les 8; vloeibare toedieningsvormen

vloeibare toedienigsvorm

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mentorlesproductzorg theorieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

vloeibare toedienigsvorm

Slide 1 - Tekstslide

lesindeling
  • 13:15  wat gaan we doen deze les
  • 13:20- 13:30 mindmap
  • 13:30- 14:00 leerdoelen/ theorie 
  • 14:00- 14:10 leerdoelen controleren
  • 14:10- 14:15 afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen blz 56 uit de reader 
(hoofdstuk 7 uit het theorieboek blz 64)
  • Je kunt het onderscheid maken tussen vloeibare bereidingen voor lokaal (uitwendig) gebruik en voor systemisch /inwendig gebruik.
  • Je kunt aan de hand van de preparaatnaam aangeven of een vloeibare bereiding uit één of meer fasen bestaat.
  • Je kunt vier voordelen van een vloeibare bereiding benoemen.
  • Je vijf nadelen van een vloeibare bereiding benoemen.
  • je kunt de hulpstoffen die in een vloeibare bereiding wordt gebruikt benoemen.
  • je kunt de fuctie van de hulpstoffen die in een vloeibare bereiding wordt gebruikt benoemen.
  • je kunt het verschil tussen kraan water en gezuiverd water uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Woordweb

Wanneer spreek je van een vloeibare bereidingen voor systemisch gebruik.
  • Dit zijn alle vloeibare toediengsvormen die via de mond en de slokdarm in de maag terrecht komen en daar in het maag-darmkanaal worden opgenomen. 

Slide 5 - Tekstslide

noem een vloeibare toediengsvorm die lokaal wordt gebruikt

Slide 6 - Open vraag

Wanneer spreek je van een vloeibare bereidingen voor lokaal gebruik 
werkzame stoffen worden in een paalde concentratie opgelost en in contact gebracht met de huid of met de slijmvliezen :
  • neusdruppels (rhinoguttae)
  • oordruppels (otoguttae)
  • oogdruppels, steriel (oculoguttae)
  • depvloeistoffen (solutio)
  • gorgelvloeistoffen (gargarisma)
  • creme (cremor)

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt vier voordelen van een vloeibare bereiding voor oraal gebruik benoemen.
  1. Dosering kan eenvoudig worden aangepast
  2. Gemakkelijk in te nemen
  3. Snelle werking en betere beschikbaarheid
  4. Eenvoudig op maat te maken

Slide 8 - Tekstslide

Je vijf nadelen van een vloeibare bereiding voor oraal gebruik benoemen.
  1. De houdbaarheid is beperkt.
  2. Minder makkelijk te vervoeren.
  3. Geneesmiddelen met een slechte smaak of die de maagwand irriteren, zijn niet zo geschikt voor een drank.
  4. Suspensies moet je ALTIJD voor gebruik omschudden
  5. Door eenvoudige toediening zal ongewenst gebruik of onbedoeld overdosering eerder voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

samenstelling(blz 64)
  • basisvloeistof of constituens 
  • werkzamen stof(fen)
  • Hulpstoffen

Slide 10 - Tekstslide

basisvloeistof
De basisvloeistof is meestal water.

Slide 11 - Tekstslide

werkzame stoffen (blz 94)

  • De werkzame stof (vaste stof) kan oplobaar zijn in de basisvloeistof, je maakt dan een oplossing. Deze is altijd helder, je kunt er doorheen kijken
  • De werkzame stof (vaste stof)kan onoplosbaar zijn in de basisvloeistof, je maakt dan een suspensie. Deze is ondoorzichtig.
  • De werkzame stof is vloeibaar en deze lost niet op in de basis vloeistof, je maakt dan een emulsie. Ook hier kun je niet doorheen kijken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

welke hulpstoffen zitten er in een vloeibare bereiding?

Slide 14 - Open vraag

je kunt de hulpstoffen die in een vloeibare bereiding wordt gebruikt benoemen. (blz 66t/m 70)

  • conserveermiddelen
  • antioxidantia
  • smaakstoffen
  • verdikkingsmiddelen/viscositeitverhogende stoffen (suspensie)

Slide 15 - Tekstslide

conserveermiddelen (blz 66)
  • Acidum sorbicum = sorbinezuur 
  • Sol methylparabeen 150mg /ml = Propyleenglycol + methylparahydroxybenzoaat

Slide 16 - Tekstslide

antioxidantia (blz 70)
  • natriummetabisulsiet 
  • acidum (=zuur) ascorbicum= ascorbinezuur= vitamine C

Slide 17 - Tekstslide

smaakstoffen (blz 69)
  • Suikerstroop= sirupus (siroop) simplex (suiker)
  • Sorbitoloplossing= solutio sorbitol
  • Essences
  • Saccharoïde natrium 



Slide 18 - Tekstslide

verdikkingsmiddelen/viscositeitverhogende stoffen (suspensie) (blz 68)
  • Carmellosum natricum middelviskeus
  • Methylcellulosum 15 mPa.s= mpas staat voor milli pascale seconde

Slide 19 - Tekstslide

je kunt het verschil tussen kraan water en gezuiverd water uitleggen. (blz 64)
  • Aqua communis= kraanwater
  • Aqua purifiicata= bevat geen opgeloste mineralen. (kun je op verschillende manieren bereiden)
  • Aqua injectabilia= water voor injecties.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Je kunt uitleggen wat water van goede microbiologische kwaliteit is en hoe je dit kan bereiken.  (blz 65)
  • Goed doorstromend water
  • Gezuiverd water dat voor gebruik is gekookt of gefiltreerd door een membraamfilter van 0,2 of 0,45mm
  • Vers gedestilleerd water

Slide 23 - Tekstslide

huiswerk 22-11
leren bladzijde 64 t/m 66 uit het theorie boek. maken en de uitwerking meenemen opdracht 7.2  blz 59 & 7.3 blz 63 uit de reader

Slide 24 - Tekstslide