NT2 A1 Vraagwoorden TC 1.14/2.5

De vraag
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoeveel?
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2OKANMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De vraag
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoeveel?

Slide 1 - Tekstslide

WIE?
Wie geeft jou les?
Juf Latifa

Slide 2 - Tekstslide

WAT?
Wat ga je doen?
Ik ga Nederlands leren.

Slide 3 - Tekstslide

WAAR?
Waar is juf Latifa?
Juf Latifa is op school.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom?
Waarom is juf Latifa op school?
Omdat ze les geeft.

Slide 5 - Tekstslide

WANNEER?
Wanneer heeft juf Latifa vakantie?
Vanaf maandag, 1 juli.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel? 
Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?
Er zitten 7 leerlingen in de klas. 

Slide 7 - Tekstslide

Wie of wat?

Slide 8 - Tekstslide

Wie is dit?
A
Tom.
B
De pen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat ga je eten?
A
Mohammed.
B
De soep.

Slide 10 - Quizvraag

Wie is blij vandaag?
A
Ik!
B
De tafel.

Slide 11 - Quizvraag

Wat ga je doen?
A
Voetballen.
B
Om 9 uur.

Slide 12 - Quizvraag

Wie zit op de stoel?
A
De kast.
B
Anja.

Slide 13 - Quizvraag

_______ is moe?
A
Wie
B
Wat

Slide 14 - Quizvraag

_____ doe je?
A
Wie
B
Wat

Slide 15 - Quizvraag

_____ moeten we doen?
A
Wie
B
Wat

Slide 16 - Quizvraag

______ is boos?
A
Wie
B
Wat

Slide 17 - Quizvraag

_____ moet ik schrijven in mijn schrift?
A
Wie
B
Wat

Slide 18 - Quizvraag

_____ poetst de tafel?
A
Wie
B
Wat

Slide 19 - Quizvraag

Wie ___ ____?

Slide 20 - Woordweb

Wat ___ ____?

Slide 21 - Woordweb

Waar, wanneer, hoeveel waarom?

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer ga je naar huis?
A
Nederland.
B
Omdat ik moe ben.
C
Om 12:50 uur.

Slide 23 - Quizvraag

Waar is het station?
A
Om 6 uur.
B
Hier, de eerste straat naar links.
C
Omdat hij ziek is.

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer is de school klaar?
A
Omdat de juf ziek is.
B
Om 3 uur.
C
Het station.

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel jaar ben jij?
A
oud
B
16 jaar
C
jong
D
volgend jaar

Slide 26 - Quizvraag

Waarom ben je moe?
A
Het ziekenhuis.
B
Omdat ik niet veel geslapen heb.
C
Maandag.

Slide 27 - Quizvraag

Waar ga je naartoe?
A
Naar huis.
B
Omdat ik honger heb.
C
Om 10 uur.

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel mensen zijn er?
A
twintig
B
maandag
C
aardig
D
met allemaal

Slide 29 - Quizvraag

Wanneer is het weekend?
A
Overmorgen!
B
Omdat zij niet slapen.
C
Op school.
D
Als het zaterdag en zondag is.

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel jaar ben je in Nederland?
A
om 4 uur
B
met mijn gezin
C
2 jaar
D
uit Syrië

Slide 31 - Quizvraag

_________ ben je thuis? Om tien uur.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 32 - Quizvraag

_________ is het station?
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 33 - Quizvraag

... broodjes eet jij?
A
Waarom
B
Wanneer
C
Wat
D
Hoeveel

Slide 34 - Quizvraag

_________ is de de juf boos? Omdat we Arabisch praten.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 35 - Quizvraag

___________ is de school?
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 36 - Quizvraag

.... kinderen heeft u?
A
Hoeveel
B
Wanneer
C
Waar
D
Waarom

Slide 37 - Quizvraag

___________ is het vakantie?
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 38 - Quizvraag

___________ mogen we niet praten in de les? Omdat je dan niet goed kunt opletten.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 39 - Quizvraag

___________ is meester Jan?
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 40 - Quizvraag

... zussen heb je?
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Waarom

Slide 41 - Quizvraag

___________ hebben we de toets? Na de vakantie!
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom

Slide 42 - Quizvraag

..... kinderen heb jij?
Ik heb vier kinderen.
A
Wat
B
Wie
C
Wanneer
D
Hoeveel

Slide 43 - Quizvraag

...... ga je naar school?
Ik ga maandag en donderdag naar school.
A
Waar
B
Wanneer
C
Hoeveel
D
Wat

Slide 44 - Quizvraag

... bent u?
Ik ben Mo.

Slide 45 - Open vraag

.... woont de docent?
De docent woont in Maastricht.

Slide 46 - Open vraag

..... boeken heeft hij?
Hij heeft drie boeken.

Slide 47 - Open vraag

februari
juli
november
april
december
januari - ......... - maart
juni - ..... - augustus
september - oktober - .....
... - mei - juni
.... - januari - februari

Slide 48 - Sleepvraag

Waarom ____ ____?

Slide 49 - Woordweb

Waar ____ ____?

Slide 50 - Woordweb

Wanneer ____ _____?

Slide 51 - Woordweb

Hoeveel________?

Slide 52 - Woordweb

Ik snap alles!
😒🙁😐🙂😃

Slide 53 - Poll

Hoe was de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 54 - Poll