Herhalingsles

Welke cellen worden niet meer aangemaakt als ze afgestorven zijn?
A
Botcellen
B
Darmcellen
C
Zenuwcellen
D
Huidcellen
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
MBO

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke cellen worden niet meer aangemaakt als ze afgestorven zijn?
A
Botcellen
B
Darmcellen
C
Zenuwcellen
D
Huidcellen

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de celkern?
A
De celkern zorgt voor de aanmaak van eiwitten
B
In de celkern zit het DNA opgeslagen
C
De celkern zorgt voor de energievoorziening van de cel.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bot zie je op
Afbeelding
nummer
9
A
Bovenarm
B
Dijbeen
C
Borstbeen
D
Opperarmbeen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft het skelet NIET
A
Bescherming
B
Voorraadplaats voor vet
C
Het lichaam stevigheid en vorm geven
D
Aanhechtingsplaats voor spieren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort gewricht zit er in je onderarm (spaakbeen/ellepijp)
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Zadelgewricht
D
Rolgewricht

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zijn de ribben verbonden met het borstbeen?
A
Met gewrichten
B
Met een naadverbinding
C
Met kraakbeen
D
Ze hebben geen verbinding

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar?
Tonus
Onwillekeurige spier
Antogonisten
Spieren met een tegengestelde werking
Mate van spanning in de spieren
Mijn wil heeft geen invloed op het functioneren van de spier

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk gewricht ontstaan meestal als eerste ontstekingen bij reuma?
A
Heupgewricht.
B
Gewrichten van de vingers.
C
Schoudergewricht.
D
Gewrichtjes tussen de wervels.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tonus?
A
Spieren met een tegengestelde werking
B
Mijn wil heeft geen invloed op het functioneren van deze spier
C
Mate van spanning in de spieren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN functie van de spier?
A
Bescherming
B
Stevigheid
C
Warmteproductie
D
Maakt bewegen mogelijk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beschrijving hoort bij welke aandoening?
Osteoporose
Spieratrofie
Artrose
Vermindering van spierweefsel
Botontkalking
Gewrichtsslijtage

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke smaak proef je bij
groen?
A
Bitter
B
Zout
C
Zuur
D
Zoet

Slide 12 - Quizvraag

Bitter: paars
Blauw: ZOut
Rood: Zoet
Wat is de aandoening tinnitus?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verworven doofheid ontstaat door letsel of ziekte van de cliënt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt je gehoorzintuig?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Evenwichtsorgaan
D
Gehoorbeentjes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat sluit de luchtpijp af tijdens het slikken. Dat voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt?
A
Strotklepje
B
Huig
C
Longklepje

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in de luchtwegen wordt de ingeademde zuurstof aan het bloed overgedragen?
A
In de luchtpijp
B
In de bronchiën
C
In de longblaasjes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk deel van het spijsverteringsstelsel wordt bij diarree het vocht niet goed opgenomen in het lichaam?
A
Slokdarm
B
Endeldarm
C
Dikke darm
D
Dunne darm

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt gal aangemaakt?
A
Galblaas
B
Lever
C
Alvleesklier
D
Dunne darm

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het eerste deel van de dunne darm genoemd?
A
Kronkel darm
B
Twaalfvingerige darm
C
Nuchtere darm

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je bij nummer 2?
A
Dunne darm
B
Lever
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van de organen uit het spijsverteringsstelsel?
Mond
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
opname van voedingsstoffen
afvoeren van voedingsresten
vervoeren
opname van water en zouten
verteren
kauwen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat het bloed in de kleine bloedsomloop heen?
A
Longen
B
Darmen
C
Nieren
D
Kleine teen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de kleine bloedsomloop is het bloed ......
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
Vervoert zuurstof
B
Functie bij de afweer
C
Helpt bij bloedstolling

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft het groene
gedeelte aan?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitscheidingsorganen kennen jullie?

Slide 27 - Woordweb

Endeldarm. 
Longen. 
Huid. 
nieren, urineleiders, blaas en urinebuis. 
Een blaasontsteking wordt veroorzaakt door een virus?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Niet waar.
Een blaasontsteking wordt door bacteriën veroorzaakt. Vaak gaat het om een bacteriesoort die vooral in de darm leeft, maar ook rond de plasbuis voorkomt. Het gaat meestal om de E. coli-bacterie. Bacteriën komen via de plasbuis de blaas binnen, waar ze zich hechten aan de blaaswand en die gaat ontsteken. 
Vrouwen kunnen sneller last krijgen van een blaasontsteking?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Vrouwen hebben vaker een blaasontsteking dan mannen, omdat de plasbuis van vrouwen korter is dan die van mannen.
Perifeer zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

bestaat uit sensorische en motorische zenuwen:
Zet de functie bij het juiste begrip
De hersenstam
De grote hersenen
De tussenhersenen
De kleine hersenen
sturen voortdurend alle boodschappen naar de spiervezels bij.
regelt alle basale lichaamsfuncties.
stellen ons in staat om bewust na te denken over de informatie die binnenkomt.
dienen voor de verwerking van binnenkomende informatie.

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbeelden horen bij welke stoornis?
van motorische stoornissen.
van psychische stoornissen.
van sensorische stoornissen.
van coördinatiestoornissen.
Evenwichtsproblemen en duizeligheid zijn voorbeelden
Krampen, tremoren en stijfheid zijn voorbeelden
Angst, lusteloosheid en stemmingswisselingen zijn voorbeelden
Tintelingen, pijn en wazig zien zijn voorbeelden

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen hormonen?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoonklier maakt het groeihormoon aan?
A
Schildklier
B
Hypofyse
C
Alvleesklier
D
Geslachtshormoon

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoon worden in je bijnieren aangemaakt?
A
Testosteron
B
Insuline
C
Adrenaline
D
Groeihormoon

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Insuline wordt aangemaakt in je alvleesklier?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies