07. Thema 4.4 - Spieren (1) 6-3

Thema 4: Stevigheid en beweging
Basisstof 4: Spieren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Stevigheid en beweging
Basisstof 4: Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk,.... BS3 heb je nog niet gemaakt.
Instructie thema 4 BS 4 = Huiswerk = opdracht 1 t/m +9

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen beenverbinding?
A
naad
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
bindweefsel

Slide 3 - Quizvraag

in de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend.

bij welk van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?
A
bij nummer 1
B
bij nummer 2
C
bij nummer 3

Slide 4 - Quizvraag

De beenverbinding van de wervelkolom is...
A
Naadverbinding
B
Vergroeid bot
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 5 - Quizvraag

De beenverbinding van de Knie is...
A
Naadverbinding
B
Vergroeid bot
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 7 - Quizvraag


Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?



A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 8 - Quizvraag

Het gewricht in de schouder is een:
A
Schaniergewricht
B
Kogelgewricht

Slide 9 - Quizvraag

Inleiding
Botten kunnen zelf niet bewegen.
Om ze te bewegen zijn spieren nodig.

Ook op andere plaatsen in je lichaam zitten spieren.

Slide 10 - Tekstslide

Doel: Spieren
Je kunt de werking van spieren beschrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Spierstelsel
Aan de botten zitten spieren vast.
Door deze spieren kan je lichaam bewegen.

Alle skeletspieren in het lichaam samen 
vormen het spierstelsel.

Slide 12 - Tekstslide

Spieren
Behalve skeletspieren heb je ook allerlei spieren in je organen, bijvoorbeeld in de wand van je maag en je darmen.

Deze spieren zorgen ervoor dat het voedsel wordt gekneed en vervoerd.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Spieren
Zelfs in je huid zitten spieren.
Aan elk haartje zit een klein spiertje vast.

Als je kippenvel krijgt, trekken die spiertjes zich samen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Spieren
Ook je hart is een spier.

Deze spier zorgt ervoor dat je bloed door het hele lichaam wordt gepompt.

Slide 17 - Tekstslide

Pezen
Een spier zit vast aan het bot met pezen.
De plaats waar het bot met een pees vastzit, heet aanhechtingsplaats.

Een spier kan zich samentrekken, een pees niet.

Slide 18 - Tekstslide

Als een spier zich samentrekt, wordt hij korter en dikker.
Daardoor trekt hij aan de botten waaraan hij vastzit.
De spier trekt de botten naar elkaar toe. Zo ontstaat een beweging.

Kijk maar links op het plaatje van de kuitspier.

Slide 19 - Tekstslide

Om je onderarm te bewegen, heb je 2 spieren nodig: de armbuigspier (biceps) en de armstrekspier (triceps).

Als de arm gebogen is, is de buigspier gespannen (kort en dik). De buigspier trekt aan het spaakbeen, waardoor de arm buigt.

Slide 20 - Tekstslide

Een spier kan een bot niet terugduwen.

Om de arm te strekken, is daarom de strekspier nodig.
Als deze spier aanspant, trekt hij aan de ellepijp. Daarom wordt de arm gestrekt.

Slide 21 - Tekstslide

Om een bot te bewegen heb je altijd 2 spieren nodig: een buigspier en een strekspier. Deze spieren hebben een tegengestelde werking.

Een buigspier en een strekspier die samen 1 beweging mogelijk maken, vormen een antagonistisch paar.

De strekspier is de antagonist van de buigspier.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Huiswerk
BS3 Beenverbindingen opdracht 1 t/m +7
BS4 Spieren opdracht 1 t/m +9
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Doel: Spieren
Je kunt de werking van spieren beschrijven.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 7 maart
Maken §4.4: 1-4
+
Nakijken
+
Leren 4.1 + 4.2 + 4.3 + 4.4



KGT

Slide 28 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide