‹Terug naar zoeken

De wetenschappelijke revolutie

1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten historische vragen
Maak opdracht 1 in de Digitale Methode

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ptolemaeus kwam uit...
A
Griekenland
B
Polen
C
Romeinse Rijk - Italië
D
Nederland

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ptolemaeus zijn theorie noemt...
A
antropocentrisme
B
heliocentrisme
C
theocentrisme
D
geocentrisme

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oude wereldbeeld
Geocentrisch wereldbeeld:
De aarde staat centraal in het universum. Alles draait om de aarde heen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geocentrisch wereldbeeld:

Veel mensen geloofden hierin:
  • Kerk droeg dit wereldbeeld uit
  • Wordt door observaties bevestigd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 2 en 3 in de Digitale Methode

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Copernicus kwam uit...
A
Griekenland
B
Polen
C
Romeinse Rijk - Italië
D
Nederland

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is Copernicus een humanist?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wachtte hij zo lang om zijn werk te publiceren?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verandering wereldbeeld
geocentrisch wereldbeeld              heliocentrisch wereldbeeld

Karel V 
Karel V
Bekijk de video in de DM + maak opdracht 3 en 4

Slide 13 - Tekstslide

Durfde zijn ideeen lange tijd niet te publiceren uit angst voor de katholieke kerk die de aarde als het middelpunt bleef zien
Copernicus zijn theorie noemt...
A
antropocentrisme
B
heliocentrisme
C
theocentrisme
D
geocentrisme

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geo
Helios
Centrisch
Zon
Aarde
Gericht om een middelpunt

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw Wereldbeeld
Copernicus formuleert een heliocentrisch wereldbeeld

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ideeën Copernicus verspreiden zich niet
  • Katholieke kerk onderdrukt de nieuwe ideeën.
  • Kennis wordt nog niet intensief gedeeld tussen wetenschappers.
  • Gaan tegen 'gezond verstand' in.

publicatie
Copernicus publiceerde zijn theorie, die in tegenspraak was met de leer van de katholieke kerk in die tijd, pas tegen het einde van zijn leven in 1543 omdat hij bang was van de kerk. 
Zijn boek werd in 1616 door de kerk op de index van verboden boeken gezet.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.4 Astronomie: Galilei

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Galilei (1564-1642)


  • Ontwikkelt de telescoop
  • Bewijst dat de aarde om de zon draait.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video in volgende slide is vrijwillig te bekijken
Deze video gaat over het proces van Galileo

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Historisch denken: Taak Digitale Methode
  • Galileï , gebruikt een telescoop en bevestigt idee van Copericus.

  • Ook ontdekte hij dat de maan geen licht gaf en niet egaal was. 

  • De kerk verbood Galileï om dit te verkondigen, anders zou hij op de brandstapel terecht komen. Zijn straf werd levenslang huisarest. 


Wetenschappers voor de inquisitie
Bron (klik op artikel om te vergroten)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvan wordt Galilei beschuldigd?
A
humanisme
B
homoseksualiteit
C
te kritisch zijn
D
ketterij

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd hij van ketterij beschuldigd?
A
Hij spreekt de Kerk tegen
B
Hij spreekt de Bijbel tegen
C
Hij spreekt Copernicus tegen
D
Hij was atheïst

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er met Galilei zijn werk?
A
Op de Index
B
Niets - vrije meningsuiting
C
zeer populair
D
grote verspreiding

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom stond de Kerk zo weigerachtig ten opzichte van de wetenschap?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertrouwen in de wetenschap

  • Verwerpen van de Ideeën uit de oudheid. (en de kerk)

  • Wetenschappelijke revolutie -> logisch nadenken en experimenteren

  • Nieuwe ideeën over geloof -> logische verklaringen voor natuurverschijnselen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuw wereldbeeld

Slide 28 - Tekstslide

Kepler: de aarde is een planeet als alle andere planeten en de planeten draaien in ovale banen.
Uitleg van hem over eb en vloed (door de maan)

Galilei: telescoop. De maan heeft kraters en bergen. Enorme opschudding, want dit rijmde totaal niet met de volmaakte vormen die hemelse lichamen toen nog behoorden te hebben.
En Jupiter heeft 4 manen, dus niet alleen de aarde heeft een maan.
Groot conflict met de kerk
Tegenwoordig is wetenschap óveral

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar tot de late Middeleeuwen
was dit helemaal niet zo...

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit komt door twee redenen...

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschap uit de klassieke oudheid
&
Behoudende visie van de Kerk


De traditionele gezagsargumenten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16e eeuw - Humanisme
Mens - werd nu óók belangrijk geacht

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

17e eeuw -
Wetenschappelijke Revolutie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUMANISTEN

Een kritische houding 

& Nieuwsgierig waren


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUMANISTEN




Stelde vragen - wie, wat, waarom en hoe!?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Systematische Uitoefening
Regels
Structuur
Planning
zorgde voor - Objectieve uitslag

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke Revolutie
De houding van wetenschappers veranderde ingrijpend

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke Revolutie
Verder hielpen wetenschappelijke tijdschriften en boeken met het verspreiden van kennis

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarheid
Hoofdvraag: wat is waarheid?
Kenmerk: niet meer uitgaan van
wat anderen zeggen, maar zelf
nadenken
Hoe? rationalisme vs. empirisme
Wat is waarheid? Als de oude Grieken of Romeinen het vinden? Als het in de Bijbel staat? Of iets anders? Je kunt de wereld niet verklaren door alleen een beroep te doen op het gezag van anderen. Zelf logisch redenenen of systematisch observeren en experimenten was het devies.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke Revolutie
systematisch kennis verwerven:
- rationalisme (verstand)
- empirisme (waarneming)

gevolgen:
- ontdekking van natuurwetten
- vooruitgangsgedachte

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Empirie = de werkelijkheid om je heen
  • Kennis over de werkelijkheid om je heen noem je empirische kennis.
  • Je verkrijgt die kennis door de werkelijkheid te onderzoeken.
  • Door middel van directe en indirecte ervaring stel je de waarheid van een oordeel vast.
  • Zintuiglijke kennis
  • Ervaring is de enige bron van kennis

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

René Descartes
Cogito ergo sum

Het denken (de ratio) is de enige of voornaamste bron van kennis

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ratio
Als je alleen je hersenen gebruikt, blijf je binnen je ratio, de rede. Je houdt afstand van de werkelijkheid die altijd anders kan zijn.

Je analyseert = het werk van je verstand (je ratio) daarom: RATIONALISME

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deductieve redenering - Rationalisme
Premisse 1: Alle roofdieren hebben scherpe snijtanden.
Premisse 2: Leeuwen zijn roofdieren.

Conclusie: leeuwen hebben scherpe snijtanden.

(Premisse = beweerzin)

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inductieve redenering - empirisme
Beweerzin 1: De eerste kraai in het park is zwart.
Beweerzin 2: De tweede kraai in het park is zwart.
Beweerzin 3: De derde kraai in het park is zwart.
Beweerzin 4: De laatste kraai in het park is zwart.

Conclusie: alle kraaien in het park zijn zwart.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inductieprobleem
Heb je echt alles overal onderzocht?
Dus hoe betrouwbaar is de algemene regel die je hebt afgeleid?

En bij het verifiëren van de afgeleide algemene regel loop je vervolgens tegen een vergelijkbaar probleem aan.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 8 + 9

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschappelijke revolutie
-Zeventiende-eeuwse wetenschappers gingen nog meer dan voorheen uit van verstand en waarneming.
-Ze geloofden dat ze door wetenschap de wereld kon worden begrepen (kijken, meten, denken, argumenteren).
-Wetenschappelijk onderzoek was niet bedoeld om kerk en geloof ter discussie te stellen, maar om de grootsheid van Gods schepping aan te tonen. 'God als horlogemaker'

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obser-veren
Rede-neren
Experim-enteren

Slide 52 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder empirisme?

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarheidsvinding door middel van logisch nadenken heet:
A
Empirisme
B
Rationalisme
C
Humanisme
D
Absolutisme

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grondlegger van de moderne toepassing van het empirisme in de wetenschap heet:
A
Galileo Galileï
B
René Descartes
C
Copernicus
D
Francis Bacon

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
- Beschrijvende, verklarende, vergelijkende, evaluatieve vragen
- gezagsarguement
- wetenschappen
- wereldbeeld
- mensbeeld
- geocentrisme
- heliocentrisme
- rationalisme
- empirisme
- wetenschappelijke revolutie

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personen uit deze les
  • Ptolemaus
  •  Copernicus
  • Galilei
  • Newton
  • Bacon
  • Descartes

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel heb je al begrepen

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel heb je nog niet begrepen?

Slide 60 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

4DF - 2.1.4.1 De wetenschappelijke kennis groeit (nog herwerken)

- Les met 18 slides
GeschiedenisSecundair onderwijs

H3: Humanisme, renaissance en reformatie: Quiz: wetenschappelijke revolutie

- Les met 46 slides
GeschiedenisSecundair onderwijs

Quiz: wetenschappelijke revolutie

- Les met 16 slides
GeschiedenisSecundair onderwijs

De wetenschappelijke methode

- Les met 34 slides
geschiedenisSecundair onderwijs

4DF - 2.1.4.1 De wetenschappelijke kennis groeit

- Les met 18 slides
GeschiedenisSecundair onderwijs

nieuw wereldbeeld

- Les met 38 slides
geschiedenisSecundair onderwijs

Humanisme en de wetenschap

- Les met 40 slides
GeschiedenisSecundair onderwijs

Copernicaanse revolutie: Immanuel Kant

- Les met 15 slides
FilosofieSecundair onderwijs