NK, Kapitel 3, week 51

Fast .......Urlaub
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fast .......Urlaub

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
1.Je weet wat je voor je PO moet doen

2. Je kan de regels omtrent de geslachten van zelfstandignaamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

PO: "Wer bin ich"?

Slide 3 - Tekstslide

Programma:

*  Huiswerk nakijken
* Grammatik
*  zelfstandig werken 
* werken aan PO

Slide 4 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 5 - Tekstslide

Neue Grammatik Kapitel 3 E

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud bij zelfstandige naamw.
Elk geslacht (der/die/das) heeft zijn eigen regels om het meervoud te vormen bij zelfstandige naamwoorden. 

Het lidwoord voor meervoud is altijd DIE !!!!!!!!!!!!!!!!!!

Slide 7 - Tekstslide

der - mannelijk
                   Regel 1 : Umlaut  + e 
           

  
bijv. der Ball - die Bälle
             der Sohn - die Söhne
             der Freund - die Freunde 
(op de klinkers van het woord "auto")

Slide 8 - Tekstslide

der - mannelijk
Regel 2: Bij mann. woorden, die eindigen op
-el, -er, of -en verandert alleen het lidwoord. 
    
        bijv. der Lehrer - die Lehrer          
     der Onkel  - die Onkel 

Slide 9 - Tekstslide

die - vrouwelijk
Regel 1: +(e)n 



 
Bijvoorbeeld:  die Frau - die Frauen
                       die Katze - die Katzen

Slide 10 - Tekstslide

die - vrouwelijk
Let op:
bij vrouwelijke woorden die eindigen op -n , treedt  een verdubbeling van de letters op (zoals in NL)
die Freundin - die Freundin-n-en
(de vriendin - die vriendinnen) 

Slide 11 - Tekstslide

das - onzijdig
Regel 1: +e

bijvoorbeeld: das Heft - die Hefte

Slide 12 - Tekstslide

Uitzondering op hoofdregels
Woorden die eindigen op: a, i, o, y krijgen +S, ongeacht het geslacht dat ze hebben.  NOOIT een 'S   !!!

das Taxi - die Taxis
das Handy - die Handys 
die Oma - die Omas


Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan: meervoud vormen

Stap 1: Welk geslacht (der/die/das) heeft het zelfstandig nw?
 
Stap 2: Welke regel pas ik toe?

Stap 3: is het misschien een uitzondering?

Slide 14 - Tekstslide

HUISWERK 
1.  Maak in je boek van K. 3, E ,Grammatik, Aufg. 20 t/m 26- niet af Huiswerk
2. start PO

Slide 15 - Tekstslide

An die Arbeit 
1. Maak in je boek van Kapitel 3, 
    E , Grammatik, Aufg. 18-19

2. Ben je klaar? maak dan je huiswerk
      



Slide 16 - Tekstslide

Deel 2: Uitspraak oefenen
Aufgabe  27
Aufgabe 29

Slide 17 - Tekstslide

An die Arbeit 
1. Maak van Kapitel 3,
    F, Sprechen, Aufg. 27, 34, 
2. Maak in je boek van Kapitel 3,  E ,Grammatik, Aufg. 23, 24, 26 
3. Leer via Studygo de woorden / grammatica van Kapitel 3
      



Slide 18 - Tekstslide

Aufgabe 23
1 die Spitzer
2 die Schränke
3 die Computer
4 die Schultaschen
5 die Bücherregale
6 die Radiergummis
7 die Schülerzeitungen

Slide 19 - Tekstslide

Aufgabe 19
Aufgabe 24

Es ist wieder soweit!
Die Berliner Schulen freuen sich schon auf euch!
Siebtklässler auf Klassenfahrt nach Wien.
Kleine Klassen und große Klassenräume sorgen für positive Effekte. Schüler und Schülerinnen können sich besser konzentrieren und machen im Unterricht besser mit.
Meine Freundinnen gehen auf das Wilhelmstadt-Gymnasium. Sie erzählen nur Gutes über die Stundenpläne und die Lehrer. Keine Schwierigkeiten oder Probleme mit Mitschülern und tolle Schulprojekte.


Slide 20 - Tekstslide

Aufgabe 26
1 Ich habe drei Opas.
2 Wir haben fünf Nichten.
3 Zwei Beamer sind kaputt.
4 Wie viele Prüfungen hast du morgen?
5 Martina und Elke, seid ihr Schulfreundinnen?
6 Ihr habt zwei Seiten geschrieben!
7 Hast du sechs Pinsel gekauft?


Slide 21 - Tekstslide

Hausaufgaben
Leren van K3:


Lernliste NL – DU ( Seite 96) + Lernliste D-NL
grammatica A+B (geslacht + meervoud zelfst.nw)

Maken van K3
G-> Schreiben, Aufg. 39, 40, 41, 42 online








Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1.Je kunt in korte zinnen je schooldag beschrijven.

2. Je kunt een serie in het Duits verstaan en begrijpen

Slide 24 - Tekstslide