwo- of mbo2-diploma hebt)
  • anders startkwalificatieplicht tot 18.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wanneer is het kinderarbeid?

  • Grootste gedeelte van de dag werken
  • Afrika, Latijns-Amerika en Azië meest in India
  • 160 miljoen (100 miljoen 5-14 jaar)
  • Bedreiging ontwikkeling, geestelijke en lichamelijk gezondheid
  • Werkdag 8-14 uur
  • Gedwongen (door ouders)


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat zijn de oorzaken?

  • Inkomsten nodig voor ouders
  • Niet naar school -> geen vak leren  -> slechte kans op baan
  • Niet lezen en schrijven
  • Uitbuiting, misbruik en bedrog
  • Geen goede wetten

Slide 13 - Tekstslide

Welke soorten kinderarbeid kennen jullie?

Slide 14 - Open vraag

Welke soorten kinderarbeid??

  • Kinderen in de huishouding
  • Kinderen op het platteland
  • Kinderen in de industrie
  • De straat
  • Kinderen in de prostitutie
  • Kindsoldaten

Slide 15 - Tekstslide

Kinderarbeid & Economie

  • Te weinig geld -> kunnen basisbehoeften niet betalen 
  • Vicieuze cirkel
  • Machines zijn duur ->  daarom veel met de hand gemaakt. Slechte arbeidsomstandigheden.
  • Ze verkopen het goedkoop aan het buitenland maar ze moeten dure spullen kopen in het buitenland. Maken geen winst.



Slide 16 - Tekstslide

Is kinderarbeid moderne Slavernij?
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Moderne slavernij??

  • Kinderarbeid = moderne slavernij
  • Groot deel in Fastfashion
  • Laag loon (20 cent)
  • Slechte leefomgeving
  • Slechte werkomstandigheden (weinig andere opties)
  • Sweatshops
  • Rana Plaza (1000 doden) -> wake up call


Slide 18 - Tekstslide

Wat is Fast Fashion????
  • De producten worden
    goedkoop gemaakt. 
  • In de Lageloonlanden.
  • Worden niet lang gedragen 
  • Slecht voor milie
  • Ook dure kleding kan fast fashion zijn

Slide 19 - Tekstslide

Kinderarbeid
Geen kinderarbeid
H&M
C&A
Primark
Bershka
Louis Vuitton
Armani
Zara
Ralph Lauren
Valentino

Slide 20 - Sleepvraag

Hulporganisaties
tegen kinderarbeid


  • Plan Nederland (leven van kansarme kinderen en hun families te verbeteren)
  • De ILO (de rechten van het kind)
  • Unicef (helpt kinderen over de hele wereld bij ziekte, geweld, discriminatie, kinderarbeid)

Slide 21 - Tekstslide

In welke sector werken de meeste kinderen?
A
Technieksector
B
Dienstensector
C
Industriesector
D
Landbouwsector

Slide 22 - Quizvraag

  • Landbouwsector 70%

  • Dienstensector 20%

  • Industrie 10%

  • 28% 5-11 jaar
  • 35% 12-14 jaar

  • 160 miljoen kinderen
  • Stijging 8,4 miljoen afgelopen 4 jaar
  • Door corona verwachting stijging 9-46 miljoen
  • 2000-2016 daling 94 miljoen

Slide 23 - Tekstslide

Eerlijke handel volgens het WTO


 Volgende het World Trade Organisation of Wereldhandelsorganisatie:
  • Fatsoenlijke arbeidsomstandigheden

  • Productie zonder kinderarbeid

  • Dezelfde milieuregels 

Slide 24 - Tekstslide

Nu nog de controlevragen....

Tot de volgende keer!

Slide 25 - Tekstslide

Controlevragen
1. Leg uit waarom vroeger kinderarbeid in Nederland heel gewoon was.
2. Hoe staat men nu tegenover kinderarbeid in Nederland?
3. Wanneer werd de leerplicht in Nederland in gevoerd?
4. Wat hield het kinderwetje van Van Houten in?
5. Noem 4 rechten van het kind volgens het “Kinderrechtenverdrag van de Verenigde naties”.
6. Wanneer noem je werk kinderarbeid?
7. Leg uit waarom kinderen moeten werken?
8. Leg uit waarom kinderen die moeten werken geen goede toekomst hebben.
9. In welke sector werken de meeste kinderen?
10. Hoe kan men het beste de vicieuze cirkel van kinderarbeid doorbreken? (dus het stoppen van kinderarbeid)
11. Wat bedoelen we met moderne slavernij?
12. Wat kunnen wij hier in Europa doen tegen moderne slavernij?

Slide 26 - Tekstslide