Autismespectrumstoornis

Autismespectrumstoornis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Autismespectrumstoornis

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


In de DSM 5 staan niet meer verschillende soorten autisme (bijv. klassiek autisme, syndroom v. Asperger of autisme door het syndroom van Rett), maar valt alles onder de ‘autismespectrumstoornissen’

Binnen de diagnose ASS wordt wel onderscheid gemaakt in ernst: 
Graad 1 (enige ondersteuning nodig); Graad 2 (wezenlijke ondersteuning nodig); Graad 3 (intensieve ondersteuning nodig)

Ook wordt onderscheid gemaakt op basis van de aan-/afwezigheid van: 
een intellectuele stoornis          
een taalstoornis
een medische of genetische afwijkingen of omgevingsfactor 
een andere ontwikkelings-, mentale of gedragsstoornis
acathesie of catatonie (motorisch overmatig doelloos bewegen of onbeweeglijkheid)
ASS in de DSM5

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

A Blijvende tekorten in sociale communicatie en interactie in allerlei situatie, niet door een ontwikkelingsachterstand.
B Door herhaling gekenmerkte gedragspatronen, beperkte interesses en beperkte activiteiten; in allerlei situaties.
C Verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (maar worden soms pas later onderkend)
D Verschijnselen veroorzaken klinisch relevante verstoring van het huidige functioneren in sociale of op andere belangrijke gebieden.
E De stoornissen worden niet beter verklaard uit een intelligentiestoornis of globale ontwikkelingsachterstand en de sociale communicatie is minder dan past bij het cognitieve niveau.

5 criteria voor diagnose ASS

Slide 5 - Tekstslide

Criterium A
Blijvende tekorten in sociale communicatie en interactie, die niet verklaard kunnen worden door ontwikkelingsachterstand, en die in allerlei situaties blijken, te weten:
- tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
- tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale communicatieve gedrag
- tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties.

Slide 6 - Tekstslide

Criterium B
Door herhaling gekenmerkte gedragspatronen, beperkte interesses en beperkte activiteiten; in allerlei situaties, blijkend uit minimaal twee van de volgende vier gedragskenmerken:
- herhaling en stereotypie in motorisch gedrag, spreken en/ of gebruik van voorwerpen.
- overmatig en star vasthouden aan routines en/of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag.
- zeer beperkte, gefixeerde belangstellingen.
- over- of onderreageren op zintuiglijke waarnemingen of ongewone aandacht voor zintuiglijk waarneembare aspecten van de omgeving.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

OPDRACHT
Welke kenmerken van autisme zien en horen jullie bij Kees?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van autisme?
A
Weinig inlevingsvermogen, geen emoties kunnen lezen, behoefte aan structuur.
B
Behoefte aan mindmappen, wisselende begeleiders en vrije tijd.
C
Behoefte aan mindmappen en vrije tijd, geen inlevingsvermogen.
D
Geen emoties kunnen lezen, behoefte aan structuur, behoefte aan vrije tijd.

Slide 16 - Quizvraag

Erfelijke factoren spelen een rol bij het ontstaan van autismespectrumstoornissen
A
Juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Autismespectrumstoornissen behoren tot de groep van "Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen"
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Behandeling
ASS is niet te genezen.

Begeleiding en training, ook van de omgeving, kan wel helpen om beter met beperkingen om te gaan. 

Behandeling van co-morbiditeit (wat vaak voorkomt) kan ook helpen bij en verminderen van de beperkingen door ASS.

Slide 22 - Tekstslide