In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
- Introductie deelvraag
-Thema door de jaren heen
-Miniquizje (huiswerkcheck)
-Multicausaliteitsopdracht
-Nabespreken les
---
Agenda
Slide 1 - Tekstslide
KA 19:
Wat en wanneer was de Renaissance, hoe verhield het wereldbeeld van deze periode zich tot eerdere momenten in de geschiedenis en wie waren de hoofdspelers in deze periode?
Slide 2 - Tekstslide
Welk KA's eerder dit jaar gingen over wetenschappelijk denken?
timer
2:00
Slide 3 - Open vraag
Noem 2 overeenkomsten en 1 verschil tussen de renaissance en de oudheid.
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke overeenkomst of verschil had volgens jou het meeste invloed op het leven van mensen in de renaissance?
Slide 6 - Open vraag
Zou jezelf een kantelpunt in de geschiedenis kunnen aanwijzen?
Slide 7 - Open vraag
Multicausualiteitopdracht
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
KA 19:
Wat en wanneer was de Renaissance, hoe verhield het wereldbeeld van deze periode zich tot eerdere momenten in de geschiedenis en wie waren de hoofdspelers in deze periode?
Slide 10 - Tekstslide
KA 20:
De hernieuwde oriëntatie op de klassieke oudheid
Slide 11 - Tekstslide
Agenda:
1. Culturele geschiedenis
3.Chronologieopdracht
4.Filmopdracht
5.renaissancequiz
Slide 12 - Tekstslide
Wat was de invloed van de renaissance op de schilderkunst, architectuur en literatuur, wie waren de hoofdrolspelers en waar moet je - zowel qua geografie als chronologie - op letten bij het bespreken van de renaissance?
Slide 13 - Tekstslide
Welk eerder besproken KA ging over culturele geschiedenis?
Slide 14 - Open vraag
Schrijf de chronologie van de kunstwerken op (alleen de dikgedrukte lletters is voldoende)
timer
4:00
Slide 15 - Tekstslide
Wat valt je nu op? Hint: leg de jaartallen naast het tijdvak
timer
2:00
Slide 16 - Open vraag
Waar denk je dat de Renaissance is ontstaan?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Waar denk je na het zien van de video dat de Renaissance is ontstaan?
Slide 19 - Open vraag
Wat was de invloed van de renaissance op de schilderkunst, architectuur en literatuur, wie waren de hoofdrolspelers en waar moet je - zowel qua geografie als chronologie - op letten bij het bespreken van de renaissance?
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de letterlijke betekenis van het begrip 'renaissance'?
Slide 21 - Open vraag
Waar ontstaat de renaissance als eerste?
A
Het Midden-Oosten
B
Frankrijk
C
Italiaanse stadsstaten
D
Het Duitse rijk
Slide 22 - Quizvraag
Waarom moet men spreken van Italiaanse stadsstaten i.p.v. Italië
A
Omdat beide landen op een andere plek liggen
B
Omdat Italië op dit moment was veroverd door de Italiaanse stadsstaten.
C
Omdat de natiestaat Italië nog niet bestond
D
Gewoon, omdat we dat zo hebben afgesproken.
Slide 23 - Quizvraag
De renaissance ontstond deels door de zelfstandigheid van de stadstaten. Dit is een...
A
Politieke oorzaak
B
Culturele oorzaak
C
Economische oorzaak
D
Sociale oorzaak
Slide 24 - Quizvraag
Met welke gebieden dreven de Noord-Italiaanse steden voornamelijk handel?
A
Midden-Oosten en Vlaanderen
B
Oostzeegebied en Noord-Afrika
C
Midden-Oosten en de Hanzesteden
D
Spanje / Portugal en het Oostzeegebied
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een juist kenmerk van de mentaliteit 'memento mori'?
A
De mens stelt zichzelf centraal
B
Gebruik van de rede
C
Verblijf op aarde is tijdelijk
D
Besef dat de aarde rond is
Slide 26 - Quizvraag
Van welke stroming is Erasmus de bekendste Nederlandse vertegenwoordiger?
A
Katholicisme
B
Rationalisme
C
Humanisme
D
Classicisme
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van de 16e-eeuwse humanisten?
A
Humanisten gaven opdracht voor nieuwe kunst
B
Humanisten waren rijke handelaren
C
Universele mens als ideaal
Slide 28 - Quizvraag
Wat is géén kenmerk van de schilderkunst uit de renaissance?
A
De kerk was één van de opdrachtgevers
B
Uitsluitend schilderen van religieuze voorstellingen
C
Er is aandacht voor de anatonomie
D
De perspectiefwerking is kloppend
Slide 29 - Quizvraag
Wat wordt NIET gezien als een gevolg van de renaissance?
A
De Verlichting
B
De Wetenschappelijke Revolutie
C
De Reformatie
D
De Europese expansie
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Welke ontwikkeling in de renaissance vind jij belangrijker de wetenschappelijke, of de culturele en waarom vind jij dat?
Slide 32 - Open vraag
Ka 26:
De wetenschappelijke revolutie
Slide 33 - Tekstslide
Wat is de wetenschappelijke revolutie, waarom had de republiek hier zo’n belangrijke rol in, wat maakt deze ontwikkeling zo bijzonder, hoe verhoudt deze stroming zich tot het humanisme en wie waren de hoofdrolspelers?
Slide 34 - Tekstslide
Agenda:
1. Hoe zat het ook al weer?
2. Deelvraag van de dag.
3.Wetenschappelijke revolutie
4. Humanisme en de wetenschappelijke revolutie
.5.Nederlandse revolutie
6.Bronopdracht
7.Europese revolutie
8.Start met het betoog
9.Nabespreken
Slide 35 - Tekstslide
Wat is de wetenschappelijke revolutie, waarom had de republiek hier zo’n belangrijke rol in, wat maakt deze ontwikkeling zo bijzonder, hoe verhoudt deze stroming zich tot het humanisme en wie waren de hoofdrolspelers van de wetenschappelijke revolutie?
Slide 36 - Tekstslide
Schrijf in ongeveer 150 woorden een korte samenvatting van de ontwikkeling van het denken tot aan deze les. KA's uit eerdere thema's hoef je hierin niet te benoemen.
Slide 37 - Open vraag
Wetenschappelijke revolutie
Wetenschappelijke revolutie = De ontwikkeling waarbij onderzoekers zich begonnen te richten op waarneming en experimenten in plaats van op al bestaande religieuze teksten te vertrouwen.
KA 19 hoofdstuk 5 --> Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
Slide 38 - Tekstslide
Wetenschappelijke revolutie
Meten is weten! (Empirisme)
Ze gaan zo goed mogelijk bekijken wat god heeft gecreëerd.
Dus niet tegen de kerk.
Slide 39 - Tekstslide
Noem een verschil en een overeenkomst tussen de wetenschappelijke revolutie en het humanisme
Slide 40 - Open vraag
Wetenschappelijke revolutie in de Republiek
Gedachte goed uit Italië komt naar de Republiek. Vanaf 1600 stroomversnelling in de Republiek
Twee kenmerken van de republiek waarom de wetenschap zich hier super snel ging ontwikkelen:
Rijkdom
Tolerantie
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Franse reactie
Engelse reactie
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Betoog!
timer
20:00
Slide 45 - Tekstslide
Wat is de wetenschappelijke revolutie, waarom had de republiek hier zo’n belangrijke rol in, wat maakt deze ontwikkeling zo bijzonder, hoe verhoudt deze stroming zich tot het humanisme en wie waren de hoofdrolspelers?